Cultuur & boeken

Jeugdboeken over leven met brandwonden

De thema’s lijken sterk op elkaar, toch schreven Helga Warmels en Maarten Brand twee totaal verschillende kinderboeken. Warmels verplaatst zich in een slachtoffer met brandwonden, Brand laat vooral zien hoe klasgenoten reageren.

Mariëlle Oussoren-Buys
24 October 2012 09:58Gewijzigd op 14 November 2020 23:53
Foto Fotolia
Foto Fotolia

Brandwonden in het gezicht. Oorzaak: een steekvlam door spiritus. De reden: onoplettendheid van een klasgenoot. Marit uit ”Geen gezicht” van Helga Warmels en Lucas uit ”Een klas in vuur en vlam” van Maarten Brand maakten het beiden mee.

Lucas heeft zijn verminkingen kunnen accepteren. Het zijn vooral de klasgenoten die er moeite mee hebben, nu hij sinds kort een school voor speciaal onderwijs bezoekt. „Ben je al een beetje aan mijn hoofd gewend?” vraagt hij aan Renze. Flashbacks beschrijven het ongeval, vijf jaar terug. Lucas’ evenknie Marit uit ”Geen gezicht”, die de eerste hoofdstukken van het boek in het ziekenhuis doorbrengt, zit nog midden in de verwerking.

Een keus voor het een of het ander als uitgangspunt voor een boek is natuurlijk geen garantie voor een goed verhaal. Maar zeker is wel dat zelfacceptatie een spannend onderwerp is voor een jeugdboek, vooral als het om beginnende puber met een gehavend gezicht gaat.

Het boek van Warmels –ze won dit jaar de christelijke kinderboekenprijs Het Hoogste Woord– beklijft. Daar werkt het perspectief zeker aan mee. Warmels besteedt veel woorden aan het verwerkingsproces. Ze laat zien hoe onhandig mensen kunnen reageren („Maar het trekt nog wel bij, toch?”), schildert Marits afschuw van haar eigen uiterlijk en geeft woorden aan haar woede richting Jens, die de spiritusfles tevoorschijn haalde. Ze vertelt niet hoe Marit zich voelt als ze een brief van Jens ontvangt, ze laat het zien: „Ze doet de kast open en gooit de prop erin (…) Ze klapt het deksel van de wc dicht en laat zich er huilend op zakken.”

Waar Lucas uit Brands boek –wijzend op de Bijbel– weet dat hij geen hekel heeft aan Vincent, moet Marit een heel proces doormaken. Uiteindelijk –in verhouding tot haar hevige worsteling nog plotsklaps– is ze in staat te vergeven. Ze spreekt Jens bij hem thuis in de Dostojevskistraat; aan de muur hangt een schilderij van de kruisiging. Er worden weinig woorden aan vuil gemaakt: de twee zijn weer „cool” en dat is het.

Warmels schrijft fris, noteert soms mooie, doordachte beelden. Op andere momenten is het taalgebruik minder fraai. De bastaardvloek was niet nodig geweest en het pesterige ”heet wijf” dat schoolgenoten Marit toeroepen is behoorlijk heftig in een boek voor tienplussers.

Brand –zelf leerkracht in het speciaal onderwijs– schrijft vanuit Renze, die bevriend raakt met Lucas. Daardoor kom je als lezer nauwelijks te weten wat er in Lucas omgaat, en evenmin wat er precies in het hoofd van pester Vincent speelt – terwijl die laatste de meeste ontwikkeling doormaakt in het boek. Al snel laat Brand tamelijk opzichtig doorschemeren dat Vincent meer over Lucas weet dan de anderen, maar het verklaart onvoldoende zijn gedragsverandering. Qua thematiek doet Brands boek hier denken aan zijn novelle voor volwassenen, ”Stille getuige”.

In de flashbacks over het ongeluk schrijft Brand wel vanuit Lucas. Juist in die passages staan de aangrijpendste zinnen. Als Lucas voor het eerst zijn verband afdoet, schrikt de buurvrouw zich wezenloos. Maar de jonge Lukas, die samen met zijn vader voor de spiegel staat, denkt: „Wat heeft papa eigenlijk al veel rimpels.”

Uiteindelijk levert Warmels’ keuze om het perspectief bij het slachtoffer te leggen –en daarmee de verwerking centraal te stellen– een interessanter boek op dan dat van Brand. Zijn boek –bedoeld voor 10-minners– dreigt te verzanden in een aardig, maar weinig dwingend boek over een klas vol bijzondere kinderen.

Puntgaaf is geen van de twee. Wat voegt bijvoorbeeld buddy Lisette toe, die welgeteld één keer met Marit chat en verder geen rol speelt? En, in Brands boek, Renzes verliefdheid? De clichématige hangjongeren? Die ruimte had Brand ook benutten om de relatie tussen Lucas’ geloof en zijn optimistische levenshouding uit te werken – want dat kan hij, integer schrijven over christelijke aspecten.


Boekgegevens

”Geen gezicht”, Helga Warmels;

uitg. Callenbach, Utrecht, 2012; ISBN 978 90 266 0589 5; 95 blz.; € 10,50;
”Een klas in vuur en vlam”, Maarten Brand;

uitg. Den Hertog, Houten, 2012; ISBN 978 90 331 2471 6; 132 blz.; € 8,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer