Mkb aan zet met nieuwe Aanbestedingswet
De nieuwe Aanbestedingswet biedt kleinere aannemers nieuwe kansen om overheidsopdrachten binnen te halen, betogen mr. J. van den Brink en mr. G. L. Weerheim.
Het is voor een lokale aannemer geen onbekend fenomeen: na jarenlang voor een lagere overheid diensten te hebben verricht, wordt dit werk ineens middels een aanbestedingsprocedure aan een andere partij gegund. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) is dankzij het aanbestedingsrecht veel overheidsopdrachten kwijtgeraakt. Te meer doordat de Europese aanbestedingsprocedure veelal ook van toepassing werd verklaard op kleinere opdrachten. De eisen werden dan nogal eens onnodig te hoog voor mkb’ers.
De nieuwe Aanbestedingswet beoogt kleinere ondernemers meer kansen te geven. Op 31 oktober staat de behandeling ervan op de agenda van de Eerste Kamer. De wet zit al jaren in de pijplijn, maar is door het parlement voortdurend vertraagd. Ondernemers in het mkb, die vanwege de huidige crisis hun orderportefeuille al zagen slinken, konden ook niets meer verdienen aan publieke opdrachten. Het is daarom van het grootste belang dat de Eerste Kamer inziet dat er haast bij is, zodat de wet per 1 januari 2013 in werking kan treden.
Daarna is het aan het mkb om de geboden kansen ook te benutten. Zo worden aan kleinere aanbestedingen, die tot nu toe grotendeels niet onder de aanbestedingswetgeving vielen, nu veel meer regels gesteld die de belangen van kleinere marktpartijen beschermen. De Gids Proportionaliteit –die algemeen bindend wordt verklaard– werkt daarbij adequaat uit welke eisen nog proportioneel zijn.
Verder verplicht de wet overheidsaanbesteders in principe om het criterium van ”economisch meest voordelige inschrijving” te hanteren, en niet dat van ”laagste prijs”. Kwaliteit en duurzaamheid worden daarmee belangrijke gunningsfactoren. Dit dwingt ook kleine ondernemers tot een innovatief beleid, ook met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen, om daarmee vervolgens te scoren in de inschrijving.
Ook verbiedt de wet het onnodig samenvoegen van opdrachten, zodat ook hierdoor meer inschrijfmogelijkheden ontstaan voor kleinere ondernemers. Daarnaast wordt het inschrijven vereenvoudigd. De overheidsaanbesteder moet de benodigde gegevens kosteloos verstrekken. Bovendien moet bij inschrijven een eigen verklaring van de inschrijver dat hij aan de inschrijfeisen voldoet voldoende zijn, zodat bewijsstukken dan nog niet hoeven te worden overgelegd.
Ten slotte voorziet de wet ook in een klachtenregeling. De onderneming hoeft het er niet bij te laten zitten als het haar moeilijker wordt gemaakt dan nodig is, of als niet voldoende duidelijk is volgens welke criteria de gunning wordt (of is) verstrekt.
Hiermee ontstaan kansen die met de aanhoudend negatieve economische vooruitzichten niet mogen blijven liggen. Raadzaam daarbij is om reeds in het voortraject met (semi)overheden om tafel te gaan. Ook digitale platforms zoals aanbestedingskalender.nl en TenderNed (waar opdrachten worden aangekondigd) bieden belangrijk belangrijke voordelen.
De auteurs zijn respectievelijk juridisch medewerker en advocaat bij Bouwman Van Dommelen advocaten en politiek actief voor SGP en CDA.