Van der Groe: Altijd tezamen lezen en bidden
„Riet joer baibel, preej effrie deej…” Ons kleinzoontje zong het uit volle borst toen hij nog maar drie jaar was. En ook: „Lees je Bijbel, bid elke dag…” Het is een mooi en vlot versje. Met een belangrijke boodschap. Laat de Bijbel niet ongeopend, maar lees hem!
Waarom eigenlijk? Moet dat zo nodig? Door onze jongeren? Doen ze het? Ja, ze zullen het wel doen: in de kerk, thuis aan tafel, op catechisatie. Maar doen ze het ook persoonlijk? Velen wel, heel velen ook niet. Een onlangs gehouden enquête onder kerkelijke jongeren laat zien dat een derde van de jongeren dagelijks persoonlijk uit de Bijbel leest, terwijl ook een derde dat zelden of nooit doet… En hoe zit dat overigens met de ouderen?
Het is geen nieuw thema: het lezen van de Bijbel en het belang daarvan. De Heere Jezus wees de Schriftgeleerden er al op dat, om Hem te kennen, onderzoek van de Schriften nodig is. „Die zijn het die van Mij getuigen!”
In 1747 schreef de dominee van Kralingen, Theodorus van der Groe, een verhandeling over dit onderwerp. Hij publiceerde het als een Woord vooraf in een bundel vertaalde preken van zijn Schotse collega Ralph Erskine: „Voorrede of verhandeling over den pligt van het lezen der H. Schrift en andere Godgeleerde boeken; hoe dien, door de genade Gods, dagelijks te verrigten met het meeste profijt voor de ziel.” Onlangs las ik het nog eens en kwam ik opnieuw onder de indruk van de actuele inhoud ervan. Laat ik hier enkele dingen daaruit doorgeven. Daarbij handhaaf ik de lange maar wel heldere zinnen.
Overvloed
Van der Groe begint als volgt: „Onder eenen zoo grooten overvloed van heerlijke en kostelijke gaven, als God den menschenkinderen gegeven heeft om door hen tot hun waarachtig voordeel en hunne zaligheid in Christus, door de genade van zijnen Geest, dagelijks gebruikt te worden, is ook het lezen, zoo van zijn Heilig Woord zelf, als van vele goede uitleggingen en verhandelingen, die daarover geschreven zijn, en nog steeds door wijze en Godzalige mannen geschreven worden, ten nutte van de kerk op aarde” (5). Niet alleen de Bijbel dus, maar ook boeken die de Bijbel uitleggen en aan het hart leggen, wil de Heere zegenen tot nut en voordeel van de lezer.
Wat die andere boeken naast de Bijbel betreft, zo schrijft Van der Groe, weet dan wel wat je kiest. „Een mensch, die gaarne wat goeds begeert te lezen, tot stichting zijner ziel, heeft somtijds veel moeite, om uit zoo grooten voorraad, datgene uit te kiezen, hetwelk, onder des Heeren zegen, in zijnen staat en geval, voor hem het meest en nuttig zijn kan” (5).
Dus ook toen al: er verschijnt veel, maar niet alles is zo nuttig. Met als gevolg: „Dat de beste en nuttigste boeken door velen achter de bank geworpen worden, en dat andere die minder bekwaam zijn om te stichten, aan dezelve voorgetrokken worden, zulks is iets, dat men dagelijks maar al te veel, helaas!, ziet gebeuren…” (7).
De Kralingse pastor geeft veel nuttige adviezen aangaande het lezen. Zoals het volgende. „Wie met een waar profijt wil lezen, moet altijd tezamen lezen en bidden. Menigeen helaas!, verliest al de vrucht van duizend uren lezens, omdat hij altijd leest, zonder een ernstig en ootmoedig gebed tot God. De menschen vallen maar dagelijks aan dezen pligt, als of zij niets van den Geest daartoe van noode hadden. Wanneer zij maar een goed boek in hunne handen hebben, en eenigen ledigen tijd en lust of consciëntieopwekking om te lezen, zoo gaan zij maar zoo los en onbereid tot dien grooten pligt, zonder eens met ernst te bedenken, hoe geheel onbekwaam zij daartoe zijn, en hoe de Heere hun inwendig, om te lezen, het verstand zelf moet openen en hunne harten met zijnen Geest moet aanroeren, om hetgeen zij lezen, op dezelve te drukken, en het regt aan hen te heiligen en te zegenen” (35).
Interesse
Eerlijk gezegd, ik ben al blij ben wanneer ik hier en daar in de gemeente merk dat een jongere of een oudere met een hartelijke interesse de Bijbel leest en zich in goede boeken verdiept. Ik vrees: dat gebeurt maar al te weinig in onze oppervlakkige tijd. Andere media spannen in populariteit de kroon. Maar Van der Groe is niet tevreden met het lezen alleen. Laat er een waarlijk geestelijke behoefte zijn en een dringend gebed om de Heilige Geest! „Voorzeker, niemand is in staat de zalige voordeelen te noemen die wij, door de genade van Christus, dan zouden doen met het Woord der zaligheid, indien wij het dagelijks maar eens wisten te hooren en te lezen aan de voeten van dien hemelschen leermeester, die der blinden oogen opent, en die ons geworden is wijsheid van God en regtvaardigheid en heiligmaking en verlossing” (70).
Tolle lege, neem en lees!
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl