Exact 25 jaar na de befaamde beurskrach op ‘Black Monday’ sloot de leidende Dow-Jonesindex 1,5 procent lager op 13.343,51 punten. De breder samengestelde S&P 500 ging 1,7 procent omlaag tot 1433,19 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq verloor 2,3 procent en eindigde op 3005,62 punten.

In de Dow hield alleen doe-het-zelfketen Home Depot het hoofd net boven water. De sterkste daler was McDonald’s. De fastfoodketen verloor 4,5 procent na tegenvallende cijfers. Zowel de omzet als de winst daalde het afgelopen kwartaal als gevolg de verzwakte economische omstandigheden. Bovendien meldde het bedrijf dat de zaken ook in oktober minder gaan.

De resultaten van General Electric, een bedrijf dat alleen al wegens zijn omvang als een barometer voor de gehele economie wordt gezien, stelden eveneens teleur. Het aandeel verloor 3,4 procent. Softwarereus Microsoft daalde 3,1 procent, ook al na slechter dan verwachte kwartaalcijfers.

Beleggers kregen kort na de opening te horen dat de verkoop van bestaande woningen in september is gedaald, na een flinke stijging in de voorgaande maand. Het cijfer, dat in lijn was met de verwachtingen, gaf aan dat de woningmarkt in de VS ondanks het herstel van de laatste tijd nog niet uit de zorgen is.

De koersverliezen op Wall Street zetten ook de olieprijzen onder druk. De prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie daalde op de termijnmarkt 2,2 procent tot 90,06 dollar. Brentolie werd 2 procent goedkoper en kostte 110,12 dollar per vat. De euro was 1,3025 waard, net als bij het slot van de Europese beurzen.