Bang voor een blaffende hond
Titel:
”Ik ben niet bang”
Auteur: Annemarie van den Berg en Willemijn de Weerd; illustraties Marianne Witvliet
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2003
ISBN 90 336 2744 2
Pagina’s: 25
Prijs: van 20 september tot 11 oktober € 2,95, daarna € 4,95. Pas vanaf zaterdag 20 september te koop. Wanneer kinderen na het lezen van een prentenboek de platen nog een keer willen zien en het verhaal opnieuw willen horen, betekent dit dat ze aangesproken zijn. Met ”Ik ben niet bang” hebben de auteurs Annemarie van den Berg en Willemijn de Weerd samen met de illustratrice een boek gemaakt dat een aanwinst voor de kinderboekenkast is.
Volgens de uitgever is dit prentenboek over Simon die bang is speciaal geschreven voor de Christelijke kinderboekenmaand met als thema ”Spoorzoeken”. Als je dat bedenkt, moet je wel een grote gedachtesprong maken om spoorzoeken en bang zijn aan elkaar te koppelen.
Los van dit thema is er een verhaal neergezet dat uitnodigt tot naspreken en dat kinderen serieus neemt. Nu vonden onze kinderen dat het boek beter ”Ik ben bang” had kunnen heten, omdat Simon in het boek -behalve in de laatste alinea- juist angstig is.
Langs een blaffende hond lopen is iets wat veel kinderen niet graag doen. Het hek dat Castor, de hond van de buren, moet tegenhouden, lijkt onvoldoende. En ja hoor, even later blijkt dat het hek opengestaan heeft en Castor er vandoor is. In Simons verbeelding is elke donkere plek in het huis in een eng beest veranderd. Papa brengt Simon tot rust door hem te vertellen over zijn eigen angst. Samen besluiten ze dat tot God bidden je weer rustig kan maken. Toch is Simon pas echt gerustgesteld wanneer mama komt vertellen dat Castor weer veilig achter het hek zit.
Het op het eerste gezicht eenvoudige verhaal blijkt meer diepgang te bevatten wanneer je je af gaat vragen hoe alle spullen waar Simon bang voor is terechtkomen op van die vreemde plaatsen. Is Marloes, waarschijnlijk Simons zus, een plaaggeest? Hier gaan tekst en tekening heel mooi samen, want door de illustraties ga je dingen zien die het verhaal kunnen verklaren. De trap wordt wel wat wonderlijk gebruikt. Is Simon nu boven of beneden wanneer hij zijn tanden poetst?
Marianne Witvliet heeft het boek geïllustreerd en zich daarbij erg ingeleefd in het verhaal. Uit de tekeningen blijkt hoe ingrijpend bang zijn voor een kind kan zijn. Bij de illustraties is voor eenvoud gekozen. Zaken die niet functioneel zijn, laat ze zo veel mogelijk weg. Hierdoor geven de tekeningen heel goed de sfeer van het verhaal weer. Toch zijn de illustraties niet kil. Door vrolijk kleurgebruik en de aanwezigheid van Simons poes spreken ze kinderen aan.
Er zijn wel wat dingen die opvallen. De brievenbus is extreem laag getekend. Onze kinderen moeten bij een echte brievenbus opgetild worden om er iets in te kunnen doen. Ook heeft het bed van Simon een vreemd perspectief. Pas op de volgende bladzijde zie je hoe het bedoeld is. Hoe kan trouwens het huis volhangen met tekeningen van Simon die pas net gemaakt zijn?
Bang zijn gaat aan geen kind voorbij. Toch is het onmiskenbaar dat de een meer moed heeft dan de ander. Nu is het de vraag of juist de bangste kinderen -waar dit prentenboek heel herkenbaar voor is- niet te bang zijn om een boek vol enge dieren te willen lezen.