Detmar- en Rehobothschool Ede onderzoeken locaties
EDE – Het reformatorisch speciaal onderwijs in Ede doet onderzoek naar zijn toekomstige vestigingslocaties. Daarbij wordt gekeken naar –gedeeltelijke– verhuizing naar Barneveld en eventueel Ochten.
Algemeen directeur P. J. Westerlaken deelde dat dinsdagmiddag mee. Het schoolbestuur heeft nog geen voorkeur uitgesproken. Die is mede afhankelijk van de wensen van de betrokken gemeenten.
De achterliggende tijd zijn de gevolgen van verplaatsing voor de leerlingenstromen, onderwijskwaliteit en financiën onderzocht. De twee aangetrokken onderzoekers presenteerden zes scenario’s. Enkele daarvan worden momenteel verder uitgezocht.
Aanleiding tot de gedachtenvorming is een discussie in een Barneveldse raadscommissie over de hoge kosten van het leerlingenvervoer waarvoor het gemeentebestuur verantwoordelijk is, niet alleen naar Ede, maar ook naar andere scholen. SGP-raadslid W. A. Knapen, directeur van de Rehobothschool in Kootwijkerbroek, is vervolgens in gesprek gegaan met Westerlaken en de directeuren van de twee reformatorische basisscholen in Barneveld over een mogelijke oplossing.
„We zouden de gehele Ds. D. A. Detmarschool voor speciaal basisonderwijs naar Barneveld kunnen verplaatsen”, zegt Westerlaken. „De voormalige plaats van het Groen van Prinsterercollege aan de Schoutenstraat zou een mogelijke locatie zijn.
Wat reisafstanden betreft is het echter beter als slechts een deel van deze school daar naartoe gaat. Het andere deel kan in Ede blijven, of naar Ochten verhuizen, zodat de nevenvestiging daar niet meer zo klein is. Het is ook mogelijk dat de Rehobothschool in Ede –voor zeer moeilijk lerenden, meervoudig gehandicapten en zeer moeilijk opvoedbare kinderen– in de splitsing wordt betrokken. Als beide scholen geheel naar Barneveld en Ochten zouden vertrekken, blijft alleen de Johannes de Swaef voor praktijkonderwijs in Ede.
Als beide scholen over Ede en Barneveld worden verdeeld, kan dat ten koste gaan van de onderwijskwaliteit. Ook financieel kan het lastig zijn, mede doordat de scholen nu in Ede een aantal gemeenschappelijke voorzieningen hebben. Dat moeten we dus goed bekijken. Voor de gemeente Ede kan het een toename van de kosten van het leerlingenvervoer betekenen. Ook moeten we bezien wat er met leegkomende gebouwen gebeurt. We zijn nog lang niet zover dat er knopen kunnen worden doorgehakt.”