Baudet: Een Europese superstaat? Volkomen absurd!
De bestuurlijke lappendeken van de middeleeuwen maakt een opmerkelijke comeback. Maar, waarschuwt de jurist dr. Thierry Baudet, dat gaat ten koste van de democratische rechtsstaat.
De nationale identiteit en de staatssoevereiniteit worden sinds enkele decennia door de politieke elite doelbewust en systematisch verzwakt, betoogt Baudet (1983) in zijn eerder dit jaar verschenen dissertatie ”De aanval op de natiestaat” (zie kader). Enerzijds omdat staten soevereiniteit overdragen aan supranationale organen als de EU en het Internationaal Strafhof en anderzijds door massa-immigratie en multiculturalisme. In zijn H. J. Schoo-lezing van begin vorige maand (zie kader) borduurde de onderzoeker aan de Universiteit Leiden op die stelling voort.
„Die twee ontwikkelingen zorgen ervoor dat de natiestaten, die sinds de 17e eeuw tot ontwikkeling zijn gekomen, worden ingeruild voor een politiek systeem van overlappende loyaliteiten en jurisdicties, van gemeenschappen en van dubbele paspoorten”, schrijft Baudet in ”De aanval op de natiestaat”.
Bevoegdheden die eerst exclusief berustten bij nationale staten lekken steeds meer weg naar niet democratisch gelegitimeerde internationale organisaties als de EU, het Internationaal Strafhof en de Wereldhandelsorganisatie. „We zien in feite een terugkeer naar de politieke structuur van de middeleeuwen.”
Wat is daar problematisch aan?
„Uitholling van de natiestaat betekent verzwakking van de democratische rechtsstaat. Zonder volk geen democratie. Zonder soevereiniteit geen functionerend parlement. En zonder gedeelde rechtscultuur geen rechtsstaat. In een natiestaat kunnen de verschillende machten elkaar bovendien in balans houden. Als de rechter een uitspraak doet die de wetgever niet bevalt, kan de wetgever de wetten veranderen.
Nu zie je dat een supranationale organisatie als het Europees Hof van de Rechten van de Mens een uitspraak doet over de SGP, waar wij in Nederland vervolgens niets meer aan kunnen doen als wij het daarmee oneens zijn. De rechters van dat hof –afkomstig uit 47 verschillende landen– delen niet onze rechtscultuur, waardoor ze regels in veel gevallen anders interpreteren dan wij. Dat betekent dat we steeds minder leven onder ons eigen recht.”
Waarom verdedigt u als conservatief de natiestaat, die toch ook een betrekkelijk modern verschijnsel is?
„Ik verzet me tegen betekenisverlies van de gemeenschap. En de staat is de beste manier om een politieke gemeenschap vorm te geven. In een natiestaat en de daaraan verbonden democratische rechtsstaat bestaat een gedeelde cultuur en vormt de bevolking tot op zekere hoogte een eenheid. Je kunt dat opgeven. Het Romeinse Rijk was geen democratische rechtsstaat, het Habsburgse rijk evenmin. China ook niet. Dus politiek kan best bestaan zonder democratische rechtsstaat. Maar ik verdedig die wel, want ik vind het verreweg het aantrekkelijkste model dat er is.”
Wat moet er dan volgens u gebeuren om die gemeenschap te herstellen?
„Uitgangspunt voor mij is dat de nationale soevereiniteit wordt hersteld. Dus: stoppen van de sluipende machtsoverdracht naar instanties als EU, Wereldhandelsorganisatie, Internationaal Strafhof, enzovoorts. En een serieuze aanpak van de massa-immigratie, iets wat vanwege de open grenzen nu nog onmogelijk is.”
U wilt vasthouden aan het idee van een staat. Maar zou de EU niet kunnen worden omgebouwd tot opvolger van de uitgeholde Europese natiestaten?
„In theorie kan dat, ja. We ontmantelen de Wereldhandelsorganisatie, het Internationaal Strafhof, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en we gaan vervolgens van de EU een nieuwe natiestaat maken, op continentaal niveau.
Dan moet je dus inzetten op vorming van één taal die iedereen moet spreken, op één leger, één gekozen president en één buitenlands beleid. Mij lijkt dat een volkomen absurd idee, onmogelijk én onaantrekkelijk. De unieke kracht van Europa, namelijk de enorme culturele diversiteit, zou dan verdwijnen.”
Zou het niet slagen als je er maar genoeg tijd voor uittrekt? De Nederlandse natie is ook niet van de ene op de andere dag ontstaan.
„In België is het na 185 jaar nog niet gelukt om van Vlamingen en Walen één volk te maken; de verdeeldheid is er zelfs groter dan ooit. De hereniging van Duitsland was zelfs al geen gemakkelijk verhaal. Om over Joegoslavië maar te zwijgen. Van alle Europeanen één nieuw volk willen maken, betekent maar één ding: catastrofe. De onderlinge verschillen zijn te groot.”
In de VS is het toch wel gelukt om van een smeltkroes van culturen een krachtige staat te maken?
„In Amerika was in elk geval één dominante taal, het Engels. En de deelstaten hadden nog geen duidelijke historie. En zelfs daar bleef een burgeroorlog niet uit, waarin tussen 1861 en 1865 zeker 1 miljoen doden vielen.
Bovendien vraag ik me af of het Amerikaanse model wel zo aantrekkelijk is. De opkomst bij verkiezingen is daar 30 procent, tegen 70 tot 80 procent hier. En de afstand tussen Washington en de gemiddelde Amerikaan is heel erg groot. Ik vind het Europese model van diversiteit en decentralisatie veel mooier.”
Hoe ziet u de toekomst voor zich?
„We moeten niet doorgaan op de ingeslagen weg. In Griekenland zie je al dat de geschiedenis van de Duitse Weimarrepubliek (1918-1933) zich herhaalt: 40 procent van de Grieken zou nu op de neonazi’s stemmen. 40 procent! Enorme protesten in Spanje. Minachting vanuit Noord-Europa. De spanningen zijn nooit zo groot geweest.
De eurozone moet geordend worden ontmanteld voordat die instort. Die gaat namelijk nooit werken, omdat er geen bijbehorende Europese federale staat kan komen.
Internationale samenwerking door soevereine staten in organen als de NAVO is prima. Maar verder moeten natiestaten weer meer zelfstandig optreden. Kleine bedrijven opereren ook veel dynamischer dan grote. Zo zou het ook wel eens met landen kunnen zijn.”
Eén natie onder God
Aan de uitholling van natiestaten door de continue overdracht van bevoegdheden aan supranationale organisaties (die op hun beurt blijven uitdijen) en door multiculturalisme moet een einde komen, betoogt dr. Thierry Baudet in zijn dissertatie ”De aanval op de natiestaat” en in zijn H. J. Schoo-lezing ”Pro Europa dus tegen de EU” van 3 september.
„Nationale staten zouden moeten worden versterkt, in plaats van verzwakt”, schrijft Baudet. Bevoegdheden moeten geleidelijk worden teruggenomen van de supranationale instellingen die ze nu bezitten (het Internationaal Strafhof, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het Internationaal Gerechtshof, de Wereldhandelsorganisatie, de VN-Veiligheidsraad en de EU).
Hij bepleit een „soeverein kosmopolitisme”, uitgeoefend door nationale staten die openstaan voor internationale samenwerking en mondiale ontwikkelingen, „maar die zelf het laatste woord wensen te houden in hun verplichtingen en beleid.”
De open grenzen in Europa moeten weer dicht, de euro moet worden ontbonden. „Terug naar vrijhandel en samenwerking op basis van nationale soevereiniteit. Het is de enige houdbare positie.”
De twee boeken vormen samen een helder betoog, waarin Baudet boude stellingnames niet uit de weg gaat. „De vraag is niet of de EU kan overleven, maar wanneer zij sterft”, schrijft hij bijvoorbeeld. „De keuze is die tussen een geordende, geleidelijke afbouw, en een chaotische, plotselinge, wellicht zelfs gewelddadige explosie.”
Burgeroorlog
Met zijn soms krasse uitspraken wil de kersverse doctor discussie losmaken. Af en toe echter schiet hij uit de bocht. Zo stelt hij dat Nederland „in de zestiende en zeventiende eeuw werd geteisterd door een verwoestende burgeroorlog.” Die omschrijving van de Tachtigjarige Oorlog van de Zeven Verenigde Nederlanden tegen Spanje doet echter geen recht aan de historische werkelijkheid.
Verder schrijft hij dat de Algemene wet gelijke behandeling „de wettelijke basis verschaft” voor ongelijke behandeling door gewetensbezwaarde trouwambtenaren van homoseksuele koppels die willen huwen. Dat is volstrekte nonsens. De wet biedt daarvoor helemaal geen basis. Het recht op gewetensbezwaren is een algemeen werknemersrecht in het Burgerlijk Wetboek. In lijn daarmee is bij de introductie van het homohuwelijk en ook later uitdrukkelijk door bewindslieden verklaard dat er op een praktische manier met gewetensbezwaren van zittende en toekomstige ambtenaren zou worden omgegaan.
Oude staatsvormen
Net als de seculiere conservatief Baudet heeft ook de christelijk-conservatieve mr. G. Groen van Prinsterer zich intensief beziggehouden met Europese ontwikkelingen en hun betekenis voor Nederland. Volgens laatstgenoemde waren de Europese staten door het christendom onderdelen geworden van een christenrepubliek. Die werd aangetast door het ongeloof van de Franse Revolutie. De revolutiegeest samen met geestverwante Europeanen bestrijden, was Groens belangrijkste doel, en niet het consolideren van de status-quo of een terugkeer naar oude staatsvormen.
Groens politieke nazaten bij de SGP schreven in 2003 in ”Boodschap aan Europa” dat er theologisch gezien geen argument is voor de natiestaat. „Voor het Koninkrijk van Christus zijn politieke grenzen in principe irrelevant.”
Goed functionerende natiestaten zijn voor de SGP wel van groot belang (omdat ze, zoals ook Baudet stelt, de belangrijkste dragers zijn van de democratische rechtsstaat), maar geen doel in zichzelf. Beslissend is de vraag hoe de doelstellingen van christelijke politiek (vrede en gerechtigheid onder de volken bevorderen) het beste worden gediend. „Nationale overheden die zich bewust zijn dat zij hun gezag van God hebben ontvangen, zullen moeten afwegen of het overdragen van nationale bevoegdheden aan supranationale instellingen hun meer mogelijkheden biedt om zich van hun taak van dienst aan de publieke zaak naar bijbels recht te kwijten dan bij nationaal optreden.”
Bij terreinen met een duidelijk grensoverschrijdende dimensie (economie, milieu, migratie, vrede en veiligheid) zal dat eerder het geval zijn dan bij terreinen die sterk de nationale identiteit raken of nauwelijks een grensoverschrijdende kant hebben (onderwijs en cultuur).
In lijn met Groen bepleitte de SGP dat Nederland het „gezien zijn rijke verleden aan zichzelf en de EU verplicht is de waardevolle christelijke elementen van zijn eigen identiteit nationaal te revitaliseren en in de EU in te brengen.”
Bij Baudet blijven dergelijke noties achterwege. Dat is jammer, want ook zijn waarschuwing tegen uitholling van de natiestaat door multiculturalisme zou aan kracht hebben gewonnen als hij tegelijkertijd had opgeroepen tot een tweede Reveil.
Nederland zou –net als de VS– moeten zijn „one nation under God.” Want alleen op die manier, om de Amerikaanse president en bevrijder van Europa Eisenhower te citeren, „zullen we voortdurend die geestelijke wapens versterken die voor altijd de krachtigste hulpbron van ons land zullen zijn, in vrede en in oorlog.”
Boekgegevens
De aanval op de natiestaat; Thierry Baudet; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 351 3753 0; 460 blz.; € 19,95;
Pro Europa dus tegen de EU. H. J. Schoo-lezing 2012; Thierry Baudet; uitg. Elsevier Boeken, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 3525 094 9; 93 blz.; € 5,-.