Volgens het OM is er geen reden om aan te nemen dat Q. een extreem rechtse terrorist is, zoals wel over hem is beweerd. Wel staat vast dat de man een „extreem gevaarlijke” crimineel is.

In een door Q. bewoonde zolderkamer in Rotterdam vond de politie een arsenaal aan spullen waarmee bommen zouden kunnen worden gemaakt. Daarnaast stuitte de recherche op landkaarten en foto’s, die erop wezen dat Q. zijn pijlen had gericht op onder andere het Botlekgebied, het Rotterdamse Hotel New York en Den Haag tijdens Prinsjesdag.

Volgens Q. zelf viel al het verdachte materiaal te plaatsen in het kader van hobby’s als survival, paintball en fotografie. Het OM gelooft niets van dat verhaal. De rechtbank veroordeelde Q. in 2010 tot 12 jaar cel.

Eind jaren ’90 pleegde Q. twee gewelddadige overvallen op vestigingen van GWK in zijn geboorteplaats Hoek van Holland en in Rotterdam. Bij een van de overvallen schoot hij meer dan 30 keer op de politie. Q. kreeg daarvoor 14 jaar cel. In 2001 ontsnapte hij uit de gevangenis. Pas in 2007 kreeg de politie hem te pakken, nadat hij was gesnapt bij een winkeldiefstal. Na zijn arrestatie besloot justitie hem te vervolgen.

Gedragsdeskundigen stelden vast dat dat Q. zich superieur voelt aan anderen en grote problemen heeft met autoriteit. Aanklager D. Jeras wees er maandag op dat Q. in de rechtszaal „heel voorkomend” kan zijn, maar drong er bij het hof op aan daar doorheen te kijken. „Hij is een wolf in schaapskleren. Een niets en niemand ontziende, zeer gewelddadige, kille en berekenende crimineel, tegen wie de samenleving maximaal moet worden beveiligd.”

Het hof doet uitspraak op 31 oktober.