Groen & duurzaamheid

Onderwijs uit het vogelrijk in de Sliedrechtse Biesbosch

„Een christen die geen oog heeft voor de natuur, is geen echte christen.” Een stevige uitspraak van Christiaan Boer tijdens een ochtend vogels tellen in de Sliedrechtse Biesbosch.

Gerco Verdouw

8 October 2012 09:03Gewijzigd op 14 November 2020 23:36
Speuren naar vogels in de polder Kort en Lang Ambacht in de Sliedrechtse Biesbosch. Foto RD
Speuren naar vogels in de polder Kort en Lang Ambacht in de Sliedrechtse Biesbosch. Foto RD

Het bootje van Boer is een notendop vergeleken bij een stevig binnenvaartschip dat de Beneden-Merwede opstoomt. De stroming wil het roeibootje meesleuren richting Sliedrecht, maar zijn kapitein heeft de buitenboordmotor aan de praat gekregen en stuurt het zwartgeverfde vaartuig naar de overkant. „Het oversteken van de rivier is een avontuur op zich”, zegt de 34-jarige inwoner van Hardinxveld-Giessendam. „Er zijn mensen die dit vreselijk eng vinden.”

Dapper pruttelend duwt de 5 pk buitenboordmotor de roeiboot naar de Sliedrechtse Biesbosch, een onbewoond eiland van ruim 400 hectare waar bijna nooit iemand komt. Een visarend stijgt op uit de hoge wilgen als het bootje dichterbij komt. Als het vaartuig aanlegt bij een zandstrandje waar de golven op kapotslaan, voelt de bezoeker zich even net Robinson Crusoë.

De boot moet goed vastgelegd worden, anders slaan de golven naar binnen. Boer geeft de buitenboordmotor een veilig plekje tussen de wortels van een boom. De rugzakken gaan om en de ontdekkingstocht begint.

Op de rand van polder Kort en Lang Ambacht zet de Hardinxvelder zijn verrekijker voor de ogen en observeert rustig welke vogels er te zien zijn. „Witvleugelsterns en oeverlopers.”

De vogeltrek is begonnen en dat is in dit verlaten natuurgebied goed te merken. Iedere keer vliegen er vogels over, bijna allemaal in zuidelijke richting. Boer herkent de meeste onmiddellijk: „Kijk, dat zijn vier graspiepers. Als je die zit vliegen, is dat een voorbode van de massale vogeltrek.”

Boer groeide op als boerenzoon in Wijngaarden, in de Alblasserwaard. Zijn interesse voor vogels werd gewekt toen hij als hovenier een 16-jarige stagiair had. „Die jongen wist echt alles van vogels. Als we aan het werk waren en hij hoorde een vogelgeluid, wist hij onmiddellijk om welke soort het ging. Dat intrigeerde me.”

Dat er dicht bij huis een natuurgebied met ontzettend veel vogels lag, ontdekte Boer toen hij belijdeniscatechisatie volgde in Hardinxveld-Giessendam. „Een andere catechisant was ook een vogelliefhebber en zei dat we de Sliedrechtse Biesbosch eens in moesten. De eerste keer gingen we in een kano met een motortje eraan.”

Toen er een oproep kwam van eigenaar Staatsbosbeheer om in de Sliedrechts Biesbosch broedvogels te inventariseren hoefden Boer en zijn vriend niet lang na te denken. „We hebben toen een cursus vogels inventariseren gedaan en nu noteren we al negen jaar lang welke broedvogels er in dit gebied voorkomen. Het heeft wel vijf jaar geduurd voordat we op elk plekje geweest waren, zo uitgestrekt is dit gebied.”

Inmiddels is Boer docent biologie en groenvoorziening op het Wellantcollege in Ottoland. Van de 450 leerlingen komen er ongeveer 100 uit de reformatorische gezindte. „Elke dode vogel die ik hier vind, neem ik mee en stop ik op school in de vriezer. Regelmatig haal ik er een uit en laat de klas zien hoe mooi zo’n beestje is geschapen. Natuurlijk zijn er dan scholieren die met de evolutietheorie aankomen, maar ik mag hun wijzen op de Heere Die alles heeft geschapen.”

Al pratend is de Hardinxvelder aan het eind van het dijkje tussen polder Kort en Lang Ambacht en het Gat van den Hengst aangekomen. „Eerst maar eens noteren wat we allemaal gezien hebben, anders vergeet ik het.” Het wordt een hele lijst met soorten zoals gele kwikstaart, watersnip, krakeend, smient, lepelaar, havik en torenvalk. „Het harde geluid dat je nu hoort is van de Cetti’s zanger, een vogeltje dat buiten de Biesbosch bijna nergens broedt.”

Het is voor een christen volgens Boer niet mogelijk de ogen te sluiten voor de wonderen van de schepping. „Kijk nu eens naar de jonge bruine kiekendief die daar vliegt. Hij is dit voorjaar uit het ei gekropen. Zijn ouders vertrekken eerder dan hij naar Afrika. Toch weet hij straks de weg te vinden, terwijl hij nog nooit eerder op vogeltrek is geweest. Dat is toch een wonder van de schepping?”

Treffend vindt Boer het dat er in de Bijbel zo veel voorbeelden uit het vogelrijk worden genoemd. „Van ds. E. Hakvoort is daar een prachtig prekenboek over verschenen: ”Aanziet de vogelen des hemels”. Ook ds. van B. J. van Boven schreef preken onder de titel ”Het gevogelte des hemels”. Ik mag daar met genoegen in lezen. God geeft zo’n aansprekend onderwijs vanuit de natuur.”

Zijn eigen predikant, ds. W. J. Karels van de gereformeerde gemeente in Hardinxveld-Giessendam, gaat ook wel eens mee de Sliedrechtse Biesbosch in. Maar meestal neemt Boer jongeren mee naar zijn gebied. „Soms moet ik wel drie keer varen om iedereen aan de overkant te krijgen, maar dat heb ik ervoor over. Gelukkig zijn er in deze omgeving nog veel reformatorische jongeren geïnteresseerd in de natuur. Ik geniet hier altijd van de wonderen van de schepping, maar als er jongeren meegaan, geniet ik dubbel.”

Dit is het vierde deel in een serie interviews met natuurmensen.



Vogelteldag

Honderden vrijwilligers zijn vandaag vogels aan het tellen voor een internationale vogelteldag, de Euro Birdwatch. Aan het evenement, georganiseerd door BirdLife International, doen zo’n veertig landen mee. In Nederland hebben zich ruim honderd vogelwerkgroepen aangemeld, die verspreid over het hele land in totaal op meer dan 150 telposten actief zullen zijn. De posten zijn al vlak voor zonsopgang bemand, omdat de grootste groepen vogels vroeg te zien zijn. Op het kantoor van Vogelbescherming Nederland in Zeist worden de waarnemingen van de telgroepen in eigen land verzameld. Dit gebeurt via belrondes tijdens de dag, zodat zaterdagavond de Nederlandse resultaten bekendgemaakt kunnen worden.

In 2011 werden in Nederland tijdens Euro Birdwatch in totaal 351.094 vogels geteld, verspreid over 210 soorten. De top drie bestond in 2011 uit spreeuw (66.624), kolgans (52.599) en graspieper (48.896).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer