Vruchtbaar geweten wortelt in de wet van God
Is ons geweten niet voldoende om goed en kwaad te onderscheiden?
De mens is voorzien van een soort instrument waarmee hij kan onderscheiden tussen goed en kwaad. We noemen dat het geweten. Het is verbonden aan het verstand, aan de geest van de mens. In de Bijbel vinden we een veelzeggend voorbeeld van de werking van het geweten. Als David vlucht voor Saul, die hem vol haat achtervolgt en wil doden, verschuilt hij zich diep in een grot. Dan komt Saul de grot binnen om er een rustige plek te hebben (1 Samuël 24:4). Davids vrienden porren hem aan om Saul te doden. Ze zien deze mogelijkheid als een geschenk, ja als een teken van God. Maar als David slechts een punt van Sauls mantel afsnijdt, bonst zijn hart – „zijn hart slaat hem”, staat er letterlijk. Iets in zijn binnenste protesteert en verzet zich met grote kracht. We hebben hier een bijzondere omschrijving van het geweten wanneer het krachtig functioneert.
Dat roept de vraag op naar de plaats van het geweten in een mensenleven. Soms wordt het geweten, als het innerlijk gevoelen van een mens, wel geplaatst tegenover de Bijbel, het christendom, de geloofsbelijdenissen. Want die lijken meer van buitenaf aan mensen te worden opgelegd. Terwijl het innerlijk gevoelen, het geweten, iets vanbinnen is, iets dat heel dicht bij jezelf blijft. Als je het eigen geweten en innerlijk gevoel volgt, ben je authentiek, echt, levendig. Wanneer je jezelf van buitenaf geloofsartikelen, dogma’s, teksten op laat leggen, dan kom je in een harnas terecht.
Schrale grond
We moeten van deze tegenstelling niet te snel afstand nemen. Want er zit een waar element in. Een mens die zich laat sturen door zijn geweten en innerlijk gevoel, blijft inderdaad dichter bij zichzelf. Die is inderdaad in dat opzicht authentieker. Maar daarmee is hij nog niet beter af of meer zichzelf.
Laat ik dit met een voorbeeld duidelijk maken. Stel, een bepaalde struik staat in erg arme grond. Die struik zal er schraal bij staan en er komen geen bloemen aan. Nog erger is het als de grond vergiftigd is. Dan zie je op den duur de struik verdorren en afsterven. Als iemand de struik uitgraaft om hem in veel rijkere en gezonde grond neer te zetten, is de struik aan de ene kant minder authentiek. Hij wordt verplaatst en krijgt vastigheid buiten de grond waar hij hoorde. Maar hij blijkt op die andere plek wel beter zichzelf te worden: de takken worden mooi krachtig, de bladeren glanzend groen, er komen knoppen aan en stralende bloemen.
Zo is het ook met het geweten van een mens. Dat kan enige kennis opdoen vanuit de natuur, heel veel meer door opvoeding, en ook veel door invloeden vanuit de omgeving. Maar als iemand bewust al het onderwijs van Gods Woord buitensluit en niet wil horen naar de adviezen van moreel wijze mensen: dan is zijn geweten als magere grond, soms zelfs giftige grond, waar de persoonlijkheid van de mens armetierig van wordt, en zelfs kan verdorren. Ja, tot vreselijke plannen en daden kan komen. Je kunt dan wel dicht bij jezelf blijven, maar het leidt tot een verschrompeld of zelfs slecht leven.
Punten en komma’s
Wil de menselijke persoon tot bloei komen, dan moet hij wortelen in goede grond. In rijke, vruchtbare aarde. En het rijkste dat onze wereld kent, is de wet van God, waarin God alles wat recht, goed en zuiver is heeft vastgelegd. En in de Persoon van Christus is de wet vlees geworden. Hij is de stralende vervulling van de wet. Wie zijn geweten voor de wet en voor Christus afsluit, die laat zijn wortels in arme of zelfs giftige grond. Die heeft wel een gevoel van authentiek te zijn, en hij is dat ook in zekere zin: maar toch wordt hij niet zoals hij werkelijk bedoeld is. Maar wie met hart en geweten open raakt voor de wet en voor Christus, Die de wet in Zich draagt: die krijgt een geweten dat geworteld is in rijke en vruchtbare grond. Waardoor zijn persoon gaat worden zoals God het bedoeld heeft.
Ondertussen kun je ook naar de andere kant afglijden. Niet alleen zijn er mensen die de Bijbel en de kerk afwijzen, omdat ze authentiek willen zijn en alleen hun innerlijk willen volgen. Omgekeerd zijn er ook christenen die de Bijbel en de kerk hoogachten, maar hun geweten verwaarlozen. Dan ontstaat het griezelige van mensen die wel de uiterlijke regels, punten en komma’s voorstaan, maar bij wie het hart er niet voor buigt, er niet aan gehecht is. Dan kan soms onder dekmantel van godsdienst een leeg of zelfs zondig leven geleid worden.
Zoals het geweten niet zonder Bijbel en kerk kan, zo kan de christen niet zonder geweten. Door het geweten een centrale plek in je leven te geven, wordt de godsdienst iets echts. Daarmee sta je met beide benen in het heden op de bodem van de wereld tegenover God en Zijn wil. Dat geweten zal je in de omgang met mensen stuur geven, het zal oprecht maken. Zo zal de ene mens soms zijn geweten meer moeten binden aan Bijbel en kerk, maar anderen zullen hun christelijk leven meer moeten verbinden met het luisteren naar de stem van het geweten.
Zuiver geweten
Want dat het geweten een belangrijk instrument is, dat is wel zeker. De apostel Paulus laat ons zien dat voor hem het geweten een grote plek inneemt. Als hij staat voor stadhouder Felix, moet hij zich verdedigen tegen allerlei aantijgingen die de Joodse leiders, bij monde van hun advocaat Tertullus, hebben uitgesproken. Hij geeft dan midden in zijn betoog even een inkijkje in zijn geloofsleven. De apostel vertelt dat hij zich oefent om altijd een zuiver geweten te hebben, voor God en de mensen (Hand. 24:16). Na zijn bekering is Paulus niet omwille van het geloof zijn geweten gaan verwaarlozen. Integendeel: in het geloof heeft het geweten volop een plek gekregen. Het geloof houdt het geweten in het oog om oprecht te zijn voor God en onder de mensen.
Nu is ook onder de mensen die de Bijbel in ere houden het geweten niet volledig gelijk. Het geweten kent altijd eenzijdigheden en ook wel afwijkingen. Een christen blijft levenslang omgaan met de wet en met de Heere Jezus, in Wie de wet vlees is geworden. Zo wordt het geweten telkens gesterkt, bijgesteld, geleid. Het maakt het geweten ook fijngevoeliger, fijnbesnaarder. Het geweten gaat ook reageren bij kleine uitingen van verkeerd denken, kijken, willen en doen. Een dergelijk leven bij het geweten schept een levenswijze waarin het geloof graag wandelt
Dr. P. F. Bouter, hervormd predikant te Bodegraven. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl Verder lezen over dit onderwerp
H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek, Deel III, hoofdstuk VII, par. 45.
C. Campbell-Jack en G. J. McGrath (ed.), New Dictionary of Christian Apologetics, 171-173.