Opeens was hij er (weer), Bram van Ojik
DEN HAAG (ANP) – Opeens was hij er, vorige week donderdag in de Tweede Kamer. Met zijn ‘maidenspeech’ en zijn verzoek om een spoeddebat. En Bram van Ojik kreeg meteen zijn zin: De Tweede Kamer riep op zijn initiatief het kabinet op de aanscherping van de eisen voor gezinsmigratie niet per 1 oktober door te voeren en in afwachting van een nieuwe regering uit te stellen. Minister Gerd Leers zegt dat het niet kan, maar de oproep van de GroenLinkser kreeg steun van PvdA, SP, D66, ChristenUnie en Partij voor de Dieren.
Van Ojik lijkt nu kanshebber om Jolande Sap op te volgen, dik een week na zijn vliegende start. Nieuwe Kamerleden worden na hun maidenspeech altijd meteen gefeliciteerd door hun collega’s, maar de loftuitingen aan het adres van Van Ojik leken ook echt oprecht, zelfs van de kant van hevige tegenstander op het asielterrein PVV. Van Ojik was op dat moment overigens niet helemaal spiksplinternieuw in het parlement: 20 jaar geleden zat hij er ook al eens (1993-1994). Toen kwam hij met een initiatiefwet over de beperking van het gebruik van tropisch hardhout. Maar hij vertrok en werd uiteindelijk een hoge ambtenaar bij Ontwikkelingssamenwerking.
In 1973 begon hij zijn politieke leven, toen hij zich aansloot bij de Politieke Partij Radikalen, de PPR. Hij studeerde ontwikkelingseconomie in Amsterdam. „Het waren maatschappelijk roerige tijden. Onze gesprekken gingen toen bijvoorbeeld regelmatig over de Club van Rome, die zich bezighield met bevolkingsgroei, milieuvervuiling en de verdeling van grondstoffen en voedsel”, herinnert hij zich op zijn persoonlijke webpagina.
„Niet zo lang geleden liep Nederland voorop op het gebied van milieu, duurzame energie en internationale samenwerking. Het stoort mij dat wij nu zo’n beetje onderaan bungelen in Europa. Die vraagstukken zijn namelijk nog steeds actueel, zeker in de huidige crisis. Als we hierna niet in de volgende crisis willen belanden, zullen wij het evenwicht tussen ecologie en economie beter moeten bewaken”, vindt hij.
Toen GroenLinks hem vroeg of hij op de kandidatenlijst wilde staan, heeft hij niet lang getwijfeld. „Ik was meteen weer enthousiast, want als Kamerlid heb je een prachtig platform. Het is een heel eervolle baan, het mooiste beroep dat er is.” In 1994 stond hij nog eens, maar toen vergeefs, op de lijst van GroenLinks.
Abraham van Ojik (Veenendaal, 22 september 1954), die als vervangende dienstplicht bij de ontwikkelingsorganisatie NIO werkte, is vader en grootvader. Hij is de zoon van een metaalarbeider.