Commentaar: Verbetering wetenschappelijk onderwijs vergt totaalpakket
Selectie aan de universiteitspoort, daar werd in de jaren zeventig van gegruwd. Politiek en onderwijs wilden af van het beeld dat studeren een voorrecht van de welgestelden was. Voor iedereen moest er vrije toegang zijn tot het hoger beroepsonderwijs of de universiteit. Ruimhartige regelingen voor studiefinanciering namen ook eventuele financiële barrières weg. Gelijke kansen voor iedereen, was het devies.
Inmiddels zijn we ruim dertig jaar verder en wordt er weer stevig gepraat over drempels bij de toegang tot het hbo en wo. Niet dat men eropuit is bepaalde inkomensgroepen achter te stellen. Dat wil niemand. Daarom is het afschaffen van de langstudeerboete geen onverstandige zet. De regeling droeg wel een erg rigoureus karakter. Er waren schrijnende situaties waardoor sommige studenten zonder pardon werden getroffen.
Dit neemt niet weg dat een van de achtergronden van de maatregel alles te maken heeft met de zorg van politici, onderwijsgevenden en universiteitsbesturen dat er een groep studenten is die vanwege gebrek aan niveau of motivatie langer studeert dan nodig. Terecht dat onderwijsinstellingen dat willen terugdringen.
De Utrechtse universiteit is van plan een uitgebreide geschiktheidsprocedure te introduceren. Daarbij wordt gekeken of de gewenste studie bij de student past en of die er ook voldoende voor gemotiveerd is. Alle aankomende studenten moeten daaraan meedoen. Weliswaar is de uitkomst van dat onderzoek niet bindend, maar de universiteit zal wel duidelijk zijn als ze vindt dat iemand beter niet aan een studie kan beginnen. Op zich is dat een krachtig signaal. De plannen van Utrecht zijn niet uniek. Ook verschillende andere universiteiten kennen een geschiktheidsonderzoek, zij het dat dit (nog) niet tot staand beleid is verheven.
In ieder geval maken de plannen duidelijk dat de universiteiten met een groep beginnende studenten in hun maag zitten. Dat is ook begrijpelijk. Zij vormen een risicogroep waarvan een groot deel de eindstreep niet zal halen. Deze voorzienbare uitval willen de universiteitsbesturen terugdringen. De cijfers van studie-uitval bepalen in belangrijke mate ook het imago van een onderwijsinstelling en zijn van invloed op de bekostiging door de overheid.
Toch kan selectie aan de poort, in welke vorm dan ook, niet het enige een middel zijn om de kwaliteit van het onderwijs op te schroeven. Al zal de procedure die Utrecht wil het studierendement zeker verbeteren.
Wanneer een universiteit wil werken aan verbetering van de onderwijskwaliteit, zal er ook gewerkt moeten worden aan de inhoud van het onderwijs. Dat moet soms uitdagender of inhoudelijker worden. Docenten moeten meer aandacht (kunnen) geven aan hun colleges en minder worden opgeslokt door vergaderen, bestuurswerk, administratieve rompslomp en neventaken.
Een derde aandachtspunt is de kwaliteit van de tentamens. Daar kan vaak nog een tandje bij, zowel wat betreft de voorgeschreven stof als wat betreft de normen. Onderwijsverbetering in het hbo en universitair onderwijs vergt een totaalpakket.