Consument

‘Stuntende’ rolstoel in Zwolse binnenstad test toegankelijkheid

„Mea culpa, mea culpa”, roept een man die zijn fiets voor de Vodafonewinkel in Zwolle heeft geparkeerd. Zijn wiel blokkeert voor zo’n 20 centimeter de deuropening. Jantine de Waard (23), die met haar rolstoel de winkel in probeert te komen, blijft steken. Het is niet het enige obstakel dat ze tijdens het shoppen tegenkomt.

2 October 2012 16:30Gewijzigd op 14 November 2020 23:30
Winkelen in Zwolle, mét rolstoel.      Foto RD, Anton Dommerholt
Winkelen in Zwolle, mét rolstoel. Foto RD, Anton Dommerholt

Zomaar een ochtend in zomaar een stad. Hoewel Zwolle ook weer niet lukraak is gekozen. Voor haar studie aan het conservatorium in Enschede komt Jantine de Waard hier regelmatig, omdat de muziekscholen van beide steden samenwerken. Vandaag komt ze niet voor schoolzaken. In het kader van de Week van Toegankelijkheid (zie kader) wil ze graag weten hoe welkom zij en haar rolstoel in de binnenstad zijn.

Dat is al direct aan het begin van de rit even slikken. Het binnenrijden van parkeergarage Emmawijk is geen punt. Maar hoe kom je er met de rolstoel weer fatsoenlijk uit? De stoep is duidelijk te smal en de steile trap op lijkt ook geen goed idee. Dus frommelt Jantine de Waard zich uiteindelijk met wat kunst- en vliegwerk onder de slagboom door, net een stoeprandje ontwijkend. Boven blijkt dat het handiger was geweest de bovenverdieping van de parkeergarage te nemen. „Dat weet ik dan weer voor de volgende keer. Zo leer je zo langzamer­hand in alle steden waar je komt de handige plekken kennen.”

Oversteken richting de binnenstad gaat goed. De stoepranden zijn afgevlakt, dus geen gedoe. Wel bonkt de rolstoel op en neer vanwege de vele stoeptegels die er speciaal voor blinden en slechtzienden zijn neergelegd. „Voor deze mensen natuurlijk heel handig, maar ik krijg bij ieder ribbeltje een schok. In sommige plaatsen hebben ze rubberen tegels. Dat is prettiger dan steen.”

Zwolle is geen stad waar Jantine de Waard graag komt. Hoewel ze de sfeer en de historische gevels erg kan waarderen, zijn het juist die oude panden die haar problemen geven. Vooral de kleine trappetjes voor winkeldeuren zijn lastig te overbruggen. Vaak is het hierdoor zelfs onmogelijk binnen te komen. Alleen als de deur niet al te breed is, kan ze zich –met veel moeite– aan de deurposten naar binnen hijsen. Jantine doet een poging bij een winkel met sieraden, in een oud pand in een van de grote winkelstraten.

Als het –met veel spierkracht en een beetje hulp– uiteindelijk is gelukt, is de eigenares van de winkel niet blij. Gemaakte foto’s moeten vernietigd. Want ze wil, zo zegt ze, niet te boek staan als zaak die slecht te bereiken is. Jantine is erdoor van slag. „Ze denkt eraan hoe het voor haar is, maar ze vergeet hoe het voor mij is, dat ik haar winkel niet in kan komen.”

Even verderop in de winkelstraat blijkt het ook anders te kunnen. Kledingzaak Purdey –met een negentiende-eeuwse gevel– is in eerste instantie slecht te bereiken, door twee traptredes. Maar zodra een winkelmedewerkster Jantine de Waard ziet tobben, komt ze direct met een zware plank aanlopen die ze over de tredes legt. Ook nu blijkt het nog lastig de ontstane steile helling te nemen. Met een klein duwtje is ze dan toch binnen. „Ik ben blij dat ik binnen kan komen, maar ik vind zo’n helling wel eng. Mensen met meer ervaring met hun rolstoel zullen er waarschijnlijk om lachen. Ik heb m’n rolstoel nog maar twee jaar en ben in de begintijd een keer achterover gevallen. Die angst zit er goed in.”

De winkel van Telfort heeft voor minder mobiele bezoekers een handige –maar eerlijk is eerlijk, niet al te fraaie– ijzeren plaat voor de ingang gelegd. Jantine: „Daar word ik nou blij van. Vooral omdat de plank ook stevige zijkanten heeft. Dan hoef je ook niet bang te zijn dat de plaat verschuift als je naar binnen rolt.” Ook hier blijkt de opgang uiteindelijk wel erg steil. Wanneer de stoel de deur weer uit rolt, roetsjt hij met een enorme snelheid de winkelstraat in. En komt net voor een winkelende man tot stilstand.

Kruidvat lijkt het in eerste instantie goed te doen. De deur is breed genoeg en de gangpaden zijn ruim. Natuurlijk blijft het lastig om als rolstoeler de shampoo, bovenin, te pakken te krijgen. Maar daar is de rolstoelrijdster inmiddels aan gewend. Het probleem bevindt zich om de hoek. Daar staat een stapel cadeauverpakkingen zeep in het midden van het pad. Jantine de Waard rijdt zich klem. „Dat is dus vaak zo, in dit soort winkels.” Een oplettende medewerkster is er gelukkig snel bij. Nadat ze een paar pakjes boven op de stapel heeft gelegd, past de rolstoel er precies naast. Even verderop –wanneer de medewerkster inmiddels achter de kassa staat– blijkt de ruimte op meer plekken te krap. „Kijk, hier kan ik helemaal niet tussendoor. Je zult maar net op vakantie gaan en kleine flesjes badschuim willen kopen.”

Het wordt tijd voor een wc-bezoek. „Dat vind ik altijd het spannendst in een stad, of ik ergens goed naar het toilet kan. Doordat de hele onderkant van mijn lijf gevoelloos is, merk ik het pas op het laatste moment wanneer ik moet.” Bij de HEMA staan de toiletten aangekondigd. Het is even zoeken naar de lift, maar hij is er wel. Binnen in de ruimte –toilet­bezoek 25 cent– blijkt er echter niet aan mensen in een rolstoel gedacht. Er is geen aangepast toilet. Een poging een gewoon hokje te gaan gebruiken, mislukt. Ze blijft steken met haar stoel. „Ik zou kunnen gaan, maar dan kan de deur niet dicht. Dat vind ik toch iets minder.”

Ook McDonald’s heeft geen toilet voor gehandicapten. „Dat verbaast me dan weer, van zo’n grote keten.” Gelukkig blijkt de Grote Kerk gastvrijer te zijn. Bij navraag gaat een vrouw direct een sleutel halen van het invalidentoilet. „Er komen hier regelmatig groepen van het Rode Kruis. Als er mensen in een scootmobiel binnen willen komen, doen we de grote deuren open. Vroeger was de wc voor iedereen toegankelijk, maar dat is lastig vol te houden, omdat je altijd mensen hebt die daar misbruik van maken.”

Jantine de Waard duikt thuis direct haar bed in. „Het kostte meer energie dan ik had gedacht.” Toch vond ze het de moeite waard. „Als winkeleigenaren zich maar een beetje meer bewust worden van hun toegankelijkheid, ben ik helemaal blij.”


De Week van de Toeganke­lijkheid heeft plaats van 1 tot en met 6 oktober. Zes dagen lang wordt speciaal aandacht gevraagd voor klantvriendelijkheid voor mensen met een beperking. Hard nodig, stelt projectleider Aartjan ter Haar.

Een plank voor de deur om mensen in een rolstoel makkelijker toegang te geven: het is mooi wanneer ondernemers daar zelf aan denken. Maar klantvriendelijkheid houdt volgens Ter Haar meer in. „Het wil zeggen dat mensen met beperkingen gelijkwaardige toegang hebben tot alle onderdelen van de serviceverlening door een bedrijf of publieke instelling. Daarvoor is soms een extra inspanning nodig. Iedere klant wil in een winkel, restaurant, aan de balie of aan de telefoon graag vriendelijk en geduldig te woord worden gestaan door het personeel. Ook mensen die bijvoorbeeld doof of autistisch zijn. Dit vraagt een zekere mate van bewustzijn, achtergrondkennis en vaardigheid van het personeel.”

Hij erkent dat het niet altijd even gemakkelijk is iedereen gelijkwaardige toegang te geven. „Het is niet nodig om voor iemand die blind is alle informatie in braille te hebben. Maar het is wel goed dat personeel inspringt en helpt als dat nodig mocht zijn.”

Het is niet alleen sociaal, maar ook heel slim wanneer bedrijven klantvriendelijk zijn tegenover mensen met een beperking. „Het gaat toch om maar liefst 15 procent van de Nederlanders. Die klanten lopen ze anders mis.”

www.weekvandetoegankelijkheid.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer