EU verdeeld over europact
Het aanbod van Frankrijk om in 2005 in plaats van 2006 het begrotingstekort onder de Europese norm van 3 procent bbp te brengen, heeft verdeelde reacties opgeleverd. Nederland en Oostenrijk blijven sceptisch, sommige andere landen zijn juist positief.
Dat bleek zaterdag in de marge van een vergadering van EU-ministers van Financiën in het Italiaanse stadje Stresa. De Oostenrijkse minister Grasser oordeelt dat de jongste stap van Frankrijk „niet beantwoordt aan het verdrag.” De Nederlandse bewindsman Zalm wil „eerst maar eens zien wat de Fransen gaan doen.” Zalm geldt binnen Europa als de felste verdediger van de euroregels. Hij blijft erbij dat Parijs al in 2004 aan de normen moet voldoen.
Zijn Luxemburgse collega Juncker, die wel begrip toonde voor Frankrijk, noemde Zalm zelfs een „fetisjist” van het zogeheten stabiliteitspact rond de euro. In dat pact, een serie afspraken om de euro tot een sterke munt te maken, staat dat de begrotingstekorten van de EU-landen nooit boven de 3 procent van het bruto binnenlands product mogen komen, op straffe van miljardenboetes. Frankrijk en ook Duitsland dreigen volgend jaar voor de derde achtereenvolgende keer over de schreef te gaan. Als het aan Zalm ligt, wordt het pact toegepast en komen er sancties.
De boetes kunnen er alleen komen als de EU-ministers daar met een gekwalificeerde meerderheid mee instemmen. De zondebok in kwestie mag niet meestemmen. Maar omdat zowel Frankrijk als Duitsland de regels overtreedt, is het waarschijnlijk dat ze elkaar zullen dekken. Steun is er ook van Londen. Zaterdag liet minister Brown van Groot-Brittannië weten dat hij, net als Frankrijk, een soepele interpretatie van het pact nastreeft. Hoewel Engeland geen euroland is, mag het wel meestemmen over boetes.
Italië, dit halfjaar voorzitter van de EU, ziet boetes ook niet zitten. President Berlusconi, niet aanwezig op de vergadering, liet vanuit Zuid-Italië weten dat er „meer soepelheid rond het stabiliteitspact nodig is om het aantrekken van de economie mogelijk te maken.”
De verschillende opvattingen over het pact vloeien voort uit een verschillend inzicht in de economie. Sommige landen geloven dat als de overheid meer geld uitgeeft, de economie vanzelf aantrekt. Minister Zalm vindt dat onzin. „Die route is in de jaren zeventig geprobeerd met stimulerende begrotingsprogramma’s. Er is geconcludeerd dat dat niet werkte. Ik dacht dat deze discussie gesloten was”, aldus Zalm. Hij voegde eraan toe dat het destijds, in 1997, Chirac zelf is geweest die de teksten rond het stabiliteitspact heeft ondertekend.
Een besluit over boetes komt er voorlopig nog niet. Eerst moet de Europese Commissie bekijken of Frankrijk zich heeft gehouden aan de dwingende aanbevelingen die het eerder dit jaar kreeg opgelegd. Dat moet begin oktober blijken. Weigert Parijs, dan krijgt het nog een laatste kans. Pas daarna kan de Commissie voorstellen sancties op te leggen en vervolgens hebben de EU-ministers het laatste woord. Dat is op zijn ongeveer over een halfjaar.
Tot voor kort leek Frankrijk zijn EU-collega’s te schofferen door te stellen dat Frankrijk de eigen interne problemen belangrijker vindt dat de Europese afspraken. Pas in 2006 zou het zich willen schikken. Het voorstel om daar 2005 van te maken, is slechts een relatieve verbetering, want volgens de regels zou Frankrijk al volgend jaar het tekort onder de 3 procent moeten brengen. In 2006 zou de begroting zelfs helemaal in evenwicht moeten zijn. EU-commissaris Solbes (Monetaire Zaken) oordeelde dan ook: „Het is een stap in de goede richting, maar nog niet voldoende.”