Tijd voor paddenstoelen weer aangebroken
De één zijn dood, is de ander zijn brood. Het dode hout in het bos op landgoed Mariëndaal, tussen Arnhem en Oosterbeek, is een rijke voedingsbodem voor franjehoeden, kleine paddenstoelen die in de herfst in grote groepen de bosbodem bedekken. Franjehoeden zijn dol op houtsnippers.
Bij het hedendaagse groenonderhoud wordt het gesnoeide of afgezaagde hout vaak door de houtversnipperaar gehaald. Dat is een goedkope manier van afvoeren, waar biologen niet altijd blij mee zijn.
De franjehoeden vinden het echter heerlijk. Als de houtsnippers in de schaduw en in een vochtige omgeving liggen, schieten de grijze zwammetjes in de herfst letterlijk als paddenstoelen uit de grond. Ze eten het dode hout als het ware op.
Sommige franjehoeden worden weer gegeten door mensen. Maar daar moet je wel een kenner voor zijn. De tranende franjehoed bijvoorbeeld heeft een bittere smaak en kan de maag doen opspelen.
Waarschijnlijk gaat het op de foto om bleke franjehoedjes (Psathyrella candolleana). Andere houtsnipperminnende soorten zijn de witsteelfranjehoed en de langsteelfranjehoed. Welke soort het ook is, de sierlijke paddenstoeltjes geven het bos in deze tijd van het jaar een zekere franje. Om van te genieten.