Opinie

Commentaar: Ereschuld ingelost

Elk mens heeft feiten uit zijn eigen verleden die hij liever vergeet. Soms gaat het om misstappen waaraan hij niet wil worden herinnerd. Soms betreft het op zichzelf begrijpelijke daden, die dankzij voortschrijdend inzicht of vanwege een verandering in de publieke opinie echter minder positief worden beoordeeld.

1 October 2012 11:45Gewijzigd op 14 November 2020 23:28
Het hart van landgoed Bronbeek klopt in het verzorgingshuis voor veteranen, die hier in militaire sfeer hun levensavond delen. Foto Henk Visscher
Het hart van landgoed Bronbeek klopt in het verzorgingshuis voor veteranen, die hier in militaire sfeer hun levensavond delen. Foto Henk Visscher

Maandag staat een deel van onze burgers, zij het een klein, stil bij de strijd om Nieuw-Guinea. Op het terrein van het tehuis voor oud-militairen Bronbeek in Arnhem wordt een monument onthuld ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Papoea’s. In de jaren 1942 tot 1962 streden zij aan Nederlandse zijde tegen de Indonesische nationalisten die het eiland wilden inlijven.

Dat dit uitgerekend vandaag gebeurt, is omdat het precies vijftig jaar geleden is dat er een einde kwam aan dat conflict doordat Nederland de vroegere kolonie overdroeg aan de Verenigde Naties. De Nederlandse vlag verdween van het eiland, en zoals was voorspeld wapperde de Indonesische er kort daarna.

In de beleving van de 10.000 Nederlandse soldaten die naar het eiland waren gestuurd en van de Papoea’s was de strijd tevergeefs geweest. Zij voelden zich ook in de steek gelaten door de Nederlandse regering.

Dat laatste is slechts ten dele waar. De Nederlandse regering stond in 1962 binnen de internationale gemeenschap alleen. Onder druk van onder andere de Verenigde Staten 
van Amerika droeg ze de soevereiniteit over. Dat was zeer tegen de zin van de inheemse bevolking, die –terecht, zoals spoedig bleek– vreesde voor inlijving bij Indonesië.

Nog steeds maken Papoea’s daar bezwaar tegen. Geregeld horen we van protestdemonstraties waarbij gepleit wordt voor meer of –het liefst– totale onafhankelijkheid van Jakarta.

Het is dus te kort door de bocht om te stellen dat Nederland welbewust de Papoea’s heeft laten vallen. In zeker zin kon de regering in Den Haag weinig anders. Daarom is het niet fair Nederland te beschuldigen van verraad.

Toch kunnen er wel aanmerkingen op het Nederlandse optreden worden gemaakt. In ieder geval is het laakbaar dat er pas een halve eeuw later een herdenkingsteken wordt onthuld. Ons land erkent wel heel laat dat de militairen en Papoea’s een betekenisvolle bijdrage hebben geleverd.

Dat Nederland heeft getalmd, heeft enerzijds te maken met de gêne over zijn koloniaal verleden. Dat er in de jaren dat Nederland overzeese bezittingen had het nodige verkeerd is gegaan, zal niemand ontkennen. Volken zijn onderdrukt en uitgebuit. Daar schamen Nederland en andere westerse landen zich voor. Ze willen er liever ook niet aan worden herinnerd.

Een tweede oorzaak van het jarenlange zwijgen is dat Nederlandse regering de relatie met IndonesiË niet graag onder druk zet. Dat zou gebeuren als zij de loyaliteit van de Papoea’s duidelijk zou erkennen. Daarom werd er altijd besmuikt gedaan over de rol van de inheemse bevolking en van de Nederlandse militairen in Nieuw-Guinea. Met als gevolg dat een schuld open bleef staan.

Met de onthulling van een gedenkteken in Arnhem is die ereschuld ingelost. En terecht.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer