Leerkrachten doen inzicht op in Apenheul
APELDOORN – Waarom pesten mensen elkaar? Dat is –heel opvallend– nooit goed onderzocht, zegt trainingsbureau Apemanagement. Onder apen wel. Woensdag lieten trainers voor het eerst leerkrachten observaties uitvoeren in de Apenheul in Apeldoorn.
Opeens is het gedaan met de harmonie onder de berberapen. Een kleine schermutseling op de klimtouwen ontaardt in een fikse ruzie. Krijsend zoeken enkele dieren een goed heenkomen. Angstig laten ze hun tanden zien. De achterblijvers die ze dreigend nakijken, zien zich in hun gezag bevestigd.
Het duidelijk maken van de sociale structuur zou wel eens een van de oorzaken van pestgedrag kunnen zijn, stelt bioloog Patrick van Veen. Een ander doel is onzekerheidsvermindering: als de reactie van de gepeste aap duidelijk en consistent is –agressief, of juist angstig en onderdanig–, stopt het pesten eerder dan wanneer het slachtoffer wisselend reageert. „Het zou heel boeiend zijn om dit bij mensen te onderzoeken.”
Pestgedrag van mens en aap is enigszins vergelijkbaar, onder meer doordat beide een lange kindertijd hebben. Verschillen zijn er ook: apen sluiten elkaar niet uit, mensen wel. Bij mensen komt pestgedrag ook op hogere leeftijd voor, wellicht doordat ze in hun leven vaak van groep wisselen, waardoor steeds weer de sociale structuur moet worden bepaald.
Een derde verschil is dat er bij mensen omstanders zijn. Die zijn allemaal medeverantwoordelijk, ook al nemen ze die verantwoordelijkheid vaak niet.
Herkenbaar
Bij het pesten van kinderen wordt de verantwoordelijkheid overigens vaak alleen bij school neergelegd. Ten onrechte, stelt Van Veen: opvoeders en omstanders zijn er gezamenlijk op aan te spreken.
Bij handopsteken geven de meeste aanwezige leerkrachten aan dat pesten niet altijd gemakkelijk te herkennen is. Dat is de bioloog niet met hen eens: „Als ik een schoolklas zie passeren, kan ik binnen een minuut zien welke kinderen worden gepest. Mensen wíllen het overigens ook niet altijd herkennen, omdat ze dan medeverantwoordelijk worden.”
Onderzoek toont aan dat een op de vier kinderen in het basisonderwijs en een op de zestien kinderen in het voortgezet onderwijs slachtoffer is van pestgedrag. Dat zijn 385.000 leerlingen bij elkaar. Iets meer dan 1 procent van de totale beroepsbevolking wordt dagelijks structureel gepest: 90.000 mensen per jaar. Volgens het Nationaal Ouderenfonds wordt een op de vijf mensen in verzorgingshuizen wel eens gepest door medebewoners: 30.000 slachtoffers. In het bedrijfsleven kost het pesten zo’n 4 miljard euro per jaar.
Meer dan 800 Nederlandse kinderen kunnen niet naar school omdat ouders en school het pesten niet kunnen stoppen, stelt Apemanagement.
Pesten vergroot gevoelens van eenzaamheid. Slachtoffers gaan zichzelf door het pesten minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan. Die gevoelens kunnen leiden tot groter isolement en diepere depressies en nog meer pestgedrag uitlokken.
Pesters ontsporen
Met de daders gaat het overigens ook niet goed: kinderen en jongeren die op school anderen pesten, lopen een grotere kans op ernstige problemen in hun adolescentie. Ze komen vaker met justitie in aanraking, drinken meer alcohol en plegen vaker zelfmoord. Jongens die pesten, zijn later vaker bij vechtpartijen betrokken. Meisjes die vroeger pestten hebben later een grotere kans om betrokken te raken bij huiselijk geweld of om tienermoeder te worden.
De Landelijke Stichting Tegen Zinloos Geweld begon woensdag een scholenactie tegen pesten. Apemanagement en de Apenheul bieden sinds woensdag workshops aan waarin leerkrachten op een andere manier naar pesten leren kijken, maar ook kritisch hun eigen rol bezien.
Apemanagement presenteerde woensdag ook het boek ”Pestkop-Apenkop”, waarin bioloog Van Veen en diermanager Sarah Mutsaers een kritische kijk op de huidige aanpak op scholen geven.