Kerk op Java heeft oude Nederlandse wortels
Lange tijd werd aangenomen dat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) zich uitsluitend richtte op haar eigen handelsbelangen. De Indonesische theoloog en historicus Yusak Soleiman laat in zijn dissertatie echter zien hoe de handelscompagnie voortdurend compromissen moest sluiten ter wille van de kerk, in dit geval de Nederlandse Gereformeerde Kerk van Java.
De auteur, docent aan de Theologische School te Jakarta, beschrijft op grond van bronnen de consolidatie en uitbreiding van de kerk op Java in de late achttiende eeuw. Een uniek stuk geschiedenis dat laat zien hoe de kerk ingang kreeg in de Indonesische cultuur en daarbij zelfstandig bleef ten opzichte van de overheid. Soleiman toont hoe de kerk haar roeping tot zending ernstig nam en de overheid krachtens artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de religie verstond.
Het christendom dat Nederland vanaf de zeventiende eeuw in de Indische archipel bracht, was cultureel, onderscheiden van het christendom van de zending dat in de negentiende eeuw opgang deed. Westerse zendelingen kwamen toen om ”inboorlingen” te bekeren en de interesse in de bestaande christelijke gemeenschappen was marginaal.
De geloofsgemeenschappen in de steden waar de VOC vestigingen had, zoals Batavia, waren volgens Soleiman loyaal aan de gereformeerde traditie. De kerk nam afstand van de massadoopplechtigheden van de Rooms-Katholieke Kerk en benadrukte onderwijs (catechese) en tucht.
Boekgegevens
”The Dutch Reformed Church in Late Eighteenth Century Java”, Yusak Soleiman; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2012; ISBN 978 90 239 2078 6; 284 blz.; € 19,90.