OM eist 10 jaar cel tegen inrijder filefuik
UTRECHT (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft maandag 10 jaar celstraf geëist tegen Maikel R., omdat hij in oktober op een door de politie opgezette filefuik inreed. Daardoor kwam een onschuldige man uit Maastricht om het leven. Het OM vroeg ook om onder meer 10 jaar rijontzegging. De zaak diende bij de rechtbank in Utrecht.
De fuik werd gecreëerd op de A2 ter hoogte van Maarssen om R. tot stoppen te dwingen. Hij was bij een benzinepomp weggereden zonder te betalen. Daarna negeerde hij een stopteken van de politie, zou hij tijdens de achtervolging meerdere keren politieauto’s hebben geramd en botste hij uiteindelijk op de file.
R. erkent dat hij op de vlucht sloeg en op de file inreed. Ondanks aanwijzingen van de politie stopte hij niet omdat hij zag dat agenten met getrokken wapens reden, zei hij maandag. Dat maakte hem angstig. Hij wilde stoppen op een veilige plek met getuigen, liet R. aan de rechters weten. De officier van justitie noemde dat volstrekt onaannemelijk. Over die getrokken wapens heeft verder niemand verklaard.
De 48-jarige verdachte reed al 30 jaar zonder rijbewijs. „Spijtig, maar waar” , zei R., maar hij had nog „nooit schade gereden”. Wel is hij al vier keer eerder opgepakt voor rijden zonder rijbewijs. Op zijn auto had hij gestolen kentekenplaten gemonteerd, aldus de aanklager. Ook had hij een paar dagen voor de fatale zaterdag een boete van bijna 300 euro betaald, omdat hij vier keer niet had betaald na het tanken.
Tijdens een verhoor daarover op het politiebureau zou zijn portemonnee zijn kwijtgeraakt. Daarom kon hij ook niet op de fatale zaterdag betalen, verklaarde hij. R. wilde een betalingsregeling treffen, maar de pomphouder „maakte heisa” en daarom ging hij er vandoor. „Ik verwijt mezelf dat ik ben gaan tanken. Maar ik zou mezelf nooit kunnen verwijten dat de politie een fuik creëert waarin iemand overlijdt.” Hij betitelde de filefuik als absurd. „Het had mijn familie geweest kunnen zijn die als menselijk schild was gebruikt.”
De aanklager vond een hoge eis op zijn plaats omdat R. weigerde mee te werken aan een onderzoek. „Het kwartje moet vallen dat hij fout is geweest”, voegde ze daaraan toe.