Boete voor ex-premier Olmert van Israël
JERUZALEM – Een rechtbank in Jeruzalem heeft oud-premier Ehud Olmert van Israël maandag wegens corruptie veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van één jaar en een boete van 75.300 sjekel (bijna 15.000 euro). Olmert mag na de veroordeling zijn hoofd recht houden, Israël buigt het in schaamte, schreef de Israëlische krant Ha’aretz vanmorgen.
Volgens de krant zijn de Israëlische rechters te vergevingsgezind tegenover schendingen van het recht door publieke figuren. De relatief milde straf betekent dat Olmert in het parlement kan worden gekozen. Hij kan echter geen minister worden, omdat er nog een andere corruptiezaak tegen hem loopt.
Olmert werd in juli al schuldig bevonden. De rechtbank achtte bewezen dat Olmert (66) als minister van Handel en Industrie (2003-2006) een relatie heeft bevoordeeld. Beschuldigingen dat hij enveloppen met smeergeld zou hebben aangenomen, werden niet bewezen geacht. Ook werd hij ervan vrijgesproken dat hij fraude zou hebben gepleegd met rekeningen door niet gemaakte onkosten te declareren.
Olmert was premier van april 2006 tot maart 2009. Van 1993 tot 2003 was hij twee termijnen burgemeester van Jeruzalem. Hij was leider van de centrumrechtse partij Kadima. Hij legde die functie neer, nadat de justitie in september 2008 had bekendgemaakt dat hij terecht zou moeten staan. De oud-premier heeft altijd volgehouden onschuldig te zijn.
Olmert is niet de eerste vooraanstaande Israëlische politicus die de afgelopen jaren terechtstaat. November vorig jaar kreeg oud-president Moshe Katsav zeven jaar celstraf wegens verkrachting. De rechter achtte bewezen dat hij een medewerkster had overweldigd toen hij eind jaren 90 minister was en dat hij twee vrouwen tijdens zijn presidentschap (2000-2007) had lastiggevallen.
In 2009 werd zowel oud-minister Avraham Hirschson en oud-minister Shlomo Benizri veroordeeld. Hirschson kreeg vijf jaar en vijf maanden omdat hij geld had verduisterd toen hij de vakbond Histadrut leidde. Hirschson was minister van Financiën in 2006 en 2007. Benizri bekleedde verscheidene ministersposten en werd in 2009 tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld voor corruptie.
Oud-minister van Justitie Haim Ramon werd in 2007 schuldig bevonden aan seksuele intimidatie, nadat hij een vrouwelijke soldaat tijdens een feestje tegen haar zin had gezoend. Hij kreeg een taakstraf van 120 uur, maar de rechter bepaalde ook dat hij geen „moreel schandelijke daad” had gepleegd, waardoor hij niet was uitgesloten van politieke functies.
De zoon van oud-premier Sharon, Omri, werd in 2006 veroordeeld wegens de illegale financiering van zijn vaders campagne in 1999 om leider van de partij Likud te worden.