Prof. dr. S. Paas: Bereid je bij evangelisatie voor op hoon
AMERONGEN – De kerk heeft geen hoogdravende formules over zending nodig, geen ambitieus plan van aanpak voor het bereiken van missiedoelen inclusief stappenplannen, maar moet terug naar het gewone, alledaagse christenleven. Dat is volgens dr. S. Paas de centrale stelling van het boek ”Midden in het leven”.
Hij zei dat zaterdag op een conferentie in Amerongen die was georganiseerd naar aanleiding van het boek ”Everyday Church” van de Amerikaanse theologen Tim Chester en Steve Timmis.
Het boek van Chester en Timmis, met als Nederlandse titel ”Midden in het leven. De kerk als levende gemeenschap”, is de eerste uitgave van uitgeverij Groei. Die is ontstaan uit een samenwerking tussen uitgever Peter van Dijk van De Vuurbaak en het echtpaar Ramaker van Groei-magazine. De conferentie, die werd bezocht door 135 deelnemers, had als thema ”Midden in het leven. Is missionair denken een hype of is het meer?”
Prof. dr. S. Paas, bijzonder hoogleraar kerkplanting en kerkvernieuwing aan Vrije Universiteit in Amsterdam en universitair docent aan Theologische Universiteit Kampen, zei dat de centrale vraag van het boek is wat gewoon is in de alledaagse praktijk van een christen. „Het antwoord is: dat je elke dag wordt uitgelachen of zelfs met de dood bedreigd. Omdat het christendom in het verleden in een abnormale positie verkeerde, namelijk als gerespecteerde of zelfs heersende godsdienst, en dat nu ten einde is, moeten christenen weer wennen aan de normale situatie van verachting en bedreiging. Wie evangelisatie wil bedrijven in de huidige heidense context, late alle superioriteitsgevoelens varen en bereide zich voor op hoon en spot.”
Prof. Paas zei het boek, dat is gebaseerd op dertig jaar ervaring van de auteurs, niet zomaar als model kan worden nagevolgd. Wel biedt het volgens hem handreikingen voor het handelen van een christen, zonder hoogdravende missiedoelen.
Prof. dr. Henk Bakker, bijzonder hoogleraar geschiedenis, identiteit en theologie van het baptisme aan de Vrije Universiteit en docent aan het Baptisten Seminarie in Barneveld en de Christelijke Hogeschool Ede, verbond enkele thema’s uit het boek met verwante zaken uit de Vroege Kerk. Daarin hadden christenen geen uitgewerkte zendingsleer maar was ieder missionair. „Het leven van deze mensen werd gekenmerkt door eenvoud en een ”gewond ego”, door een houding van boetvaardigheid.” Volgens prof. Bakker is ons christenleven te veel naar binnen gekeerd. In tegenstelling tot dat in de Vroege Kerk, waar christenen meer een uitnodigende gemeenschap waren, aldus de hoogleraar.
Dr. Jos Douma, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Haarlem, relativeerde „de missionaire humbug.” Volgens hem bestaat er nu een tweedeling in christelijke kringen. Enerzijds is er het type van de missionaire bevlogene als flamboyante en superhippe actieveling, aanwezig op de straat en in de wijken, anderzijds de ouderwetse dominee die als pastor veel bij bejaarden thee drinkt. Ds. Douma rekende zich tot de laatste groep. De Haarlemse predikant vindt het nodig dat de missionaire kracht van het pastoraat wordt herontdekt. „Dat is het gezamenlijke front waar beide flanken elkaar vinden. In missionaire boeken wordt opvallend weinig over pastoraat geschreven.”
Dr. Douma vond de boeken van Chester en Timmis een goede uitzondering. „Met name het vorige boek van het duo, ”Total Church”, waarin de functie van het pastoraat in het missionair zijn veel aandacht krijgt.” Dr. Douma waarschuwde dat missionair zijn kan verworden tot afgodendienst. Volgens hem is Psam 23 het beste ”missionaire manifest”. „Alleen diegenen zijn missionair die leven vanuit de gemeenschap met Jezus Christus. Daar hoort pastorale bewogenheid onlosmakelijk bij.”
Ds. Arenda Haasnoot, voorzitter van Alpha-cursus Nederland en predikant in Rijnsburg, sprak ’s middags over ”Neem je plaats in”, de titel van haar laatste boek. Ds. Haasnoot benadrukte dat iedere christen missionair moet zijn op de plaats waar God hem of haar geplaatst heeft. Zelf kreeg ze na jaren gepreekt te hebben soms het idee dat het werk allemaal voor niets was. Toch kwam er een nieuw elan. Volgens ds. Haasnoot is de centrale vraag: Gaat het om de transformatie van onze kerken of die van levens? „Als dat laatste er is, dan komt de rest vanzelf.”