Opinie

Goddelijkheid van Jezus al sinds Pasen erkend

Wanneer werd Jezus tot God verklaard?

22 September 2012 08:02Gewijzigd op 14 November 2020 23:19
Dr. P.J. Lalleman  Foto RD
Dr. P.J. Lalleman Foto RD

Dat de mens Jezus van Nazareth werkelijk heeft geleefd, betwijfelt vrijwel niemand. Maar of Hij Zichzelf zag als de Zoon van God en als God, staat bij kritische geleerden ter discussie. In de Bijbelwetenschap wordt vaak aangenomen dat dit niet zo was. De echte Jezus was een gewoon mens. Na Zijn dood heeft er een geleidelijke ontwikkeling plaatsgevonden waardoor Jezus geleidelijk werd vergoddelijkt. Pas de laatste schrijver van het Nieuwe Testament, Johannes, ziet Jezus voluit als God, zo is de redenering, en legt zijn ideeën in Jezus’ mond (zie bijvoorbeeld Joh. 10:30).

Sommigen gaan nog verder en beweren dat pas keizer Constantijn in de vierde eeuw Jezus tot God verhief. Dat is overduidelijk onzin en niet alleen in het licht van Johannes’ evangelie. Uit de tweede eeuw hebben we drie verschillende bronnen die laten zien dat voor Christenen de Heere Jezus als God gold.

Ten eerste twijfelden de bekendste ketters uit de tweede eeuw,
de gnostieken, aan het mens-zijn van Jezus, maar zij geloofden vast dat Hij God was. Die overtuiging moeten ze hebben ontleend aan de orthodoxe vorm van christendom.

Evolutiegeloof

De tweede getuige is de Romeinse bestuurder Plinius de Jongere. In een brief in het jaar 112 vraagt hij advies aan keizer Trajanus over hoe hij de christenen in zijn gebied moet aanpakken. Daarbij zegt hij onder andere dat deze christenen tot Jezus zingen als tot een God (”carmen Christo quasi deo dicere”).

De derde getuige is de orthodoxe bisschop Ignatius van Antiochië, die om zijn geloof de marteldood stierf. Helemaal aan het begin van de tweede eeuw verwijst hij in meerdere brieven naar Jezus Christus als „onze God.” (Zie de introductie van zijn brieven aan de Efeziërs en aan de Romeinen, en ook Efeze 18:2, Romeinen 3:3 en Smyrnaeërs 1:1.)

Maar hoe zit dat in de eerste eeuw? Vanaf wanneer zagen de christenen de Heere Jezus als God?

Ik wil eerst iets zeggen over het evolutiegeloof van de Bijbelwetenschap in het algemeen. De moderne Bijbelkritiek dateert uit de negentiende eeuw, een periode die op allerlei gebied bol stond
van het ontwikkelingsdenken. Charles Darwin (”De oorsprong van de soorten”, 1859) was zeker niet de eerste wetenschapper die evolutionistisch dacht. In navolging van de Duitse filosoof Hegel hing het denken in termen als ”van laag naar hoog”, ”van primitief naar gecompliceerd” in de lucht.

Geen wonder dat ook de theologen er a priori van uitgingen dat het vroegste christendom een dergelijke ontwikkeling had doorgemaakt. Zo stelden ze: De Heere Jezus zag Zichzelf als een gewoon mens, Paulus begon ermee Hem te vereren en Johannes verklaarde Hem tot God. (Paulus was actief in het midden van de eerste eeuw en het Johannesevangelie werd volgens deze denkers pas aan het eind van de eerste eeuw opgeschreven.)

”Maranatha”

Maar wat zeggen de bronnen? Laten we er een paar langsgaan. In 1 Korinthe 16:22 gebruikt Paulus de Aramese uitroep ”Maranatha”, die zoveel betekent als ”Onze Heere, kom!” We zien hierin dat reeds de christenen die nog Aramees spraken, dus de eerste gemeenten in het land Israël, Jezus aanspraken als ”Heere”, wat ongetwijfeld betekent dat zij Hem als God zagen.

In 1 Thessalonicensen, een van zijn vroegste brieven, vraagt Paulus dat „onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus” hem in staat zullen stellen naar Thessalonica terug te keren (1 Thess. 3:11). Dit betekent dat hij zich in zijn gebed richt tot God de Vader en de Heere Jezus samen. In 2 Thessalonicensen 2:16-17 doet hij hetzelfde, maar daar noemt hij de Heere Jezus zelfs het eerst.

Op één plaats vermeldt Paulus een gebed dat hij alleen tot Jezus richtte, namelijk in 2 Korinthe 12:8-9; hier is ”de Heere” duidelijk de Heere Jezus, zoals ook blijkt aan het eind van vers 9. Jaren eerder bad ook de eerste martelaar, Stefanus, reeds tot de Heere Jezus (Hand. 7:59-60). We mogen hierbij bedenken dat Paulus, Stefanus en de andere vroegste christenen Joden waren die nooit tot iets of iemand anders zouden bidden dan tot de God van Israël. Dat zij ook tot de Heere Jezus bidden, bewijst zonneklaar dat zij Hem als God beschouwen.

Niet alleen in het gebed, ook in hun liederen richtten de eerste gelovigen zich tot Jezus, zoals blijkt in Efeze 5:19, waar ”Heere” naar Jezus verwijst. Helemaal duidelijk is dit in Openbaring 5, waar Johannes de hemelse eredienst beschrijft als aanbidding van het verheerlijkte Lam van God.

In het Oude Testament is het de Heere God Die tot mensen spreekt, direct of door bemiddeling van een profeet. Onder het nieuwe verbond spreekt ook de Heere Jezus tot de gelovigen, zoals we zien in Handelingen 9:10-17, 18:9, 23:11 en 1 Thessalonicensen 4:15. Dat Hij deze rol heeft stelt Hem ook in dit opzicht gelijk aan God.

Markus

Na Pasen geldt de Heere Jezus dus als (de Zoon van) God. Kunnen we verder teruggaan? Het is waarschijnlijk dat tijdens Zijn leven geleidelijk het besef bij Zijn discipelen doorbrak dat Hij meer was dan een gewoon mens; met name Markus laat zien hoe de leerlingen steeds weer worstelen om te begrijpen Wie Hij precies is. Maar dezelfde Markus begint zijn boekje met het opschrift ”Het begin van het evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God”. Hij wil de lezers een historisch beeld geven van het gestuntel van de leerlingen, die bepaald langzaam van begrip waren, maar de lezer krijgt wel eerst het juiste antwoord: deze Jezus is de Zoon van God. De duistere machten begrijpen eerder en beter Wie Hij is dan Zijn volgelingen, en Jezus ontkent niet dat zij gelijk hebben, maar wil niet dat zij degenen zijn die dit hardop zeggen (Mark. 3:11-12). En aan het eind van Zijn leven is het duidelijk dat Jezus ter dood wordt veroordeeld vanwege Zijn bewering dat Hij de Zoon van de Allerhoogste is (14:61-63).

Kortom, overal in het Nieuwe Testament is duidelijk dat de Heere Jezus goddelijk is; we hebben daarvoor veel meer gegevens dan de expliciete teksten in het evangelie naar Johannes. De vraag uit de titel van dit artikel is dan ook verkeerd: Jezus werd niet op zeker moment tot God verklaard maar Hij openbaarde Zijn goddelijkheid op aarde en deze werd aanvaard door Zijn volgelingen.

Dr. Pieter J. Lalleman, docent Nieuwe Testament aan Spurgeon’s College in Londen. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp

Willem J. Ouweneel, De Christus van God : ontwerp van een christologie; Evangelisch-dogmatische reeks (Vaassen: Medema, 2007) hfst. 6 en 8

Larry W. Hurtado, At the Origins of Christian Worship: The Context and Character of Earliest Christian Devotion (Carlisle: Paternoster, 1999)

Larry W. Hurtado, Lord Jesus Christ: Devotion to Jesus in Earliest Christianity (Grand Rapids: Eerdmans, 2003)

Larry W. Hurtado, How on Earth Did Jesus Become a God?: Historical Questions About Earliest Devotion to Jesus (Grand Rapids: Eerdmans, 2005)

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer