Documentaire in de maak over vergeten zeeslag voor Scheveningen (fotoserie)

SCHEVENINGEN – Weinig Nederlanders weten dat er zich voor de Hollandse kust een zeeslag heeft afgespeeld waarbij bijna net zo veel mensen om het leven kwamen als bij de ondergang van Titanic. Een documentaire moet daar verandering in brengen.

20 September 2012 19:59Gewijzigd op 14 November 2020 23:17
Munitiekisten op het wrak van de HMS Aboukir. De duiker rechts is de achter-achter-kleinzoon van een van de overlevenden van de ramp: Robert Witham. Foto Cor Kuyvenhoven
Munitiekisten op het wrak van de HMS Aboukir. De duiker rechts is de achter-achter-kleinzoon van een van de overlevenden van de ramp: Robert Witham. Foto Cor Kuyvenhoven

Het is de vroege ochtend van 22 september 1914. De Eerste Wereldoorlog is twee maanden geleden uitgebroken. Voor de kust van Scheveningen ligt de Duitse onderzeeboot U-9 op de loer. Commandant Otto Weddigen spiedt de Noordzee af.

Drie Engelse pantserkruisers naderen, zonder bescherming van torpedobootjagers. De begeleidende scheepjes hadden eerder vanwege het zware weer hun toevlucht gezocht in de haven van Harwich.

De Engelsen weten nog niet hoe gevaarlijk een onderzeeboot kan zijn. Tot die beruchte 22e september hadden de U-boten nog maar een enkel Engels schip getroffen met hun torpedo’s.

Het 7th Cruiser Squadron bestaat eigenlijk uit vier kruisers. Maar Her Majesty’s Ship de Euryalus is kolen aan het bunkeren in Sheerness. De drie overgebleven, kolengestookte pantserkruisers Cressy, Hogue en Aboukir patrouilleren voor de Nederlandse kust op zoek naar Duitse oppervlakteschepen. De bemanning van de drie schepen bestaat vooral uit oudere reservisten, aangevuld met wat piepjonge adelborsten.

Explosie

Om exact 7.20 uur klinkt er op het vlaggenschip, de HMS Aboukir, plotseling een enorme explosie. Voor het gevoel van de bemanning is het schip uit het niets getroffen door een torpedo. Al snel maakt de Aboukir slagzij en moeten de zeelieden het schip verlaten.

De HMS Hogue schiet het ongelukkige zusterschip te hulp. Drenkelingen klimmen aan boord. De motoren zijn uitgezet om geen zwemmende Engelsen in de schroef te krijgen. De Hogue is zo een makkelijke volgende prooi voor Otto Weddigen. „Ein, zwei, drei. Torpedos loss!”

Twee torpedo’s doen hun verwoestende werk. Het munitiemagazijn van de Hogue ontploft. Drie kwartier later is ook dit panterschip verdwenen in de Noordzee.

Het gezegde ”Een gewaarschuwd man telt voor twee” gaat voor kapitein Johnson van de HMS Cressy niet op. Hij maakt dezelfde fout als de kapitein van de Hogue. Johnson legt de machines stil en probeert overlevenden te helpen. Zij schip wordt zo de derde schietschijf voor de U-9. Otto Weddigen heeft nog twee torpedo’s over.

Om 8.20 uur krijgt de Duitse onderzeebootkapitein de Cressy op een presenteerblaadje aangeboden. De eerste torpedo richt niet voldoende schade aan om de pantserkruiser tot zinken te brengen. Om 8.35 uur schiet Weddigen zijn laatste torpedo af. Daarna verdwijnt ook de Cressy naar de bodem.

Binnen anderhalf uur zinken drie trotse pantserkruiser. Otto Weddigen zal er later in zijn vaderland de Blauwe Max voor krijgen, de hoogste onderscheiding voor een Duitse militair.

Zonder zwemvesten

De gevolgen van Weddigens oorlogsdaad zijn verschrikkelijk. Meer dan 2000 Engelse zeelieden liggen zonder zwemvest in het water of drijven in een van de weinige reddingsboten of vlotten. Een grote golf doet het vlot omslaan, slechts 3 van de 24 schipbreukelingen op het vlot overleven het.

In totaal komen 1459 Britse opvarenden om het leven, 63 minder dan bij de ondergang van de Titanic. Bijna 800 mannen overleven de ramp. De Britse trots krijgt een stevige knauw. Het 7th Cruiser Squadron wordt door de Engelsen voortaan spottend het Live Bait Squadron genoemd, het Levend Aas Squadron.

Het verhaal gaat dat er onder de zwemmende zeelieden een diep gelovige protestantse matroos was. Samen met een maat wist hij een plank te bemachtigen. Maar die kon geen twee man houden. De gelovige matroos riep volgens de overlevering tegen zijn vriend: „De dood betekent leven voor mij. Jij bent niet bekeerd. Hou je vast aan de plank en red je. Vaarwel.”

Documentaire

Dat er na 98 jaar een Nederlandse documentaire over de ramp komt, is niet opmerkelijk. De kruisers liggen nog steeds op zo’n 35 kilometer uit de Nederlandse kust in de Noordzee. Bovendien zijn er destijds vele drenkelingen opgevangen door Nederlandse koopvaardijschepen en in veiligheid gebracht in Nederlandse huizen. Nog weken na de ramp spoelden de lichamen van Britse zeelieden aan de Nederlandse kust aan. Enkele tientallen van hen zijn begraven op begraafplaatsen in Den Haag, ’s-Gravenzande, Noordwijk, Haarlem en Vlissingen.

De organisatie die de documentaire gaat maken bestaat echter niet uit historici of televisiemakers. Het zijn wrakkendeskundigen van Stichting De Noordzee, Vereniging Kust & Zee en Sportvisserij Nederland. De drie organisaties, verenigd in het project Bescherm een Wrak willen met de documentaire aandacht vragen voor de historische scheepswrakken en het verhaal dat er bij ieder wrak te vertellen is. Ook willen ze de gezonken schepen beschermen tegen slopers onder water.

Mede door de hoge metaalprijzen zijn gezonken stalen schepen gewilde objecten voor wrakduikers. Er ligt volop koper en brons, onder andere van afsluiters en pijpen. „Er is voor de sloper altijd wel iets van het wrak mee naar boven te nemen”, staat er bijvoorbeeld over de HMS Cressy geschreven op de site wrakkendatabank.nl.

Petitie

Vorig jaar nog trokken de organisaties rond Bescherm een Wrak aan de bel toen bleek dat de drie gezonken Engelse kruisers systematisch door duikers werden gesloopt. Meer dan 2500 mensen ondertekenden een petitie tegen het slopen van onder andere deze kruisers en het beter beschermen van wrakken in het algemeen. De petitie werd in november aangeboden aan staatssecretaris Zijlstra van Cultuur.

De documentaire die nu in de maak is, moet onder andere het culturele belang van wrakkenbescherming gaan laten zien. De HMS Cressy, HMS Hogue en HMS Aboukir zijn officiële oorlogsgraven met de overblijfselen van Britse zeelieden.

Onderwaterfilmster Klaudie Bartelink en journaliste Annet van Aarsen zijn momenteel samen met schrijver Henk van der Linden op bezoek bij nabestaanden van slachtoffers en overlevenden. Van der Linden is de auteur van het boek ”Drie massagraven voor de Nederlandse kust”.

Bartelink, Van Aarsen en Van der Linden willen de documentaire precies 100 jaar na de scheepsramp presenteren: in september 2014. Zaterdag is er een openbare ceremonie in het Britse Chatham waarbij honderd nabestaanden van de slachtoffers van de ramp aanwezig zullen zijn. Deze jaarlijkse herdenking is sinds de presentatie van Van der Lindens boek in 2010 weer ingevoerd.

”Drie massagraven voor de Nederlandse kust, 22 september 1914”, Henk H. M. van der Linden; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2012; ISBN 978 94 615 3187 2; € 18,95.

www.facebook.com/livebaitsquadron
 www.beschermeenwrak.nl/kruisers

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer