Wall Street wikt en weegt over economie
NEW YORK (ANP) – Beleggers op Wall Street zetten donderdag tegenvallende macro-economische cijfers af tegen inspanningen van centrale banken om de economie aan te jagen. Na lange tijd in de min te hebben gestaan, kreeg de hoop op een heilzame werking van de steunmaatregelen de overhand. De Dow-Jonesindex boekte een bescheiden winst en de verliezen van de andere graadmeters liepen terug.
De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent hoger op 13.596,93 punten. De S&P 500-index daalde 0,1 procent tot 1460,26 punten en de Nasdaq verloor 0,2 procent tot 3175,96 punten.
In de hoop op steunmaatregelen van centrale banken begonnen de aandelenbeurzen eind augustus aan een opmars. De eerder deze maand aangekondigde ingrepen van onder meer de Federal Reserve en de Europese Centrale Bank zorgden daarna voor verdere koersstijgingen, maar een aanhoudende stroom van tegenvallende macrocijfers bracht beleggers aan het twijfelen. Ook donderdag waren er tegenvallers.
Een uur voor de handelsaanvang werd bekendgemaakt dat het aantal uitkeringsaanvragen in de VS vorige week daalde tot 382.000. Die daling was echter te danken aan een opwaartse bijstelling van het aantal aanvragen in de voorliggende week van 382.000 naar 385.000. Daarmee blijft de geldende teneur dat de Amerikaanse arbeidsmarkt er zwak bij ligt.
Vlak na de opening maakte de Philadelphia Federal Reserve Bank bekend dat de bedrijvigheid in de mid-Atlantische regio van de VS in september voor de vijfde maand op rij daalde. Wel nam de mate van krimp af.
Eerder op de dag werd al duidelijk dat de industriële bedrijvigheid in China in september voor de elfde maand op rij is gedaald. „We zien een duidelijk bewijs van een afkoelende wereldeconomie. Tegelijkertijd biedt het vooruitzicht van ongelimiteerde steun enigszins tegenwicht waardoor de aandelenmarkt redelijk blijft liggen”, concludeert een handelaar in New York.
Aluminiumproducent Alcoa (min 2,3 procent) was de sterkste daler in de Dow. De producent van mijnbouwapparatuur Caterpillar daalde 1,5 procent. Bank of America en Citigroup verloren beide ruim 1 procent.
De euro noteerde 1,2963 dollar in vergelijking met 1,2947 dollar bij het slot van de Europese beurzen.