Elke dag een stukje Betuwse geschiedenis
TIEL – De Betuwe is meer dan Flipje Tiel en het Rivierenland is meer dan bloeiende boomgaarden en jam.
Neem nu de paardenmarkt van Beusichem, het meeloproer in Culemborg en de komst van de eerste tandarts in Tiel. In ”Het Betuwe boek” komt het allemaal aan bod. Het boekwerkje geeft met 365 korte bijdragen –voor elke dag één– een overzicht van alles wat de Betuwe tot de Betuwe maakt.
Het boekje is de afgelopen zomer verschenen ter gelegenheid van de opening van het gebouw van het Regionaal Archief Rivierenland. De samenstellers, onder wie streekarchivaris Ella Kok-Majewski, beginnen met de legende dat de Betuwe is ontstaan door een ruzie tussen twee reuzen. De mastodonten waren zonder te praten al zo’n duizend jaar bezig om de Rijn te graven. Dan verstoort een van de twee de rust en stelt optimistisch vast dat het lekker opschiet. De andere reus ergert zich zo aan die kletsmajoor dat hij zijn eigen rivier gaat graven, waardoor de Waal ontstaat.
De schrijvers laten de anekdote verder links liggen en storten zich op zaken die wél op waarheid berusten. De eerste sporen van bewoning dateren van ver voor de Romeinse tijd, maar het eerste hoofdstuk, ”Bewoond rivierengebied”, komt toch al snel bij diezelfde Romeinen uit. En bij de Batavieren natuurlijk. En vervolgens bij graaf Dodo, die de naamgever van Dodewaard blijkt te zijn. Onder zijn bezielende leiding worden de Noormannen voor een tijdje uit de streek verdreven.
De samenstellers hebben de regio wat ruimer genomen dan de Betuwe alleen. Er is gekeken naar welke streek het regionaal archief omvat: het hele gebied tussen Waal, Rijn en Lek. Zo ontstaat een boeiend en speels historisch overzicht van Tiel, Buren, Culemborg, Neder-Betuwe, Neerijnen en Geldermalsen van pakweg 800 voor Christus tot 2012.
Op de kop af 365 pagina’s met wetenswaardigheden en op elke bladzijde een foto, kaart of tekening. Gerechten en gezegden, inleidingen op bepaalde periodes in de geschiedenis en overzichten van appel- en perenrassen, overstromingen en buurtschappen maken de 416 bladzijden vol.
Het boek voert de lezer langs archeologische vondsten, oude huizen, kerken en kastelen, buurtschappen en van lieverlee fabrieken, kerken, kranten, coöperaties en watertorens, tot in 1935 Flipje, het fruitbaasje van Tiel, wordt geboren. Dan volgen de Tweede Wereldoorlog, de komst van de Molukkers en het meer recente verleden.
De stukjes van pakweg tien, vijftien regels lezen vlot weg. geven veel historische informatie en zorgen vaak voor een glimlach. Bijvoorbeeld bij het lezen van de tekst over het Culemborgse vrouwen- of meeloproer uit 1650. Aanleiding voor de relletjes is het verplichte gebruik van een molenkar, waarvoor betaald moet worden. Meester Nicolaes Bosch ziet hoe „de wijven bij malkander rukkende een blauwe schorteldoek aan een doek bonden ’t welk haar tot vaandel diende.”
Een paar jaar later, in 1668, wordt in de buurtschap Ooij bij Echteld voor de laatste keer de galg gebruikt voor Jantje van Schaik uit Hien. Ze had haar onwettige kind omgebracht.
Het boek verhaalt ook hoe in 1855 ds. A. van Herwaarden in Opheusden tijdens een zondagmiddagdienst op de kansel dodelijk wordt getroffen door de bliksem. Er hangt een zwaar onweer boven het dorp. De predikant heeft net aan een ouderling gevraagd of het gebruikelijk is bij een dergelijk noodweer te stoppen met preken als de bliksem inslaat in de toren. „Die zoekt zich een weg naar beneden en treft de dominee, die levenloos in elkaar zakt.” Pogingen van een arts om hem te reanimeren, zijn tevergeefs.
De nieuwe tijd brengt nieuwe zorgen mee. Zo buigt de gemeenteraad van Maurik zich in 1955 over de vraag of het ijsventen op zondag verboden moet worden. In het geding is de zondagsheiliging, maar de raadsleden willen ook de portemonnee van de ouders ontzien. In 1966 blijkt dat de Betuwe definitief de onschuld voorbij is als sinterklaas in Tiel wordt onthaald op rookbommen.
”Het Betuwe boek” is kostelijk leesvoer, waarbij het uitgangspunt, ”een pagina per dag”, zijn doel mist. De liefhebber blijft namelijk lezen en wil meer. Het boek zet op een speelse manier aan tot onderzoek van de geschiedenis van deze streek.
”Het Betuwe boek”, Ella Kok-Majewski e.a.; uitgeverij Wbooks, Zwolle, 2012; ISBN 978 90 400 0480 3; 416 blz.; € 14,95.