Bij afscheid Kamervoorzitter: „Verbeet een vakvrouw”
DEN HAAG – Koningin Beatrix heeft scheidend voorzitter van de Tweede Kamer Gerdi Verbeet benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Dat maakte premier Mark Rutte woensdag bij haar afscheid bekend. Rutte noemde Verbeet waardig, onberispelijk en zich volkomen bewust van haar ambt.
Ze bleef wel met de voeten op de grond: „Ze liet de minister-president aan de telefoon wachten omdat ze net een kleinkind een schone luier gaf. Het was mijn voorganger, wat had ik graag zijn gezicht gezien”, zei Rutte. Verbeet wilde ook altijd voor iedereen te snappen taal in de Kamer. „Ik kreeg ook een briefje via de bode: of ik niet meer wilde spreken van intergenerationele solidariteit.”
Bij Gerdi Verbeet moest een debat wél ergens toe leiden. „Was ’t bij voorbaat kansloos, dan moest ’t ook maar niet te lang duren”, memoreerde eveneens vertrekkend Kamerlid Willibrord van Beek in een afscheidsrede voor Verbeet.
Hij omschreef haar als een resolute, zelfkritische vakvrouw, met veel betrokkenheid bij andere Kamerleden en bij alle medewerkers van het Kamerbedrijf. Ze is ook iemand die je ‘op een boodschap kunt sturen’ en hij prees haar om haar inzet om van de Kamer een modern en toegankelijk parlement te maken.
Voorzitter van de Eerste Kamer Fred de Graaf noemde Verbeet ‘het gezicht van de Tweede Kamer’. Hij heeft het gevoel dat de meeste landgenoten wel vonden dat het voorzitterschap bij haar in vertrouwde handen was. „Verbeet heeft verbeterd”, vindt De Graaf. Hij noemde als haar meest recente wapenfeit dat ze de formatie ‘in elk geval een vliegende start’ heeft gegeven.
„Ik word er ontzettend verlegen van”, reageerde Verbeet. Ze kijkt dankbaar terug: „Wat is het waardevol dat je je volk mag vertegenwoordigen.”
Ze nam de gelegenheid te baat om haar waardering uit te spreken voor alle mannen en vrouwen die zich overal in de wereld inzetten voor vrede, democratie en rechtstaat.