Lintje
In een huis-aan-huisblad dat wekelijks bij ons op de mat valt, las ik de oproep om kandidaten aan te melden voor een lintje. De 30e april is nog een eind weg, maar er schijnt een hele administratie aan vooraf te gaan voordat een koninklijke onderscheiding kan worden uitgedeeld.
Ieder jaar staan er lange rijen namen van leden, ridders en officieren in de krant. Het valt op dat het vooral mannen zijn die geridderd worden. Ik word er altijd een beetje ”iebelig” van. Vooral als je dan een interview leest met zo’n geridderd type.
Tijdens de uitreiking worden er prachtige woorden gesproken. De burgemeester benadrukt nog eens het grote belang voor kerk, school en maatschappij. En in het interview lees je dan de reactie van de nieuwe ridder.
Hij had het niet verwacht, maar ziet het als een blijk van waardering. Alle uren was hij bezig voor de kinderen, voor hun toekomst. En aan het eind zegt zo’n man dan nog even „dat het allemaal mogelijk was dankzij zijn lieve vrouw.” Naast het artikel staat dan een foto. De man met zijn lintje en zijn vrouw.
Ik stel voor dat deze krant volgend jaar het verhaal van de vrouwen van deze geridderde helden gaat publiceren. Die lieve vrouwen kunnen dan vertellen hoe zíj al die avonden zonder man hebben ervaren. Hun man die zo druk was met politiek, kerkenraad en schoolbestuur.
Misschien wil een van die vrouwen dan eens vertellen dat haar kinderen voor het slapen gaan nooit door papa werden voorgelezen, omdat „papa weer een vergadering voor de kerk had.” De kerkenraad die dacht dat alleen haar man geschikt werd geacht als scriba of iets dergelijks (en waarschijnlijk dacht haar man dat zelf ook). Zij kan dan jonge moeders misschien een voorbeeld geven hoe je aan je eigen kinderen moet vertellen dat papa geen tijd had om te helpen met huiswerk. Omdat die papa vele jaren voorzitter is van het schoolbestuur. „Hij zou wel willen stoppen, maar wie moet het dan doen?”
Helemaal geen verhaal van de onderscheiden schoolbestuurder of het gelauwerde kerkenraadslid? Nou vooruit, aan het eind van het interview mag aan de geridderde man worden gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn arbeidzame leven voor zijn gezin, kerk en samenleving. Misschien is hij dan oud en wijs genoeg voor het volgende citaat: „Ik ervaar nu hoeveel ik van mijn kinderen heb gemist en ik ben erachter gekomen dat wezenlijk contact met je kinderen in hun jonge jaren moet zijn opgebouwd. Ik dacht dat ik onmisbaar was met mijn bestuurlijke kwaliteiten. Ik ben erachter gekomen dat ik onmisbaar was in mijn eigen gezin.”
Het lintje ligt mooi te wezen in de kast. Zijn lieve vrouw stoft het regelmatig af. En de ridder? Hij leest de kleinkinderen voor en heeft met hen een geweldig contact.