Verstandshuwelijk VVD en PvdA gedoemd te mislukken
Een verstandshuwelijk tussen de VVD en de PvdA is bij voorbaat gedoemd te mislukken, stelt Marianne Thieme.
Henk Kamp, ooit gepokt en gemazeld bij de katholieke verkenners, staat nu voor een grote uitdaging. Hij moet verkennen hoe het onmogelijke mogelijk gemaakt kan worden.
De breed levende gedachte is dat de PvdA en de VVD nu samen een verstandshuwelijk moeten aangaan waarin de strijdbijl begraven wordt en gezamenlijk wordt gewerkt aan een beter Nederland (RD 15-9).
De vraag is waarom dat een logische keuze zou zijn en hoe geloofwaardig die keuze is voor kiezers die in de titanenstrijd tussen Rutte en Samsom zijn gaan geloven dat een kabinet met de twee kemphanen onmogelijk was. En dat het er daarom op aankwam een van beiden groot te maken. Dat zou het grote verschil gaan worden.
Is het serieus aan de kiezer uit te leggen dat het kabinet-Rutte/Samsom hele andere perspectieven biedt dan een kabinet-Samsom/Rutte? Terwijl Rutte nog geen week geleden beweerde dat het lood om oud ijzer zou zijn of je Samsom of Roemer stemde?
Op geen enkele wijze. Alleen al om die reden zou een formatie van een dergelijk kabinet onnodig lang gaan duren in een periode die vraagt om daadkracht in crisisbestrijding. Alleen al voor de vorm zouden Rutte en Samsom er lang over moeten doen om te laten zien dat er hard gewerkt is om hun onoverbrugbare tegenstellingen uit de campagnetijd, nu bij kabinetsvorming alsnog overbrugbaar te doen lijken.
Het zou het vertrouwen in de politiek, na een eerste golfje van euforie, in rap tempo verder doen afnemen. Dit verstandshuwelijk is net zo ongeloofwaardig als het Kunduzakkoord. Het zo goed als klare Catshuisakkoord tussen CDA, VVD en PVV werd binnen 48 uur omgekat tot een akkoord tussen CDA, VVD, D66, Groenlinks en ChristenUnie, dat al binnen een maand uiteenviel.
Zo is het ook ongeloofwaardig wanneer de Kamer zou besluiten tot aanstelling van een informateur die moet gaan onderzoeken hoe een huwelijk te sluiten tussen een „rechts rotbeleid” en een „ramp voor het land.” De grootste gemene deler zou hooguit tot een rampzalig rotbeleid kunnen leiden en welke kiezer kan dat zo bedoeld hebben?
We doen in ons land alles om huwelijksdwang te voorkomen. Staatssecretaris Teeven (VVD) heeft in dat kader zelfs de Wet tegengaan huwelijksdwang naar de Kamer gestuurd. Een gedwongen huwelijk op basis van electorale steun tussen de nummers één en twee van de verkiezingen is net zo onwenselijk als een gearrangeerd huwelijk zonder vrijwillige medewerking van de huwelijkspartners. Uit alles in de campagne is duidelijk geworden dat de beoogde partners niet samen willen, niet samen kunnen en vrezen voor rampspoed mocht het alsnog tot een huwelijk komen.
Daarom is er maar één geloofwaardige route voor verkenner Kamp. Hij zou de Kamer moeten adviseren, naar goed gebruik, de leider van de grootste partij, de VVD, gelegenheid te bieden om samen met een informateur op korte termijn te verkennen met welke van zijn politieke geestverwanten Rutte tot een meerderheid denkt te kunnen komen op programmatische gronden, in lijn met alles wat de kiezer beloofd is.
Behoort Samsom inmiddels tot de politieke geestverwanten van Rutte, dan zal dat enige uitleg aan de kiezer vragen, maar dat zou in zo’n onwaarschijnlijke situatie de enig juiste weg zijn. De kiezer heeft recht op kennis over de achtergronden van zulk voortschrijdend inzicht.
Blijkt Rutte onvoldoende politieke geestverwanten in het nieuwe parlement te kunnen vinden, dan is de meest logische weg dat de nummer twee, Samsom, op zoek gaat naar de mogelijkheden om ten minste 76 Kamerleden op programmatische gronden achter zijn plannen te krijgen.
Pas als ook deze tweede optie een onbegaanbare weg zou blijken, wordt het tijd de twee kemphanen uit de verkiezingsperiode met elkaar aan tafel te zetten, om te kijken in hoeverre hun als onoverbrugbaar gepresenteerde tegenstellingen alsnog overbrugbaar blijken.
Wie latent levende onlustgevoelens bij de kiezers opzweept met als doel tot grootste gekozen te worden via uitsluiting van de ander, dient daaraan consequenties te verbinden in de formatieperiode.
De zo ontstane afkoelingsperiode biedt tegelijk voldoende gelegenheid om voor de kiezer duidelijk te maken dat er vooral eerst gezocht is naar een nieuw regeringsbeleid dat gebaseerd is op verstandhouding en synergie, in plaats van op machtsdenken, inwisselbare retoriek en huwelijksdwang.
De politiek heeft nog maar weinig krediet bij de kiezer, en heeft de opdracht het geschonden vertrouwen te herstellen. Oprechtheid kan daarin de sleutelrol vervullen, niet het bevestigen van de intense holheid van gebezigde verkiezingsretoriek.
Marianne Thieme is fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren.