’We moeten het eens worden dat er iets moet gebeuren’
„Is het probleem de herkomst van mensen of is het hun sociaal–economische situatie. We moeten het vanmiddag in ieder geval politiek eens worden dat er iets moet gebeuren in Rotterdam. We laten iets liggen als we niet besluiten: ’Zo moeten we verder’. Het is een moeilijk onderwerp, maar wel heel belangrijk."
Wethouder M. Pastors (Leefbaar Rotterdam) trok donderdagmiddag het initiatief naar zich toe tijdens de discussie in de gemeenteraad van Rotterdam over de vele kansarmen in achterstandswijken. „Het probleem zit in veel bestuurslagen. Je kunt het heel lang volhouden door naar elkaar te wijzen. Dat doen we niet."
Pastors, vriend van de vermoorde Leefbaar Rotterdam–voorman Fortuyn, is niet bang de dingen bij hun naam te noemen. „ Hoe je het ook wendt of keert, de problemen zijn er. Niemand kan volhouden dat het aandeel autochtone kansarmen sterk is toegenomen."
De kern van het probleem is volgens Pastors duidelijk. „We hebben moeite om in Rotterdam de samenleving te handhaven die we hier willen en waarvoor mensen hier naartoe komen. Het heeft wel degelijk iets te maken met allochtonen. Er is een limiet aan het aantal mensen dat je kunt helpen en in een aantal wijken in Rotterdam is die grens overschreden."
Als wethouder volkshuisvesting gaf Pastors aan spreiding als een oplossing te zien. „In Rotterdam en het hele land. Spreiding, maar niet alleen dat. En we praten ook niet over dwang. Er wordt veel verhuisd in die wijken. We kijken dan hoe die woning kan worden opgevuld. Als je het zo doet, kan het betrekkelijk soepel."