Stemmelozen
Rimsha Masih, een jong Pakistaans meisje met verstandelijke beperkingen, werd onlangs gearresteerd op verdenking van godslastering. In Pakistan kunnen mensen hiervoor ter dood veroordeeld worden. Er is onduidelijkheid over de precieze toedracht. Wellicht is de zaak in scène gezet. Maar één ding is wel helder: wanneer de islam een tipje van zijn sluier oplicht en zijn werkelijke gezicht laat zien, valt het niet mee. Arm land waar de sharia regeert. Arm volk dat in duisternis wandelt. Arm kind dat geboren werd in een land waar meedogenloze willekeur heerst.
Dan zijn wij toch bevoorrecht dat we in een modern beschaafd land wonen, nietwaar? Nee, inderdaad, niet waar! Want in ons land zou Rimsha Masih vermoedelijk niet eens geboren hebben mogen worden. Ze zou wellicht zijn gedood in de moederschoot en het daglicht nooit hebben gezien. Evenals die vele andere gehandicapte kinderen die voortijdig geaborteerd worden. Niet omdat ze iets misdaan hebben, maar omdat ze niet voldoen aan de westerse ‘übermenselijke’ standaard van perfectie.
Rimsha Masih krijgt tenminste nog een proces. Er is een onderzoeksrechter, er zijn advocaten, er zijn de internationale media, er zijn mensenrechtenorganisaties en wellicht is er zelfs een rechter die beseft dat het waanzin zou zijn om dit meisje te straffen. Maar dat geldt niet voor de miljoenen stemmeloze kinderen die in de naam van de zogenaamde vrijheid systematisch uitgeroeid worden. Een wet die godslastering strafbaar stelt op de wijze zoals dit in Pakistan gebeurt is gruwelijk. Maar toch zeker niet gruwelijker dan een abortuswet die het mogelijk maakt dat kinderen tot de 24e levensweek afgemaakt mogen worden.
Verlichte mensen in Nederland maken zich druk over van alles en nog wat. Zij debatteren over het ritueel onverdoofd slachten van dieren. Want ach, wat een nodeloos leed wordt die arme beesten aangedaan. Maar het onverdoofd slachten van kinderen in de moederschoot –in Nederland 30.000 kinderen per jaar– wordt door onze minster-president beschouwd als een „verworvenheid.”
Verlichte Nederlanders zetten zich in om het besnijden van jonge kinderen te verbieden. Die arme kindertjes hebben er immers niet om gevraagd? Het is toch niet meer van deze tijd dat we op deze manier het mes in kinderen zetten omwille van een bizarre oeroude religieuze gewoonte? Maar het feit dat er wereldwijd jaarlijks meer dan 40 miljoen kinderen in de baarmoeder worden vermoord, zien zij als een vorm van humaniteit.
Zij strijden voor het recht om een einde aan het eigen leven te maken. Het is immers een groot onrecht dat mensen niet zelf mogen besluiten om eruit te stappen als zij het leven niet meer als zinvol ervaren? Dat heet het zelfbeschikkingsrecht. Maar dat recht geldt niet voor ongeborenen. Zij hebben geen rechten, zelfs geen bestaansrecht. Een verdenking van onvolkomenheid is genoeg om er een eind aan te maken. En iemand die namens hen zijn stem verheft, zoals onlangs SGP-leider Kees van der Staaij, wordt bijna gelyncht door de redeloze massa op internet, alsof we in Pakistan leven.
De barmhartigheden van de goddelozen zijn wreed. Geef mij dan de Bijbel. Zelfs in het Oude Testament vinden we reeds de opdracht tot barmhartigheid aan mensen met beperkingen (Lev. 19:14). Voor God is er geen verschil tussen ongeboren en geboren kinderen. David zingt ervan hoe de Heere zijn ongeformeerde klomp gezien heeft (Ps. 139:16). Hij richt de geringe uit het stof op, en de nooddruftige uit de drek (Ps. 113:7). De Heere Jezus ontfermde Zich tijdens Zijn omwandeling op aarde met oneindig mededogen over mensen met beperkingen.
Arm Nederland waar de verlichting regeert. Arme Nederlanders die in duisternis wandelen. Arme kinderen die er niet zijn mogen. Schuldig, schuldig Nederland, gidsland waar meedogenloze willekeur heerst.
De auteur is directeur van een it-bedrijf. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl