Postbode
De postbode had in mijn jeugd status. Hij droeg een terlenka uniform met pet. Hoewel hij natuurlijk ook overlijdensberichten en belastingaanslagen door de bus liet glijden, bracht hij vooral brieven en ansichtkaarten met bijvoorbeeld ”Groeten uit Blankenberge aan Zee”. De voorkant wekte het verlangen daar eens heen te gaan, de achterzijde stond volgeschreven in sierlijk schuinschrift, naast een buitenlandse postzegel die hevig tot de verbeelding sprak.
In mijn herinnering was er altijd post. Want de telefoon gebruikte je om de dokter te bellen of bij uitzondering familie. Felicitaties, het meeleven met een zieke of mededelingen over bezoeken en logeerpartijen hadden uitsluitend plaats per brief of briefkaart.
In de jaren 70 –ik woonde intussen op kamers– was de post niet minder belangrijk. Niet alleen werd deze twee keer per dag bezorgd, maar ook nog eens op vaste tijden. In het studentenhuis beschikte ik over een eigen houten vakje voorzien van mijn naam. Daarin trof ik de brieven van thuis, de kaarten van mijn zus, post uit het Israëlische Kiryat Ono van mijn correspondentievriendin Tikva en uit Algerije van een correspondentievriend met een duistere oogopslag en de mysterieuze naam Noereddine Bey Othman. In beide gevallen ging het er vooral om mijn kennis van het Engels te verbeteren.
Toen ik voor de vijftiende keer verhuisde, nu van het noorden naar het midden des lands, was het twintig jaar later, maar de postbode kwam als altijd op dezelfde tijd, zij het nog maar één keer per dag. Om klokslag halftien ’s morgens zette hij zijn fiets tegen mijn hek, zodat ik brieven en kaarten tijdens de koffie –onder het genot van muziek, bij voorkeur Chopin of Beethoven– kon lezen en herlezen. De postbode was iemand die dat wist. Hij liep tegen zijn pensioen, het was er een met een lange ervaring. Voor hij mijn pad opliep, zwaaide hij al en dat gebaar maakte me elke dag blij. Soms maakten we een praatje.
Toen overviel ons de privatisering. En daarmee veel verwarring. PTT werd KPN en toen TPG en daarna de TNT Postgroep en vervolgens TNT Post en ‘ten slotte’ PostNL. Postbodes werden ineens vrouwen en behalve dat je er geen peil meer op kunt trekken wanneer de post wordt bezorgd, wisselen bezorgers elkaar met grote snelheid af. Soms worden pakjes waarvan ik weet dat ze zijn verstuurd, nooit bezorgd.
Ik blijf hardnekkig brieven schrijven, al worden die doorgaans beantwoordt met e-mail en telefoon. Soms steek ik mijn hand op naar iemand die mijn huis passeert. Gewoon, even de postbodezwaai.