Ander stelsel nodig voor duurzaam kabinet
Kabinetten in Nederland zijn te weinig stabiel, vindt dr. Gjalt de Jong. Voor een duurzame regering is een ander stelsel nodig met minder partijen, een snelle formatie en een vier jaar bindend regeer-akkoord.
We zijn weer (!) naar de stembus gegaan en hebben onze voorkeur uitgesproken. De uitslagen zijn zelden zo duidelijk geweest. Nederland is in twee kampen verdeeld, in links en rechts. Dat zien we bij de twee grote winnaars van deze verkiezingen: de VVD (41 zetels) versus de PvdA (38). Ook middenin is de verdeling tussen links en rechts vrijwel gelijk. De PVV (15) is net zo groot als de SP (15) – aangevuld met het CDA (13) en D66 (12) als echte middenpartijen. En de kleine partijen verdelen het linkse en rechtse ideaal op dezelfde manier. De SGP (3) en de ChristenUnie (5) hebben samen een gelijk aantal zetels als Groen Links (4) met de Partij van de Dieren (2) en 50Plus (2). De opdracht aan een nieuw kabinet is om beide perspectieven in zijn beleid vorm te geven.
In de afgelopen jaren is de politieke duurzaamheid steeds meer onder druk komen te staan. Kabinetten vallen steeds vaker en steeds sneller. Dat is schadelijk voor alle onderdelen van onze economie. Het kost tijd om een nieuw kabinet te vormen en in te werken. Vroeger was dat geen probleem. De wereld draaide in een dusdanig langzaam tempo dat een formatie wel even kon duren. Nu is dat heel anders. Het tempo van economische, sociale en milieuveranderingen gaat steeds sneller. Dat vraagt om kordate en krachtige antwoorden die bestendigd worden. En dus om een stabiele regering die haar tijd uitzit.
Optimale duur
Hoe kunnen we dan een duurzame regering krijgen? Begrijp mij goed: het is niet de bedoeling dat elk kabinet oneindig lang op zijn plek blijft zitten. Verandering van kabinetten is niet alleen noodzakelijk, het is zelfs gewenst en bovenal een democratisch recht. Maar vier jaar is een optimale duur voor een kabinet om beleid te maken en in te voeren. Een dergelijke duurzame kabinetsperiode kan op vier verschillende manieren gegarandeerd worden.
Ten eerste moeten er minder partijen in het parlement en in het kabinet komen. Dat kan door het aantal ministeries en het aantal Tweede Kamerleden te halveren. Maar dat kan ook door een kiesdrempel in te voeren. Drie of vier (grote) politieke partijen doen voldoende recht aan de verschillen in visie op mens en maatschappij. De uitslagen van deze verkiezingen laten dit duidelijk zien. Elke partij mag zich voor elke verkiezing aanmelden maar komt pas in de Kamer als ze minimaal 10 procent van de stemmen heeft gekregen. De verschillen tussen de huidige politieke partijen zijn nu zo klein en zo arbitrair dat een fusie tussen een aantal van hen eenvoudig te realiseren is.
Ten tweede, een nieuw kabinet moet na de verkiezingen binnen vijf werkdagen gevormd zijn. Dat kan alleen als de standpunten vaststaan en zonder ruis aan de kiezer gepresenteerd worden. Nu zijn standpunten te algemeen en worden soms zelfs luttele minuten na het sluiten van de stembus overboord gegooid. Een hele korte formatieperiode dwingt partijen vooraf duidelijke keuzes te maken en aan de kiezer voor te leggen. Daarmee zijn de keuzes voor een coalitie voor de verkiezingen ook beter zichtbaar.
Ten derde, een kabinetsakkoord is voor de duur van vier jaar bindend. Een bindende afspraak helpt het handhaven van een duurzaam kabinet. Elke partij mag breken maar dat heeft een prijskaartje. De breker kan in de volgende periode niet meer aan een nieuw kabinet deelnemen. Er komt een directe straf op breken.
Ten vierde, als een kabinet toch valt, treedt meteen een zakenkabinet in werking. Dit zakenkabinet bestaat uit de directeuren-generaal van vier centrale ministeries, te weten Financiën, Onderwijs, Zorg en Veiligheid plus de directeur van de Centrale Bank als interim-minister-president. Dit zijn de enige terreinen waarvoor de overheid zorg moet dragen. Alle andere terreinen zoals ontwikkelingshulp of landbouw zijn in essentie voor de welvaart van Nederlandse burgers niet noodzakelijk. Dat wil niet zeggen dat we voor deze terreinen geen beleid voeren, maar er is geen apart ministerie voor nodig en ze vallen met een zakenkabinet buiten beschouwing.
Nieuwe grondwet
Nederland heeft een nieuwe grondwet nodig waarin de bovengenoemde oplossingen geregeld worden. Deze wijziging kan het beste door de Raad van State uitgevoerd worden. Het parlement is daar niet toe in staat. Een nieuwe grondwet maakt het onmogelijk om voor politiek gewin een kabinet naar huis te kunnen sturen. Een nieuwe grondwet waarborgt een duurzaam kabinet en kan op deze manier Griekse toestanden of de voormalige Rutte I-toestanden voorkomen.
Gjalt de Jong is universitair hoofddocent strategie aan de Rijksuniversiteit Groningen.