Opinie

Commentaar: Dankbaarheid én zorg over christelijke partijen

Vooropgesteld: er zijn met betrekking tot de christelijke partijen ook positíéve zaken te melden. Allereerst voor de SGP. Het is zonder meer verheugend dat deze kleine Bijbelgetrouwe partij haar omvang met de helft zag stijgen en dat het vele werk dat Van der Staaij en Dijkgraaf de achterliggende periode hebben verzet –ook in hun bijzondere relatie tot de VVD/CDA-coalitie– door de kiezer blijkbaar is gewaardeerd.

13 September 2012 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 23:09

Dankbaarheid past ook voor het stabiel blijven van de ChristenUnie. Toegegeven, de achterliggende maanden gaven aanleiding tot hoop op enige groei. Menselijkerwijs gesproken had partijleider Slob, die zich bij het lenteakkoord en bij andere gelegenheden het vuur uit de sloffen liep om een constructieve bijdrage te leveren aan het landsbestuur, dat ook verdiend. Zo bezien valt de uiteindelijke uitslag tegen. Maar geredeneerd vanuit de eerste exitpoll, waarin de CU op een zetel verlies stond, is het resultaat gelukkig toch enigszins meegevallen.

Een grote slag is echter gevallen bij het CDA. Zeker, wie vanuit de peilingen van de achterliggende maanden naar de uitslag kijkt, zegt: Dit zagen we toch aankomen? Maar wie zich realiseert dat we hier spreken over de ooit oppermachtige Nederlandse christendemocratie, vraagt zich verbijsterd af hoe het met de partij van Lubbers (54 zetels in 1986 en 1989) en Balkenende (44 zetels in 2003) toch zó ver heeft kunnen komen. De klap van 2010 (gezakt van 41 naar 21 zetels) bracht het CDA blijkbaar nog altijd niet op zijn absolute bodem; die ligt –weten we nu– nog een flink eind dieper.

Het verlies van het CDA is een verlies voor Nederland en voor de democratische rechtsstaat, omdat de implosie van de partij van Buma zomaar de weg vrij kan maken voor royale politieke meerderheden die fundamentele rechten en vrijheden, zoals de vrijheid van godsdienst en van onderwijs, gaan inperken. Dat valt bijzonder te betreuren.

Jarenlang was het CDA als het om grondwettelijke vrijheden en om medisch-ethische kwesties gaat een remmende factor in de Nederlandse politiek. Doordat de partij bijna altijd in de regering zat, en in coalities 
ook meestal de grootste was, kon 
zij verkeerde ontwikkelingen tegenhouden of afremmen. Dat tijdperk is voorbij. Dat weten we weliswaar al sinds 2010, maar dat de ‘vuist’ die de partij kan maken nu zó klein is geworden, blijft toch een bittere pil.

Zijn er geen lichtpuntjes dan? Zeker wel. De achterliggende jaren hebben laten zien dat ook de kleine christelijke partijen, samen met het CDA, de rol van ”weerhouder” op zich kunnen nemen. Maar de kans dat –menselijkerwijs gesproken– op diverse dossiers, zoals de vrijheid van onderwijs, de dijken door gaan breken, is in het huidige tijdsgewricht wel bijzonder groot geworden.

Het belangrijkste lichtpunt moeten we daarom niet zoeken in wat de christelijke partijen anno 2012 nog al dan niet kunnen klaarmaken, maar in de Ster van Bethlehem, in de Bijbel ook wel de Blinkende Morgenster genoemd. Hij is, in gekerstende én in ontkerstende tijden, het enige werkelijke Lichtpunt. Voor individuen, voor volken en voor regeringen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer