Schuif vraag over rechtspositie CGKV niet te snel terzijde
Het is onverstandig om de vraag of de CGKV een nieuw kerkverband is, te bagatelliseren, reageert ds. P. Roos op uitspraken van ds. D. Quant (RD 5-9).
Het is niet mijn bedoeling om via de krant een twist te ontketenen over de contacten van onze kerken met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Toch zou ik graag enkele kanttekeningen willen plaatsen bij het interview met ds. D. Quant.
Mijn collega uit Huizen reageert tamelijk laconiek op de vragen die hem door de journalist werden gesteld. Samenwerkingsgemeenten zijn er allang, zo stelt hij. Dat was ook mij bekend. Maar de aanleiding voor het artikel is de eerlijke vraag die verschillende mensen stelden aan de redactie van Bewaar het Pand (RD 1-9). Ontstaat er een nieuw kerkverband?
Ik noem die vraag doordacht en terecht, al kan men over het antwoord verschillen. Mijn ambtsbroeder gaat tamelijk gemakkelijk om met de vragen van vele leden van onze kerken die bezwaard zijn over deze samenwerking.
Inderdaad, niet alle vragen die gesteld werden, zijn even zinvol en duidelijk. Maar de vraag naar een nieuw kerkverband, de Christelijke Gereformeerde Kerk vrijgemaakt (CGKV), is een reële.
Eenheid
Dat blijkt wel uit kerkelijke stukken die ik na het schrijven van het artikel voor Bewaar het Pand in handen kreeg. Het betreft een verzoek van een gemeente aan de classis om samenwerkingsgemeente te mogen zijn. Er wordt in dit officiële stuk werkelijk gesproken over een nieuw kerkverband. Men spreekt van een „juridische eenheid”, een CGKV met „rechtspersoonlijkheid.”
Er zijn nog meer verrassingen. Het blijkt namelijk verder dat de CGKV de enige vertegenwoordiger is richting de GKV, alsook richting CGK. Predikanten uit de GKV kunnen dus binnen de CGK functioneren in volle rechten en plichten.
Het wordt nog ingewikkelder, blijkt uit het classisdocument: „De samenwerkingsgemeente maakt onderdeel uit van de GKV en de Chr. Geref. Kerken in Nederland.”
Het verzoek moet nog behandeld worden. Ook al wordt het afgewezen, wat blijkbaar volgens de redenering van ds. Quant moet gebeuren, toont het voorbeeld wel aan wat er leeft en wat er staat te gebeuren.
Oplossing
Broeder Quant moet dan ook niet doen alsof er niets aan de hand is. Hij bagatelliseert de nieuwe namen, alsof men het heeft over een naam van een kerkgebouw. Maar er ligt in dit geval natuurlijk een duidelijk verband tussen de nieuwe naam en de nieuwe gemeente.
Ten slotte, het bevreemdt me wel dat ds. Quant als kerkrechtdeskundige en moderamenlid van de generale synode niet helemaal op de hoogte lijkt te zijn van wat er leeft in onze kerken. Ik hoop dat hij nog eens wil nadenken over de problemen van vele leden die straks dakloos dreigen te worden.
Verder gaat het mij, en met mij vele anderen, ook om verbondenheid met het beginsel van de CGK. Ik neem van harte aan dat ook ds. Quant zich door dezelfde motieven laat leiden.
We hebben beiden een probleem. Laten we eerst maar eens eerlijk denken over het probleem, om vervolgens met Gods hulp een echte oplossing te vinden.
De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.