Gereformeerde belijdenis geldt ook in missionaire context van Stroom
De gereformeerde belijdenis zegt het spreken van God in Zijn Woord na, reageert ds. J. R. Visser op ds. Mark van Leeuwen, prof. dr. Stefan Paas en dr. Hans Schaeffer (RD 3-9). Dat kun je in een missionaire context niet zomaar relativeren.
Ik heb mijn naam verbonden aan de verklaring waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de gang van zaken in de missionaire gemeente Stroom Amsterdam (zie de berichtgeving in RD 31-8). In hun reactie op de verklaring stellen ds. Van Leeuwen, prof. Paas en dr. Schaeffer onder andere dat de verklaring het begrip ”gereformeerd” te massief gebruikt. Met als gevolg dat te veel zaken als gereformeerd aangeduid worden. Hierin herken ik mij als ondertekenaar niet. Daarom is het goed om persoonlijk toe te lichten waarom ik mijn naam aan deze verklaring gegeven heb. Juist uit liefde voor Christus en Zijn gemeente.
Ik ben blij met iedereen die Christus als Zijn Verlosser en Heere leert kennen en Hem zo volgt. Daar bid en dank ik elke dag voor. Dit moeten we echter niet uitspelen tegen een leven volgens het Woord van Christus als Zijn gemeente. Wanneer mensen tot Christus komen, is er groei in geloof nodig. Je ziet hetzelfde bij de jeugd in de kerk. We geven onze kinderen onderwijs, we vertellen hun over de Heere en over wat de wil van God is. Komen tot geloof betekent niet dat je in één keer alles weet en in alles volgens Gods wil denkt, voelt en leeft.
Zo is het ook wanneer er missionair werk gedaan wordt en daardoor een gemeente ontstaat. Juist dan is het van het grootste belang dat er goed leidinggegeven wordt. In de eerder genoemde reactie wordt dit niet in rekening gebracht. Het is nodig dat er missionaire werkers en later ambtsdragers zijn die zelf voorbeelden van de gezonde leer zijn en zo leidinggeven. De brieven van Paulus aan Timotheüs en Titus staan daar vol van. Het is zo belangrijke dat de gemeente geleid wordt in de gezonde leer! Die leer is maar geen theorie, maar de levende stem van de levende God.
Handtekening
Een samenvatting van die gezonde leer hebben we in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in de Drie Formulieren van Eenheid. Niet als een formeel document. Als dat zo zou zijn, moeten we deze belijdenisgeschriften gauw aan de kant zetten.
Ik heb als predikant mijn handtekening gezet onder het ondertekeningsformulier. Niet om maar even een krabbel te zetten om maar predikant te kunnen zijn. Dat zou onwaarachtig zijn. Ik heb met de andere ambtsdragers in de kerk met mijn hart en vol eerbied voor Gods ogen mijn handtekening gezet. In de overtuiging van mijn hart dat alles in deze belijdenisgeschriften helemaal in overeenstemming met het Woord van Christus is en dat ik daarom alles wat daarmee in strijd is zal weerleggen. Zo is de gereformeerde belijdenis juist katholiek. Niet meer en niet minder.
Daarom gaat het dan wel om het hele pakket van wat we in de belijdenisgeschriften belijden. Dan gaat het niet om regeltjes zoals bij niveau 2 of sociologische gebruiken zoals bij niveau 3 in het schrijven van de drie genoemde scribenten. Ik ga ervan uit dat in de missionaire projecten die van onze kerken uitgaan vanuit die hartelijke beloofde verbondenheid aan wat we belijden leidinggegeven wordt.
Daarop moet je in de kerken aankunnen. Zeker als een gemeente deel wordt van het kerkverband. Dan is ook de plaats van de kinderdoop geen vraag meer. Niet omdat het in de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus staat, maar omdat ze nazeggen wat de Heilige Geest Zelf in de Bijbel, het Woord van God, zegt. Dat is de gezonde, leer ook voor de laatmoderne, hoogindividualistische, seculiere stadsmens in Amsterdam. Niet de stad of het platteland zijn beslissend voor de vragen die op ons afkomen, maar de gezonde leer die van God uit de hemel komt.
Vrouw in ambt
Ook als het over de vrouw in het ambt gaat heeft dat niets met regeltjes te maken. Het gaat weer om het spreken van de Heere Zelf. De indruk wordt meerdere keren gewekt dat het hierbij alleen maar gaat om een verschillende uitleg van de Bijbel. Verschillende uitleg zou geen punt van scheiding hoeven te zijn als je samen het gezag van de Bijbel erkent. Dat is in het zicht van de geschiedenis een vreemde redenering. In de strijd met Pelagius en Arius ging het om een uiteenlopende uitleg van de Bijbel, en toch mocht wat zij leerden niet in de kerk geleerd worden. De stelling dat verschillen in Bijbeluitleg niet zo’n punt zijn, snijdt geen hout.
Als het gaat om de toelating van vrouwen tot het ambt is duidelijk dat de Geest ons leert om dat niet te doen. Paulus wijst daarbij zelfs op de schepping (1 Tim. 2:12,13). Zo’n houding is strijdig met de geest van onze tijd. In mijn eigen leven heeft dat meerdere keren geleid tot keuzes die heel ingrijpend waren. Niet omdat ik conservatief wilde zijn, maar om de Heere Jezus te volgen.
De auteur is predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt Dronten-Noord.