Rosenthal bij Syrische vluchtelingen
KILIS (ANP) – Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken heeft donderdag een vluchtelingenkamp aan de Turks-Syrische grens bezocht. Hij verklaarde „erg onder indruk” te zijn van de inspanningen van de Turkse autoriteiten om de vluchtelingen uit Syrië te helpen.
In het kamp in Kilis - circa 90 kilometer ten noorden van de Noord-Syrische stad Aleppo - verblijven 12.000 Syriërs. In de 2500 containerwoningen is geen ruimte meer voor nieuwe vluchtelingen. Het land kan de vluchtelingenstroom bijna niet meer aan.
Even over de grens wachten nog eens 5000 Syriërs op toestemming om Turkije binnen te komen. In totaal zijn sinds het begin van de opstand meer dan 130.000 mensen naar het noordelijke buurland gevlucht.
Rosenthal ziet niets in de opvang van Syrische vluchtelingen in Nederland. GroenLinks dringt hier op aan. Hij is voorstander van opvang in de regio. De Turken delen deze mening, aldus de minister.
Hij vindt het belangrijk dat de internationale gemeenschap de Turkse regering zoveel mogelijk helpt. De opvang heeft Ankara de afgelopen achttien maanden al 300 miljoen dollar gekost. De Nederlandse regering doet volgens Rosenthal zijn „fair share” als het gaat om humanitaire hulp. Daarvoor is inmiddels 11 miljoen euro uitgegeven. Ook wordt de oppositie gesteund, onder meer met communicatieapparatuur.
Rosenthal sprak ook met Syrische activisten. Die vroegen onder meer deskundige bijstand zodat de transitie na de val van het regime van president Bashar al-Assad goed kan verlopen. Rosenthal zal kijken in hoeverre hij ze kan helpen. Daarnaast maakten de activisten duidelijk dat de behoefte aan medische hulp groot blijft.