Minister Rosenthal: Hezbollah moet op terreurlijst
AMSTERDAM – De militante Hezbollah in het Midden-Oosten moet op de Europese lijst van terroristische organisaties komen. Nederland gaat zich daarvoor opnieuw inzetten.
Dat kondigde minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken woensdag aan op een discussiebijeenkomst in Amsterdam, georganiseerd door het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI).
Aanleiding voor de lobby van Rosenthal zijn de berichten over betrokkenheid van Hezbollah bij het geweld in Syrië. „Je ziet wat er gebeurt als deze organisatie de vrije hand krijgt.” Landen zoals Duitsland zijn volgens de bewindsman gevoelig voor dit argument.
Nederland pleit al sinds 2004 voor plaatsing van Hezbollah op de EU-terreurlijst. Consequentie daarvan zou zijn dat leiders van de organisatie niet meer naar Europa kunnen reizen en dat financiële transacties onmogelijk worden gemaakt.
Verschillende andere Europese landen aarzelen over een dergelijke maatregel, omdat Hezbollah geldt als een belangrijke speler in het Midden-Oosten waarmee de diplomatieke kanalen zouden moeten worden opengehouden.
Rosenthal typeerde de situatie in Syrië als „allereerst een menselijk drama. Na anderhalf jaar bloedvergieten is het land nog steeds niet bevrijd van Assad.” De bewindsman noemde als speerpunt van het Nederlands beleid dat „rechten van vrouwen en minderheden” in landen zoals Syrië, Libanon en Egypte worden gerespecteerd. „Vooral christenen hebben het vaak heel zwaar.”
Rosenthal bezocht vandaag een kamp met Syrische vluchtelingen aan de Turks-Syrische grens. Ook sprak hij met vertegenwoordigers van de plaatselijke autoriteiten en hulporganisaties. In Turkije verblijven meer dan 80.000 Syrische vluchtelingen. Dat aantal neemt dagelijks toe. Nederland heeft sinds begin dit jaar al 11 miljoen euro gegeven voor humanitaire hulp.
De bewindsman sprak ook met leden van de Syrische oppositie. De Nederlandse regering steunt de oppositie met onder meer communicatieapparatuur. Militaire steun wordt niet gegeven.