Kerk & religie

Ds. Kempeneers: Gezonde leer in China van belang

KATWIJK – Een goed fundament van de christelijke geloofsleer is in China net zo belangrijk als in Nederland, zo betoogde ds. M. A. Kempeneers zaterdagmiddag.

3 September 2012 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 22:57
Een kerkje in China. Foto RD
Een kerkje in China. Foto RD

De christelijke gereformeerde predikant uit Katwijk sprak in de Bethelkerk in zijn woonplaats ter gelegenheid van een zendingsmiddag voor de Bonisa Zending. De bijeenkomst trok ongeveer 250 bezoekers, onder wie veel kinderen.

De stichting Bonisa Zending is in 1974 opgericht. Drijvende kracht daarachter was M. A. Mijnders-van Woerden. De organisatie zet zich in voor Bijbelverspreiding, Bijbelvertaalwerk en hulpverlening in onder meer China en Zuid-Amerika. Bonisa Zending werkt in China onder meer onder de Lisu’s en Miao’s, die in hooggelegen bergdorpen van Zuidwest-China wonen. Het aantal christenen neemt daar toe en ook de vraag naar Bijbels en Bijbelonderwijs. De opbrengst van de collecte was bestemd voor een Chinees studieboek, ”Fundament van de christelijke geloofsleer”. Tijdens de zendingsmiddag gingen de sprekers om die reden met name in op fundamentele zaken uit de Bijbel.

Ds. Kempeneers zei het belangrijk te vinden dat er in China een goed christelijk fundament gelegd wordt. Aan de hand van Psalm 8 legde hij uit wie en wat de mens is. „De mens is voortgekomen uit Gods hand en neemt in de schepping een belangrijke positie in. Door de overtreding van Adam is de mens gevallen en verdoemelijk voor God geworden. Wat dat betreft is er geen onderscheid tussen mensen in Nederland en mensen in China”, zei de predikant.

Hij vervolgde dat de Heere werkt aan een wonder. „Dat wonder is mogelijk door Jezus Christus, in Wie Psalm 8 zijn diepste vervulling heeft gekregen.”

De Katwijkse predikant wees erop dat de schrijver van de Hebreeënbrief verwijst naar deze psalm. „Christus is de mens Die minder gemaakt is dan de engelen. In Hem vindt Gods welbehagen zijn weg.” De predikant stelde dat het fundament van de verdoemelijkheid van de mens en de verlossing door Christus ruimte geeft aan de leer van de vrije genade. „Een mens hoeft het niet te verdienen. Een gezond geloofsleven is gefundeerd in het bloed van Christus. Mensen in China moeten dezelfde beginselen kennen als in Nederland. De mens is van zichzelf niet goed, maar God is goed. Hij heeft de wereld, die in het boze ligt, zo liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft. Het loopt allemaal uit op de lof aan God.”

Bestuurslid ds. A. A. Brugge, predikant van de gereformeerde gemeente te Ede, mediteerde naar aanleiding van Handelingen 4:8-20, over Jezus Christus, het fundament van de zaligheid. „Er is maar één Naam onder de hemel gegeven waardoor mensen kunnen zalig worden, in China, in Nederland en in Katwijk. Dat was in de tijd van de Reformatie zo, dat is nu zo. Haal dat fundament weg en er blijft niets over dan hooi en stro. Buiten Christus kunnen we niet sterven.”

De predikant wees erop dat er staat „door Welke wij móéten zalig worden.” Ds. Brugge: „Je kúnt zalig worden en je móét zalig worden. Breekt je hart niet onder de prediking dat je kunt zalig worden? Zalig worden betekent: alles loslaten en drijven op de oceaan van Gods trouw. God vult alles in en ik volg. Hij staat voor alles in.” Ds. Brugge sprak zijn zorgen uit over de afloop van de verkiezingen, over de toenemende wereldgelijkvormigheid onder christenen en over onderlinge verbittering. „Maar”, zo zei hij, „in Zijn dienst loopt het nooit verkeerd.”

Ds. P. den Ouden, hersteld hervormd predikant te Katwijk, sprak in zijn openingswoord over heidenen die tot het licht komen. Hij had het over een „heerlijke heilsboodschap” en zei dat Jesaja 60 nog steeds in vervulling gaat. „Het Licht heeft de wereld al vele jaren doorstraald.”

G. J. Meerkerk, onderwijzer aan de Prins Mauritsschool te Katwijk, vertelde een geschiedenis die zich ruim honderd jaar geleden in China afspeelde. „Tohin was een Chinees meisje, van wie de vader stierf toen ze zes jaar was. Men zei haar niet dat haar vader gestorven was. Haar moeder moest toen alleen voor haar zorgen. Op een keer werd ze ziek. Haar moeder had geen geld voor een dokter of een ziekenhuis. Tohin kwam terecht in een ziekenhuis van de Schotse zending, waar ze over Jezus hoorde. Ze kwam tot geloof en toen ze negen jaar was, werd ze gedoopt.”

In zijn slotwoord zei ds. Den Ouden: „Die mensen in China wisten niets van God. Er lopen nu nog veel mensen rond die niets van Hem weten. Maar de God van Tohin leeft nog en werkt in China en in Nederland.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer