Amerikanen trainen geen Afghaanse agenten meer
WASHINGTON/DEN HAAG (ANP/AFP/RTR) – Het Amerikaanse leger leidt voorlopig geen lokale agenten in Afghanistan meer op. De agenten worden extra gecontroleerd, op zoek naar extremistische infiltranten. Dat meldde het ministerie van Defensie in Washington zondag. Het Pentagon maakte niet bekend hoelang de opschorting duurt.
De buitenlandse militairen in Afghanistan worden de laatste tijd steeds vaker aangevallen door de Afghanen met wie ze moeten samenwerken. Zo schoot een Afghaanse militair woensdag drie Australiërs dood in Uruzgan. Sinds het begin van het jaar zijn al 45 westerse militairen gedood door hun Afghaanse collega’s. Dat is een triest record sinds het begin van de oorlog 11 jaar geleden.
Sommige daders zijn infiltranten van de Talibanrebellen. Anderen handelen uit persoonlijke woede, bijvoorbeeld over koranverbrandingen door Amerikanen.
Het Amerikaanse besluit gaat over de Afghaanse lokale politie (ALP). Dat is een militie die de Amerikanen in 2010 hebben opgezet. De agenten moesten gebieden controleren die nog niet in handen van de Afghaanse regering waren. Er is echter nauwelijks controle op wat de ALP doet. De agenten worden beschuldigd van moorden, verkrachtingen, ontvoeringen, afpersingen en corruptie.
Zo ontvoerden een ALP-commandant en zijn mannen in mei een 18-jarig meisje uit Kunduz. Ze werd een week later teruggegeven aan haar ouders. Tegen haar familie zei ze dat ze aan een muur was vastgeketend en dat ze meerdere keren was verkracht. „De Taliban waren beter dan de ALP. Zij hadden tenminste respect voor onze eer”, zei haar vader.
De andere NAVO-landen hebben geen banden met de ALP. Zij werken alleen samen met de officiële politie van Afghanistan. Zo verzorgt Nederland een politietraining in de noordelijke provincie Kunduz. „Onze activiteiten gaan gewoon door”, verklaarde een woordvoerder van het ministerie van Defensie in Den Haag.