Negen portretten van bijzondere bewoners van het Binnenhof (fotoserie)

DEN HAAG – Negen portretten van bijzondere bewoners van het Binnenhof prijkten de afgelopen weken op de hartpagina van het katern Puntkomma. De bewoners treden nog een keer gezamenlijk op in deze fotoserie.

Gerard Vroegindeweij

31 August 2012 10:30Gewijzigd op 14 November 2020 22:56
Richard van der Linden. Foto RD, Henk Visscher
Richard van der Linden. Foto RD, Henk Visscher

Richard van der Linden

„Ik ben Richard van der Linden, Kamerbewaarder. Dat is een bijzondere functie. De Tweede Kamer heeft er drie in dienst. Wij houden alle zaalreserveringen in de gaten en proberen in goed overleg te schuiven, zodat alle vergaderingen door kunnen gaan. Op een drukke dag zijn dat er wel twintig. Verder zorgen wij ervoor dat tijdens de commissievergaderingen en de plenaire vergadering in de grote zaal bodes beschikbaar zijn voor het rondbrengen van briefjes en de catering.

Werken in de grote zaal van de Tweede Kamer is bijzonder. Daarbij draag ik een rokkostuum met een mooie oranje sjerp. Dan is de Kamerbewaarder echt in functie. De Kamerbewaarder is er ook ten dienste van de voorzitter van de Kamer, Verbeet. Ik haal haar post op, zorg voor de kofie en begeleid haar van haar kamer naar de grote vergaderzaal.

Maar de krenten in de pap zijn voor mij toch wel de oficiële ontvangsten van de voorzitter. Ik mag dan het bezoek begeleiden. Dan kom je belangrijke mensen tegen. Zo liep ik onlangs nog naast de voorzitter van het Chinese parlement.

Negatieve kanten aan mijn werk? Ik heb ze nog niet kunnen ontdekken. Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk. Op zijn tijd hebben wij als bodes hier natuurlijk ook plezier. Soms duren de vergaderingen ellenlang. Enkele jaren geleden hadden wij met het inmiddels overleden GroenLinksKamerlid Harrewijn de afspraak gemaakt dat hij een gevulde koek zou krijgen als hij binnen een uur klaar zou zijn met zijn betoog. Dat lukte. Het Kamerlid heeft de gevulde koek met smaak opgegeten.

Maar voor het overige geldt hier: horen, zien en zwijgen.”


Marianne Fennema

„Ik ben Marianne Fennema, werkzaam als belangenbehartiger bij Linking Partners. Sommigen noemen mij lobbyist, maar dat vind ik geen passende benaming. Daar hangt een geurtje omheen van iemand die met een glas wijn te veel in perscentrum Nieuwspoort rondhangt.

Ik wil vooral inhoudelijk bezig zijn. Ik heb mijn eigen waarden en normen. Zo ga ik ook niet voor elk belang aan de slag en moeten degenen die vanuit commercieel belang verslavingen in stand willen houden, zoals de tabaksindustrie, niet bij mij zijn.

Wat ik doe, is het behartigen van de belangen van onze cliënten in politiek Den Haag. Dat gebeurt vooral in de Tweede Kamer, maar ook op departementen. Dat betekent veel lezen, goed de processen volgen en weten hoe de hazen lopen.

Ik houd me vooral bezig met mobiliteit in de brede zin van het woord en met veiligheid. Vaak komen cliënten te laat tot de conclusie dat ze hun visie in Den Haag kenbaar willen maken. Ik zorg ervoor dat de juiste informatie op het goede moment bij de juiste persoon terechtkomt.

Het bureau waarvoor ik werk is eigendom van Roland Kortenhorst, voormalig Kamerlid voor het CDA. Hij kent alle in en outs van het Binnenhof. Net als ik overigens, want ik loop hier ook al meer dan twintig jaar rond. Eerst als verslaggever bij het ANP, daarna als persvoorlichter en publieksvoorlichter bij het CDA.

Ik werk nu ruim een jaar in deze functie en ik vind het heerljk. Ik ben nu 61 en hoop hier tot mijn pensioen te kunnen blijven. Senioriteit in dit werk is eerder voordeel dan nadeel.”


Jaap van Duijn

„Mijn naam is Jaap van Duijn, ik kom uit Katwijk en werk bij de beveiliging van de Tweede Kamer. Samen met enkele tientallen collega’s zorg ik ervoor dat de beveiliging van de Tweede Kamer tiptop in orde is. Mensen die hier niet horen, krijgen geen toegang. Alle bezoekers moeten zich identificeren en worden gescand. Verder zorgen we ervoor dat het bezoek op de juiste plaats of in de juiste zaal van het Kamergebouw komt. Alle bewoners en alle gasten hebben een pas of een bezoekerssticker. De registratie daarvan komt voor onze rekening.

Ik ben hier in 1989 terechtgekomen, nadat ik enkele jaren bij particuliere beveiligingsbedrijven had gewerkt. Heel bijzonder dat ik hier aan de slag kon. Er is tenslotte maar één Tweede Kamer in ons land. Ik heb al heel wat ministers, staatssecretarissen, Kamervoorzitters en Kamerleden zien komen en zien gaan.

Er is in de loop van de tijd veel veranderd. Tot 1992 was het erg knus en gezellig. Binnenhof 1a was de hoofdingang, en alles was dicht bij elkaar. In 1992 kwam de nieuwbouw van de Tweede Kamer gereed. Dat was het moment van de schaalvergroting. Het informele werd minder. Er kwamen meer mensen en dus ook meer regels.

De derde fase volgde in 2001/2002. De aanslagen in New York en de politieke moorden in ons land maakten het noodzakelijk dat de Tweede Kamer de toegangsregels aanscherpte. Dat is nu gebeurd. Overal zijn toegangspoorten, controles en scanapparaten.

Politici, dat zijn meestal aardige mensen. Ze mogen en kunnen veel tegen mij zeggen. Alles wat ik hier zie en hoor, blijft te allen tijde binnenskamers. Ik heb niet voor niets de eed afgelegd. Dat heeft voor mij een

bijzondere betekenis.”


Frits Wester

„Ik ben Frits Wester (50), politiek commentator bij tv-zender RTL en verslingerd aan politiek. Toen ik op het voortgezet onderwjs zat, was ik al actief in de jongerenclub van het CDA. Een aantal jaren later kwam ik in het landeljk campagneteam van de partj; viel zelfs een poosje in als chauffeur voor de toenmalige CDA-kopstukken De Vries en Bukman.

Eind 1985 werd ik gevraagd om bij de afdeling voorlichting van de CDA-fractie te komen werken. Een aantal maanden voor de verkiezingen van 1994, waarbij het CDA twintig zetels verloor, werd ik door RTL benaderd om na de verkiezingen de overstap naar de journalistiek te maken. Die overstap had dus niets van doen met de uitslag.

Ik zit nu ruim achttien jaar op deze post en doe mijn werk nog steeds met plezier. Alle krochten van het Binnenhof ken ik als mijn broekzak. Dat kan soms aardige televisiebeelden opleveren. Eenmaal ben ik zelfs voorwaardelijk geschorst nadat ik op een verboden plaats beelden had gemaakt tijdens een VVD-fractievergadering waar Rutte en Verdonk elkaar in de haren vlogen.

Over het politieke klimaat in ons land ben ik ronduit bezorgd. Er zijn onduidelijke politieke verhoudingen en bij elke verkiezing zijn er grote verschuivingen. De regeerbaarheid van het land is in het geding. Het kiezersvolk is op drift. Het is toch ongelooflijk dat iemand als Verdonk zonder programma of partij op enig moment op dertig zetels in de peilingen stond?

Den Haag is de plaats waar het gebeurt. Daar wordt onder meer besloten over het onderwijsstelsel, de sociale zekerheid, de infrastructuur, oorlog en vrede.

Ikzelf in de politiek? Nee, ik ben wel eens gepolst als minister en formeel gevraagd als staatssecretaris, daar heb ik vriendelijk voor bedankt. Het is veel mooier om kijkers over het Haagse te vertellen en dat te becommentariëren. Zo gaan de burgers het proces hier –hoop ik– beter begrijpen en kunnen ze zich een afgewogen oordeel vormen.”


Bernard Aris

Ik ben Bernard Aris (56), documentalist bij de D66-fractie en voorzie Kamerleden en fractiemedewerkers van mijn partij van informatie uit de media. Zo kunnen zij op grond van feiten snel hun mening bepalen. Elke week stel ik een digitale knipselkrant samen van publicaties over onderwerpen die op dat moment actueel zijn in politiek Den Haag.

Om te weten wat er speelt, moet je natuurlijk zelf bijblijven. Het lezen van kranten, het luisteren naar de radio en het kijken naar actualiteitenprogramma’s is mijn tweede natuur geworden. Ik houd van mijn werk; ik word bijvoorbeeld voor drie dagen per week betaald, maar ik ben vijf dagen hier. Nu is dat voor mij, als alleengaande, wat gemakkelijker dan voor anderen.

Van huis uit ben ik historicus. Toen ik in het begin van de jaren tachtig van de universiteit kwam, was er geen baan te krijgen en meldde ik me aan als vrijwilliger op het D66-partijbureau. Zo raakte ik betrokken bij het landelijke partijwerk. In 1989 solliciteerde ik naar de functie van beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. Een aantal van hen was doorgestroomd naar de eurofractie. Partijoprichter en partijleider Van Mierlo heeft er mij toen mede uitgepikt omdat ik onder aan mijn brief had geschreven dat ik snel over ieder gewenst maatschappelijk issue informatie zou kunnen verzamelen.

Het vastleggen en uitzoeken van dingen, dat ligt mij. Je moet mij niet in de Tweede Kamer zetten. Van een microfoon onder mijn neus word ik erg zenuwachtig. Politiek is mijn hobby en D66 mijn partij. Weet u wat het verschil is tussen D66 en de PvdA? D66 is een vriendenclub die aan politiek doet en de PvdA is een politieke partij waar je misschien nog eens vrienden wordt.”


Nel Pellerin

„Ik heet Nel Pellerin en ben werkzaam in het Statenrestaurant van de Tweede Kamer. Mijn werk bestaat uit serveren en achter de kassa zitten. Sommigen noemen me wel eens de koningin van het restaurant, maar dat vind ik net te veel eer. Maar het is wel een beetje ‘mijn’ restaurant.

Ik houd van gezelligheid en spontaniteit. Als je zelf aardig en leuk bent, krijg je er veel voor terug. Ik ga altijd met plezier naar mijn werk. Elke dag ben ik er al om kwart over zeven, halfacht, terwijl het restaurant om negen uur opengaat. Als Kamerbewoners ook vroeg zijn, kunnen ze natuurlijk een kop kofie krijgen.

Ik werk altijd in dit restaurant, niet in de andere restaurants van de Kamer. Mijn collega’s willen mij hier niet kwijt, anders loopt het in de soep. Ha, ha. Ik ben 63 en wil hier tot mijn 70e blijven werken. Tenminste, als ik gezond blijf. Het kan ook zijn dat ik de loterij win. Dan ben ik weg.

Ik ben hier op een bijzondere manier gekomen. Als medewerkster van een bloemenzaak leverde ik geregeld bestellingen af bij de Tweede Kamer. Op een dag hoorde ik dat er een vacature was bij de huishoudelijke dienst. Daar heb ik op gesolliciteerd en ben aangenomen. Later ben ik overgestapt naar het restaurant. Dat vonden ze hier wel fijn. Ik kan namelijk goed nummers onthouden; vroeger had iedereen hier een aparte rekening.

Ik heb niet de indruk dat ik het hier veel verder zal schoppen. Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje. Ik zeg altijd wel: Zorg dat je er goed uitziet, want je weet nooit wat je tegenkomt.”


Corry Keemink-van Schoten

„Mijn naam is Corry Keemink-van Schoten en ik ben 81 jaar. Sinds 1960 verkoop ik souvenirs in een kraampje op het Binnenhof. Ik sta vlak bij het gebouw van de Raad van State. Mijn dochter zegt wel eens dat ik de langstzittende vrouw van het Binnenhof ben.

Ik ben met mijn 52e seizoen bezig. Alle voorzitters van de Tweede Kamer sinds 1960 heb ik gekend. Van Thiel en Vondeling kwamen nog wel eens langs en hadden dan een vriendelijk woord. CHU-Kamerlid freule Wittewaall van Stoetwegen reisde regelmatig naar Amerika en kwam altijd bij mij souvenirs kopen.

Ik denk met dankbaarheid terug aan vice-voorzitter Ruppert van de Raad van State. Die heeft er rond 1970 voor gezorgd dat hier een stopcontact in de muur is gekomen, waardoor mijn winkeltje aangesloten is op de elektriciteit. Nu staat hier een kacheltje; vroeger zat ik met mijn voeten in een groentekist tegen optrekkende kou.

Ik mis de gezelligheid van vroeger. Het informele is helemaal weg. Sinds 2001 is alles beveiligd. En na de verplaatsing van de hoofdingang naar het Plein –in 1992– komen er heel wat minder bewindslieden en Kamerleden langs.

Een van de hoogtepunten op het Binnenhof was het bezoek van de Amerikaanse president Bill Clinton in 1997. Maar voor mijn winkeltje was het een dieptepunt. Uit veiligheidsoverwegingen mocht ik de hele week niets verkopen.

Voor de verkoop van mijn spullen moet ik het in de eerste plaats hebben van buitenlandse toeristen. Door de crisis zijn dat er dit jaar veel minder. Dat kan ik goed merken, maar gelukkig hoef ik niet meer van mijn winkeltje te bestaan.”


Menno de Bruyne

„Ik ben Menno de Bruyne, sinds 1984 fractievoorlichter bij de SGP. Dat ik hier vastgeroest ben wil ik niet zeggen; maar ik ben wel verknocht aan m’n werk. Ik heb hier een zekere mate van vrijheid en hoef niet hele dagen achter een bureau te zitten.

Op mijn werkkamer –die ik een beetje zie als m’n tweede huiskamer– ontvang ik veel gasten. Verder schrijf ik artikelen, maak ik persberichten en twitter ik.

De meeste SGP’ers kennen mij van de Haagse Propjes in partijblad De Banier. Eigenlijk is deze rubriek als een grapje begonnen. Ik wilde na de nacht van Wiegel iets aardigs schrijven over deze liberaal die het paarse kabinet liet vallen. Van het een kwam het ander. Ik heb in de rubriek de vrije hand, alleen mag ik niet meer schrijven dat de Christen Unie links is. Dat doe ik dan ook niet meer, gehoorzaam als ik ben.

Verder geef ik vaak rondleidingen. Ik denk dat ik in de loop van de jaren enkele tienduizenden mensen hier heb ontvangen. En sinds ik een compliment kreeg voor mijn toespraak tijdens m’n 25-jarig jubileum hier, ga ik geregeld het land in om wat te vertellen over het Binnenhof.

In 1982 studeerde ik af als politicoloog, daarna was ik anderhalf jaar werkloos. De economische crisis was toen nog groter dan nu. Via toenmalig fractiemedewerker Piet den Uil kwam ik in contact met fractievoorzitter Van Rossum.

Dat klikte. Volgens mij kreeg ik de meest zware selectieprocedure die er voor fractiemedewerkers mogelijk was; ik moest namelijk óók nog langs bij het hoofdbestuur. Toch ben ik aangenomen. Waaruit maar weer eens blijkt dat ook hoofdbestuursleden feilbare mensen zijn.”


Geert Jan Hamilton

„Mijn naam is Geert Jan Hamilton en sinds september 2006 ben ik griffier van de Eerste Kamer. De familie Hamilton is van oorsprong afkomstig uit Schotland. In 1649 zijn mijn voorouders, na de onthoofding van koning Charles, vanwege het geloof naar de Nederlanden gevlucht.

Toen ik werd getipt om te solliciteren als griffier, had ik een loopbaan in de gezondheidszorg achter de rug. Mijn laatste grote klus was om als directeur op het ministerie van Volksgezondheid de samenvoeging van de ziekenfondsen en de particuliere zorgverzekeringen in de nieuwe Zorgverzekeringswet juridisch vorm te geven.

Mijn belangrijkste taak in de Eerste Kamer is het bewaken van de vergaderorde. De vergaderstukken moeten tijdig naar de 75 senatoren. Verder moet de vergaderagenda up-to-date zijn. De Eerste Kamer vergadert in principe elke dinsdag. Tijdens de vergadering zit de griffier naast de voorzitter en staat hem zo nodig bij.

Tijdens de vergadering mag de griffier het woord niet voeren. Eén uitzondering was er. In september vorig jaar kregen de Eerste Kamerleden een iPad en konden ze afscheid nemen van de stroom vergaderstukken op papier. In de eerste vijf maanden van dit jaar bespaarde de Kamer daarmee 80.000 euro op druk- en bezorgkosten.

Niet alleen bewaak ik de vergaderorde, ik zorg er ook voor dat de ambtelijke organisatie hier haar werk goed kan doen. Ik ben verantwoordelijk voor de inhoudelijke ondersteuning van de senatoren, de bedrijfsvoering, personeel en organisatie en het gebouw. De Eerste Kamer is gehuisvest in het voormalige stadhouderlijk paleis en het vroegere vergadercomplex van de Staten van Holland. Dat is een bijzonder fraai geheel. Ik beschouw het als een eer om dat door te geven aan de komende generatie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer