Geert Mak beschrijft neergang van het grote Amerika
In het najaar van 1960 maakte schrijver John Steinbeck (1902-1968) een ontdekkingsreis dwars door Amerika, samen met zijn poedel Charley. Hij beschreef zijn tocht in ”Reizen met Charley”. In ”Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika” volgt Geert Mak zijn spoor.
Mak volgt Steinbeck op de voet, steeds met het tijdsbeeld van 1960 in de achteruitkijkspiegel. Daarom had het boek eigenlijk ook ”Reizen met John” kunnen heten. Een andere optie was ”Reizen zonder Charley” geweest. De poedel Charley vergezelde Steinbeck om te voorkomen dat hij helemaal wegzonk in de eenzaamheid. Mak maakte de reis zonder hond, met zijn echtgenote.
Steinbeck blijkt een prima keus. Zijn romans volgen arme mensen die worstelden met het bestaan. ”Mice and Men” en vooral ”The Grapes of Wrath”, het boek dat het leven van de slachtoffers van de economische depressie en de stofstormen van de jaren 30 vereeuwigt, geven de armoede van de eerste helft van de twintigste eeuw een sympathiek gezicht. Daarom past deze auteur prima in Maks onderneming als spiegel voor het huidige Amerika.
Timmerman
Steinbeck voldoet niet alleen omdat hij de plattelanders serieus neemt, maar ook omdat hij als persoon intrigeert. Deze „teruggetrokken ambachtsman, een timmerman met woorden”, zoals Mak hem raak typeert, biecht niet alles op en prikkelt tot een onderzoek naar zijn drijfveren en de grenzen tussen feit en fictie. Maks boek is dus een dubbele ontdekkingsreis, naar de conditie van Amerika en naar de ziel van deze auteur.
De tocht begint in Sag Harbor, een kustplaatsje in Maine, en volgt een noordelijke route via de grensstreek met Canada tot Californië en eindigt in New Orleans. Steinbeck was zijn onderneming toen allang zat. Zijn ”Travels with Charley” volgt het verwachtingspatroon van vele generaties: het paradijs ligt in het westen. Het zuiden komt er wat bekaaid af. Maar de aankomst in Californië is een teleurstelling, de overwoekering van natuur en cultuur door het moderne kapitalisme blijkt daar het grootst te zijn. Die conclusie geldt ook voor Mak, die het grootse verleden van Amerika contrasteert met het schamele heden.
Aantrekkelijke plot
Steinbecks ”Travels with Charley” gaat meer over hemzelf dan over Amerika en dan nog vooral over het platteland, want de schrijver vermeed de steden. ”Reizen zonder John” gaat vooral over de staat van het land, zowel stedelijk als landelijk.
Zoals we van Mak gewend zijn, zit zijn boek knap in elkaar. Hij volgt een duidelijke route en bedenkt een aantrekkelijke plot. Zo sleept hij de lezer mee als passagier, voor wie hij af en toe stopt om zijn verhaal historisch toe te lichten. Steinbecks leven en schrijven leveren de persoonlijke elementen voor de brede, algemene culturele analyses. Het contrapunt van 1960 is goed gekozen voor de reportage over 2010.
Het thema van Maks betoog is eigenlijk ”de last van veel geluk”: hoe welvaart en consumptiedrang de Amerikaanse gemeenschapszin en daarmee het welbevinden ondermijnden. Thema’s zoals de teloorgang van het gezinsleven, het falen van het onderwijs, de schijnwereld van de media, de schadelijke gevolgen van de schaalvergroting in de landbouw, de polarisatie in de politiek, de donkere achtergrond van gedwongen mobiliteit, de uitpuilende gevangenissen, de macht van lobby’s, de torenhoge militaire uitgaven, het beperkte zicht op de wereld: het komt allemaal aan de orde. Mak vindt hiervoor onderweg aanknopingspunten, meestal op bijna verlate plekken met schaduwen van een groots verleden.
De auteur is geen onbevangen toerist. Hij kent het land al dertig jaar en viel voor de charme van een goudeerlijk, ouder, Joods, links echtpaar. Zij riepen in hem de warme gevoelens voor dit land op, waardoor zijn oordeel mild blijft. Hij bereidde zich uitstekend voor en toont zich meer de journalist dan de schrijver à la Steinbeck.
Dorpsstraten
Bijna dertig pagina’s verantwoording getuigen van een effectief benutten van beschikbare deskundigheid in tal van zorgdossiers. Gesprekken tijdens diners, in de ontbijt- en eetcafés, vaak de laatste ontmoetingspunten in ontvolkte stadscentra en dichtgetimmerde dorpsstraten, vullen de sociologische analyses aan met de gevoelstemperatuur van de blijvers. Bij dat alles leest het boek als een trein, hoewel dat net de verkeerde beeldspraak is, want het spoor, tot de Tweede Wereldoorlog Amerika’s trots en met 350.000 kilometer de slagader van de natie, legde het af tegen de gecombineerde druk van autofabrikanten, militaire belangen en overheidsinvesteringen in een snelwegnet.
Vandaag hobbelt een Amtraktrein over slecht onderhouden spoorstaven. Het was niet zozeer de auto zelf als wel de verwaarlozing van publieke voorzieningen die de kans voor andere alternatieven onmogelijk maakte. Inmiddels heeft dit gebrek aan onderhoud, innovatie en visie de rest van de infrastructuur aangetast. Dat mag symptomatisch zijn voor de neergang van het grote Amerika.
Beklaagdenbank
Ook de godsdienstigheid lijdt daaronder. De verloren gegane welvaart wordt met behulp van het welvaartsgeloof weer nieuw leven ingeblazen. Maks beschrijvingen van het religieuze terrein lijden soms onder sjablonen. Hij noemt wel de onontbeerlijke hulp van de kerken aan de onderkant van de samenleving, maar zet het christelijk geloof wel makkelijk in de beklaagdenbank van opportunistische geldmakers en anti-intellectuelen.
Natuurlijk zijn die er in groten getale op de buis, maar dat werd niet door de tegenstelling van verlichting en geloof veroorzaakt. In Amerika lagen die juist veel dichter bij elkaar dan in Europa. Als hij een verband bespeurt tussen het desolate landschap van Dakota en een sterk geloof in een naderende eindtijd, alsof landschap zich vertaalt in religieuze gevoelens, schiet hij tekort, want juist de verwachting van de eindtijd is in Amerika wijdverspreid en onafhankelijk van het landschap.
Mineur
Mak sluit het boek af met een aantal verklaringen voor de neergang van Amerika, zonder al te veel te willen generaliseren. Aan het begin van het boek noemt hij vooral culturele oorzaken: gebrek aan visie voor een welvarende samenleving, het wegvallen van een hoger doel. Aan het eind legt hij de vinger bij desastreuze economische structuren: het verdwijnen van productiviteit, de grote schuldenlast, vooral de scheve inkomensverdeling. Daardoor neemt de bestaansonzekerheid toe. Ondanks de schuld van de kapitaalconcentratie, waar de Republikeinen ruim baan aan geven (al zijn de Democraten daar ook niet vies van), stemmen veel slachtoffers van deze situatie voor nog meer marktwerking, die de lokale samenhang verder zal ondermijnen.
Eindigt het boek in mineur? Niet helemaal, demografisch staat Amerika er beter voor dan Europa. Nieuwe immigranten bieden hoop, maar succes is niet verzekerd: als het zelfbeeld van Amerika zich niet aanpast, als zelfkritiek wordt gemeden, als de schijnwereld de werkelijkheid blijft verbloemen, ziet het ernaar uit dat het land verder verbrokkelt.
Zou het boek de ogen van Amerikanen kunnen openen voor de gevaren die hen bedreigen? Mak zelf biedt weinig hoop, omdat hij concludeert dat het buitenlandbeeld door binnenlandse agenda’s wordt bepaald. Buitenstebinnen denken is voor Amerikanen nog lastiger dan voor Europeanen. Misschien was de conclusie wat minder tegengevallen als de reis van west naar oost was gemaakt, of te voet, zoals Peter Jenkins, die in 1979 (ook in het gezelschap van een hond) de tocht maakte en vastlegde in ”A Walk Across America”.
De volgende grootmacht, China, was de bestemming van Jenkins’ volgende reis. Volgt Mak? Als het een boek oplevert dat net zo informatief, relevant en goed geschreven is als dit werk, kunnen we het alleen maar hopen.
Boekgegevens
”Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika”, Geert Mak; uitg. Atlas Contact, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 450 2084 6; 570 blz.; € 34,95. het Vrijheidsbeeld in New York