Dat zei voorzitter Jeanette van de Ven van de vakgroep melkgeitenhouderij van boerenorganisatie LTO donderdag in Winterswijk. Daar werden de melkprijzen die de verschillende verwerkende bedrijven aan de geitenhouders uitbetalen, met elkaar vergeleken. „Na een turbulente periode zien ondernemers weer perspectief en kunnen ze bouwen aan de toekomst van hun bedrijven”, aldus Van de Ven.

De geitenhouderij stond sinds 2010 onder druk door de uitbraak in dat jaar van de ook voor mensen gevaarlijke Q-koorts. Aan de gevolgen van de ziekte zijn 25 mensen overleden. Ruim 50.000 drachtige geiten en schapen moesten worden gedood. Naar schatting werd een op de drie geitenhouders gedwongen zijn bedrijf te sluiten.

Doordat de melkprijs nu weer op een hoger niveau ligt, is de sector volgens LTO eindelijk in staat de verliezen weg te werken en ook de stijgende kosten van veevoer te compenseren. De gemiddelde prijs van geitenmelk steeg vorig jaar met 11,3 procent tot 41,71 euro per 100 kilo melk. De stijging heeft zich dit jaar voortgezet. De prijs ligt nu op het hoogste niveau sinds 2006.

Van de Ven stond ook stil bij de afzet van geitenlamsvlees. Op dit moment wordt een deel van de 100.000 boklammeren nog levend naar Zuid-Europese landen vervoerd om daar te worden geslacht en geconsumeerd. Volgens de vakgroepvoorzitter liggen er kansen om in Nederland zelf een markt voor geitenlamsvlees op te bouwen. Dan kunnen de dieren in Nederland worden afgemest en geslacht.

De ontwikkeling van nieuwe geitenstallen gaat door, meldde de vakgroepvoorzitter. Behalve het welzijn en de gezondheid van de dieren zijn daarbij ook de omgeving en gesloten kringlopen belangrijke thema’s.

Nederland telt 359 gespecialiseerde geitenbedrijven, waarvan 329 met honderd of meer dieren. Het aantal melkgeiten is in 2011 licht gestegen naar een kwart miljoen.