Neil Armstrong zette de eerste stap
CINCINATTI – Neil Alden Armstrong is niet meer. De man die als eerste voet op de maan zette, is op 82-jarige leeftijd overleden in Cincinatti aan de complicaties van een hartoperatie.
Op 20 juli 1969 om 21.17 uur Nederlandse tijd landt de maanlander Eagle op de maan. Armstrong, de 38-jarige bevelvoerder, neemt even later contact op met het NASA-hoofdkwartier in Houston – 400.000 kilometer verderop. „De Eagle is geland.” De Amerikanen halen opgelucht adem. De ruimterace is gewonnen: in één klap hebben de Verenigde Staten de Sovjet-Unie op achterstand gezet.
Voor het oog van de hele wereld klauteren Armstrong en collega Buzz Aldrin uit de lander. „Een kleine stap voor een mens, maar een enorme sprong voor de mensheid.” Ondanks hun 40 kilogram zware ruimtepak krijgen ze het voor elkaar om enkele serieuze sprongen te maken.
Armstrong is de grote held. Overigens tegen wil en dank: het was het besluit van NASA dat Armstrong als eerste uit de capsule zou stappen en Aldrin als tweede. Volgens ingewijden omdat Neil het kleinste ego had en de grootste koelbloedigheid. „Ik had nul inbreng, nul invloed op dat besluit”, aldus Armstrong, die liever op de achtergrond was gebleven.
De plaats die was uitgekozen voor de maanlanding is uitermate ongeschikt, zo zien de astronauten vanuit de Eagle. Het terrein is bezaaid met stenen en grote rotsblokken. Op eigen initiatief zet Armstrong de automatische piloot uit en dirigeert de capsule naar een geschikter landingsplaats in ”de zee van stilte”. Daar houdt Aldrin een avondmaalsdienst, waaraan Armstrong overigens niet deelneemt.
De landing had zeker niet langer moeten duren met nog slechts voor twintig seconden brandstof. Wanneer de landingsprocedure vijftien seconden was uitgelopen, zou NASA de missie hebben afgebroken en waren al de inspanningen voor niets geweest. Saillant detail: president Nixon had al een speech klaarliggen voor het geval de maanreis mislukte.
Armstrong, geboren op 5 augustus 1930, is piloot in hart en nieren. Op zijn zestiende verjaardag haalt hij zijn brevet; hij is dan nog te jong om een auto te besturen. Tijdens de Koreaoorlog vliegt hij als 19-jarig straaljagerpiloot in 1949 78 missies vanaf vliegdekschepen.
Weer terug in de VS studeert Armstrong lucht- en ruimtevaarttechniek aan de Purdue University en de University of Southern California en wordt testpiloot. Hij neemt zo’n 200 toestellen onder handen, waaronder de Lockheed F-104 Starfighter die later ook bij de Nederlandse luchtmacht dienst zou doen. In 1962 test hij het experimentele raketvliegtuig North American X-15, dat met drie keer de geluidssnelheid vliegt.
Als NASA hem in 1962 als astronaut selecteert, breekt er een nieuwe periode aan voor de Amerikaan. Zijn eerste ruimtemissie is in 1966. Tijdens de vlucht raakt het ruimteschip Gemini-8 in een tolbeweging. Armstrong grijpt in en weet het ruimteschip weer onder controle te krijgen.
Die koelbloedigheid maakt hem in de ogen van NASA geschikt voor een missie naar de maan. Zijn opdracht is simpelweg om veilig op de maan te landen en daarna weer op te stijgen. En dat doet Armstrong. Wie of wat er na hem op de maan zal lopen, interesseert hem niet in het minst.
Na zijn maanreis blijft Armstrong nog ruim een jaar bij NASA en brengt onder meer een bezoek aan de eerste ruimtevaarder, Joeri Gagarin, in de Sovjet-Unie. Vervolgens aanvaart hij het hoogleraarschap ruimtevaarttechniek aan de universiteit van Cincinatti, opgelucht dat hij niet meer voortdurend in de schijnwerpers hoeft te staan.
Vanaf 1979 trekt hij zich terug uit het openbare leven en gaat aan de slag als boer in zijn geboorteplaats Wapakoneta. Achter de schermen is Armstrong tot 2001 nog wel actief als commissaris van verschillende lucht- en ruimtevaartbedrijven.
Kort na zijn overlijden afgelopen zaterdag gaf zijn familie een verklaring uit. Armstrong was volgens hen „een bescheiden Amerikaanse held. Terwijl we rouwen om het verlies hopen we dat zijn opmerkelijke leven dient als voorbeeld voor jonge mensen over de hele wereld. Om hun dromen waar te maken en om onbaatzuchtig een zaak te dienen die groter is dan zijzelf zijn.”