Dankzij Merkel blijft Duitsland geloven in eigen kracht
Ooit was ik verslingerd aan verhalen over de Tweede Wereldoorlog, vooral als die goed afliepen. Het was echter wel zo dat mijn aversie tegen Duitsers met het boek toenam. Ik nam me voor om later nooit, maar dan ook nooit een voet op Duitse bodem te zetten. Dat was mijn manier om zoete wraak te nemen vanwege al dat weerzinwekkende onrecht. Erg christelijk was die gedachte niet, ondanks dat het doorgaans boeken betrof van vertrouwde auteurs als Piet Prins en Anne de Vries, maar het was allemaal zo gloeiendig gemeen wat die lui ons hadden aangedaan dat ik het er voor mijn gevoel niet bij mocht laten zitten.
Later ontdek je dat er toch ook heel aardige Duitsers zijn en is het zelfs tot heuse vakanties in hun land gekomen. Vriendelijke mensen, was al snel de eerste verrassende conclusie. En mooi, dat land. Dan zijn wij karig bedeeld. Zo zie je, een mens moet zijn mening wel eens bijstellen.
Ik kan me ook nog herinneren dat ik een dienstreis maakte naar Straatsburg en daar op de laatste dag op een rondvaartboot stapte toen zich een klas met pubers meldde. Daar ging het ongestoord verpozen. In eigen land is zoiets immers een ramp. Je weet al bij voorbaat dat de begeleidende docenten geen grip hebben op de groep of zelfs niet eens willen hebben. Groot was de verbazing toen bleek dat de klas uiterst gedisciplineerd was en luisterde naar hun begeleiders alsof dat volstrekt vanzelf sprak. Duitsers! Wat een verademing. Dat dit nog bestond.
Maar dan ben je in de Ardennen op vakantie en bezoek je oorlogsmusea met herinneringen aan dat verbijsterende, van bloed doordrenkte offensief in die verschrikkelijke winter van 1944. Je ziet documentaires, bezoekt begraafplaatsen met onafzienbare kruisenrijen en dan keert die kolkende verontwaardiging zomaar weer terug.
De afkeer zou nog verder opbloeien doordat ik in die tijd in een omgeving woonde waar we in de zomermaanden werden overspoeld door Duitse toeristen. Met name senioren onder hen hadden de onhebbelijke gewoonte om in supermarkten brutaal voor te dringen en zich te gedragen alsof ze hier nog steeds de lakens uitdeelden. Ook in het verkeer maakten ze zich vanwege hun agressieve rijstijl bepaald niet geliefd.
De irritatie bij de bevolking was dan ook groot. Zo weet ik van een slager die twee soorten vlees verkocht. De ene soort was voor zijn vaste klanten, de andere voor Duitsers. Kortom, de gevoelens bleven gemengd.
Dankzij Angela Merkel hebben de positieve sentimenten de laatste jaren de overhand gekregen. Als ik het goed zie, staat zij model voor een andere generatie. Superioriteitsgevoelens zijn verdwenen, van frustraties vanuit het bruine verleden heeft deze lichting weinig last meer en er is een plezierig zelfbewustzijn voor in de plaats gekomen.
Angela, deze week opnieuw uitgeroepen tot de machtigste vrouw ter wereld, is de vriendelijkheid zelve, ze heeft grote diplomatieke talenten en tegelijk heeft ze al glimlachend de meeste touwtjes vakkundig naar zich toegehaald. Terecht natuurlijk, want haar land is nu eenmaal de voornaamste factor in het Europese krachtenveld. Maar de wijze waarop macht in invloed wordt omgezet, is niet om het even. Merkel doet dat knap en mijn sympathie heeft ze.
Het zou mij niet verbazen dat het aan haar te danken is dat het land het economisch opvallend goed doet. Er worden daar resultaten geboekt waarvan vrijwel alle andere EU-lidstaten slechts kunnen dromen. De economische motor van de eurozone ronkt nog steeds, las ik begin deze week. Vooral de grote Duitse bedrijven doen het uitstekend. Die hebben de afgelopen drie maanden recordwinsten geboekt. Een deel van deze bedrijven verkeert zelfs in blakende vorm, rapporteerde een analist van Ernst & Young.
Een goed voorbeeld zijn de Duitse autofabrikanten. Koploper Volkswagen zag zijn brutowinst oplopen tot 3,3 miljard euro. Waar de Franse Peugeot-Citroënfabriek moet overgaan tot massaontslagen, weet Volkswagen niet waar het de nieuwe mensen vandaan moet halen. Deze week was er ook het verrassende nieuws over een nationaal begrotingsoverschot. Kom daar maar eens om bij de andere EU-steunpilaren.
Nu is het niet alles goud wat er blinkt. Hetzelfde Ernst & Young voorziet ook voor onze oosterburen lastige tijden, maar de stemming getuigt nog steeds van een onverholen optimisme. En dat steekt toch schril af bij de somberheid die elders en ook hier troef is.
Economen hebben massieve beschouwingen gewijd aan de vraag hoe het kan dat het in Duitsland zo veel beter gaat dan in de meeste andere Europese landen. Sommige verklaringen ogen vrij solide, maar op economen ben ik een beetje uitgekeken na de vele miskleunen van de laatste vijf jaar.
Ik ben maar zo eigenwijs om er een eigen theorie op na te houden en die luidt dat de Duitsers mede dankzij Angela Merkel zijn blijven geloven in eigen kracht zonder te vervallen in de fout van het verleden dat ze onkwetsbaar zouden zijn. Ze zijn tegenwoordig realistisch genoeg om te weten dat het ook voor hen moeilijk kan worden. Maar net als hun vrouwelijke leider gaan ze er domweg van uit dat ze het wel zullen rooien. Wunderbar!