Dat stelt VVD-Kamerlid Ziengs tegenover deze krant. „Veel liever geef ik ondernemers zélf alle ruimte om wel of niet open te gaan op zondag, maar als je na de verkiezingen toe moet naar een compromis, dus een second-best-oplossing, dan is zo’n onderzoek zo gek nog niet.”

Eerder bepleitte werkgeverskoepel MKB-Nederland in deze krant al om een bindend draagvlakonderzoek verplicht te stellen aan gemeenten die besluiten nemen over het aantal koopzondagen. Dit onderzoek kan dan voorkomen dat gemeenten er, tegen de wens van lokale winkeliers in, toch extra koopzondagen doordrukken of het aantal koopzondagen juist verlagen.

Op dit moment stelt de wet dat gemeenten winkels toestemming mogen geven om de deuren maximaal twaalf zondagen per jaar te openen. Alleen in gemeenten die beschikken over een autonome en substantiële toeristische aantrekkingskracht, mogen winkels vaker open.

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil af van die beperking van de koopzondag die de wet momenteel biedt. Die partijen willen óf winkeliers volkomen vrijheid geven (VVD en PVV) of gemeenten het aantal koopzondagen laten bepalen (D66, GL, PvdD en PvdA). Alleen CDA, CU, SGP en SP willen de regels voor koopzondagen beperkt houden. Omwille van de (gedoog)steun van CDA en SGP trokken VVD en PVV in 2010 bij de vorming van het kabinet-Rutte hun standpunt rond koopzondagen in.

Of de VVD na een verkiezingswinst net als in 2010 haar koopzondagstandpunt opgeeft, hangt volgens Ziengs „af van de onderhandelingen en de meerderheden die er te maken zijn. Als ik nu rondkijk, is er voor ons voorstel nog geen meerderheid.”

In een gesprek met deze krant bekritiseren winkeliers uit de achterban van de VVD het standpunt van hun partij over de koopzondag. Meer zondagsopening komt volgens hen ten goede aan het grootwinkelbedrijf en supermarkten en zou ten koste gaan van kleinere winkeliers.

Vorig jaar bleek uit onderzoek van brancheorganisatie CBW-Mitex (schoenen, mode, meubels, sport) dat bijna 90 procent van de kleinere en middelgrote winkeliers geen verruiming of zelfs een beperking (51 procent) van het aantal koopzondagen wenst. MKB-Nederland noemde dit onderzoek toen „representatief” voor zijn gehele achterban.