Commentaar: Niet Akin, maar Obama heropende abortusdebat
Natuurlijk was het niet verstandig van Todd Akin, Republikeinse kandidaat-senator voor de staat Missouri, om in een discussie over abortus te stellen dat verkrachte vrouwen zelden zwanger worden en hij daarom vasthoudt aan zijn strikte afwijzing van zwangerschapsafbreking. Dat vindt hij achteraf zelf ook. Daarom heeft hij inmiddels zijn verontschuldigingen aangeboden.
Als het gaat om de harde feiten zei Akin ook nog niet zo veel verkeerds. Uit tal van studies blijkt dat een zwangerschap na verkrachting een zeldzaamheid is. Zo wees een onderzoek onder 2190 verkrachtingsslachtoffers uit dat in totaal elf vrouwen (0,6 procent) als gevolg van het misdrijf zwanger waren geraakt. Dat is inderdaad een miniem aantal.
Maar met kille cijfers is niet alles gezegd. Wie dat zomaar even nuchter vaststelt, gaat wel heel gemakkelijk voorbij aan de traumatische ervaringen van vrouwen die prooi geweest zijn van verkrachters. Zij dragen littekens voor het leven. Daar ging Akin veel te gemakkelijk aan voorbij. Hij toonde geen mededogen met de slachtoffers van verkrachting. Dat heeft hij zelf ook toegegeven.
Zijn opmerking doet daarnaast ook schade aan andere tegenstanders van abortus. Ze bevestigen het beeld bij voorstanders van abortus provocatus –waarvan er velen in de Amerikaanse mediawereld zijn te vinden– dat de prolifebeweging onbarmhartig is. Die zou zomaar over de gekwetste gevoelens van verkrachte vrouwen heenwalsen. Terwijl er vele verdedigers van het ongeboren leven zijn die vaak juist bijzonder geraakt worden door misbruik van vrouwen en zich inzetten om hen te helpen.
Bij alle kritiek wordt vaak vergeten dat voorstanders van abortus feitelijk evenzeer misbruik maken van de diep trieste situatie waarin verkrachte vrouwen terecht zijn gekomen. Om hun eigen liberale abortusstandpunt te verdedigen, beroepen de voorstanders zich op de uitzonderlijke gevallen van zwangerschap na verkrachting. Omdat ze beseffen dat wanneer tegenstanders instemmen met zwangerschapsafbreking na verkrachting ten principale een wissel omzetten. Immers dan gaat de absolute beschermwaardigheid van het leven op de helling. Als dat principe wordt losgelaten, heeft de prolifebeweging zijn belangrijkste argument uit handen gegeven. Gaat het de voorstanders van abortus werkelijk om de nood van gekwetste vrouwen, of om het halen van hun eigen gelijk?
In de huidige discussie over de uitspraken van Akin gaat men ook voorbij aan het feit dat niet hij maar juist Obama het debat over deze gevoelige abortusproblematiek heeft aangezwengeld. Met spotjes op de televisie probeert de Democratische presidentskandidaat zijn tegenstander Romney neer te zetten als een hardvochtig prolifeman die geen oog heeft voor de noden van zwangere vrouwen. Obama profileert zich als de man die vrouwen alle ruimte wil geven zelfstandig te kiezen.
Niet eerder was er een presidentskandidaat die de proabortusboodschap zo onverhuld in televisiecampagne liet horen. Weliswaar past dit standpunt in zijn liberale beleid ten aan zien van ethische zaken, maar hij zet daarmee het abortusdebat wel op scherp.