Dat meldde het Duitse weekblad Der Spiegel zondag, zonder concrete bronnen te noemen. Als deze grens wordt overschreden, zou de ECB kunnen ingrijpen.

De zogenoemde ”spread”, het verschil tussen de rentes van bijvoorbeeld Spanje en Italië en die van Duitsland, zou de basis moeten vormen voor het in te stellen maximum. Als het renteverschil boven het gekozen niveau uitkomt, zou de ECB kunnen ingrijpen door het papier van de desbetreffende landen op te kopen, om zo het verschil te verkleinen.

De rentes van Italië en Spanje staan op zulke hoge niveaus dat de landen op den duur mogelijk gedwongen worden om steun te zoeken bij de Europese noodfondsen. Eind vorige week betaalde Spanje een rente van 
6,4 procent voor leningen met een looptijd van tien jaar en Italië 5,8 procent. De Duitse rente voor gelijksoortige obligaties stond toen op 1,5 procent.

Afgelopen weekeinde riep de Spaanse minister van Economische Zaken, Luis de Guindos, de ECB opnieuw op om te interveniëren op de obligatiemarkt. Tot nog toe keert met name Duitsland zich tegen een dergelijk ECB-beleid. Men vreest dat zodra de rente gemaximeerd wordt, dit de druk bij landen als Italië en Spanje wegneemt om hervormingen en bezuinigingen door te voeren.

Ook vanuit Griekenland kwam afgelopen weekeinde een verzoek om minder streng om te gaan met afspraken. Het Griekse ministerie van Financiën liet berekeningen uitlekken waaruit blijkt dat de economie er sneller herstelt als Athene van zijn kredietverschaffers twee jaar langer de tijd krijgt om het begrotingstekort terug te dringen. De bezuinigingen leiden in Griekenland in toenemende mate tot sociale en politieke onrust. Premier Samaras probeerde eerder al meer tijd te kopen, maar zonder succes. De verwachting is dat hij het deze week opnieuw probeert in zijn ontmoetingen met Europese regeringsleiders.