Molens als toeristische trekpleister

KINDERDIJK – Ze passen perfect in het beeld dat de gemiddelde buitenlander van Nederland heeft. De molens van Kinderdijk zijn op en top Hollands. „Maar waar ze voor dienen, weet bijna niemand.”

17 August 2012 23:58Gewijzigd op 14 November 2020 22:43
De molens van Kinderdijk. Foto Hollandse Hoogte
De molens van Kinderdijk. Foto Hollandse Hoogte

De dijk tussen Nieuw-Lekkerland en Kinderdijk is smal en bochtig. Bumperklevende automobilisten geven nauwelijks de mogelijkheid om rustig van je af te kijken. Aan de rechterkant ligt de Lek. Bij scheepswerf IHC Merwede is een drijvende bok bezig met een zware klus. De hijskraan steekt vele meters boven het water uit. Bij de werf worden met zekere regelmaat schepen te water gelaten.

Aan de linkerkant van de dijk ligt een van de bekendste locaties van Nederland: de keurig in het gelid staande windmolens, die sinds 1997 op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan. Op het parkeerterrein bij het bezoekerscentrum van de molens is er rond 9.30 uur al redelijk wat bedrijvigheid. De eerste buslading toeristen van de dag is uitgestapt. Ook staan er auto’s met buitenlandse kentekens.

Van de negentien molens in het gebied, is er welgeteld één te bezichtigen: de bezoekersmolen. De andere zijn bewoond. Van het parkeerterrein naar de bezoekersmolen is het enkele minuten lopen.

Een groep van ongeveer 
25 fietsers die over de paden langs de molens rijdt, krijgt in het Engels uitleg van een gids. Alleen de voorste fietser kan het verstaan. Langs de paden staan borden waarop duidelijk wordt gemaakt hoe de molens werken.

Björn den Ouden laat juist het witte ophaalbruggetje bij ‘zijn’ molen neer. De toeristen kunnen komen. Den Ouden is sinds 2007 een van de twee molenaars op de Nederwaard Molen no. 2. „Er komen hier jaarlijks 130.000 bezoekers binnen”, aldus Den Ouden.

Dat is slechts een deel van de ongeveer 500.000 mensen die volgens hem voor de molens naar Kinderdijk komen. De meesten komen alleen om van buitenaf foto’s te maken. „Dat vinden ze geweldig.”

Den Ouden ziet vooral Amerikanen en Japanners. „In augustus zijn er veel Italianen. Die komen vooral met campers.” Mensen kunnen op eigen gelegenheid de molen in. Den Ouden geeft geen rondleidingen. Maar bezoekers kunnen hem wel vragen stellen. „Met Engels en Duits kom je heel ver.”

Veel mensen weten volgens Den Ouden niet dat de molens vroeger dienden om de polder droog te houden. „Na vertrek weet overigens nog steeds maar de helft van de mensen dat. Lang niet iedereen vraagt ernaar.”

Al in de veertiende eeuw werden in de polder molens gebouwd om het water weg te pompen. De huidige bouwwerken dateren bijna allemaal van 1738 en 1740. Vele jaren lang maalden ze het overtollige water naar de Lek. Op dit moment wordt er alleen nog voor de show gemalen. Een gemaal heeft het echte werk overgenomen.

Terwijl de eerste bezoekers de molen ingaan, stelt Den Ouden de wieken in werking. Traag beginnen ze te draaien, terwijl binnenin de molen met geknars en gepiep de raderen over elkaar gaan rollen.

Vijf Japanners, vader, moeder, een meisje van een jaar of acht, opa en oma, kijken hun ogen uit. Aan de wanden hangen bordjes met uitleg over de molen. Ook zijn er maquettes te zien. Beneden is zichtbaar hoe molenaarsgezinnen leefden. Krappe bedsteden en kleine kamertjes.

De molens kwamen de afgelopen maanden veelvuldig in het nieuws. Tussen 2008 en 2010 werd de onderkant van elf van de negentien molens gerestaureerd. Het grootste deel van het geld werd opgebracht door het Rijk en de provincie Zuid-Holland.

De Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) moest enkele tonnen bijleggen. Maar dat geld bleek er niet te zijn. Bovendien kreeg de stichting een geldtekort door onder andere een te lage toegangsprijs voor de bezoekersmolen. In totaal kampte de SWEK met een tekort van 9 ton.

Twee maanden geleden redde de gemeente Nieuw-Lekkerland de molens. De gemeente kocht de bouwwerken voor het symbolische bedrag van 1 euro. Bovendien staat de gemeente bij de bank garant voor een bedrag van 1 miljoen euro. Daarnaast besloot de gemeente dat toeristen niet alleen voor het bezichtigen van de bezoekersmolen geld moeten betalen, maar ook voor een bezoek aan het gebied waar de molens staan.

Molenaar Den Ouden hoopt dat door deze ontwikkelingen voldoende geld vrijkomt om niet alleen de onderkant van de molens te restaureren, maar ook de bovenkant. „Dat is echt nodig.”

Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 14 in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer