Opinie

Vaarwel aan de routekaart

8 September 2003 11:50Gewijzigd op 14 November 2020 00:32

Als een bewindsman het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verliest, moet hij zijn biezen pakken. Dat is een algemeen aanvaard democratisch principe. Zo bezien lijkt het aftreden van de Palestijnse premier Mahmoud Abbas, alias Abu Mazen, volkomen logisch. Abbas kon al geruime tijd niet meer op brede steun in het parlement rekenen.Het opstappen van Abu Mazen komt echter in een geheel ander daglicht te staan als men zich realiseert dat zijn vertrek het resultaat is van een maandenlange verbitterde machtsstrijd tussen Yasser Arafat en de eerste minister. De uitkomst van deze vete, met als inzet de controle over de Palestijnse veiligheidsdiensten, heeft eens te meer bewezen dat niemand minder dan Arafat bepaalt welke koers de Palestijnse Autoriteit vaart en wat er in de Palestijnse gebieden gebeurt.

Met het aftreden van Abbas is de zogenaamde routekaart naar vrede, het ambitieuze internationale vredesplan voor het Israëlisch-Palestijns conflict, definitief op een dood spoor beland. Niet dat er de laatste tijd ook maar enige hoop was dat het plan daadwerkelijk binnen afzienbare tijd tot een oplossing zou leiden.

Aan de belangrijkste voorwaarde van de routekaart, een einde aan het voortdurende geweld, is in het geheel niet voldaan. Aan beide zijden is eerder een escalatie van de gewapende strijd te zien. Palestijnse terreurorganisaties gaan door met het plegen van bloedige aanslagen. De Israëlische premier Sharon heeft op zijn beurt gezworen radicale bewegingen als Hamas en Islamitische Jihad met wortel en tak te zullen uitroeien. De liquidaties -of pogingen daartoe- van hooggeplaatste Hamas-leden hebben laten zien dat Israël vastbesloten is zich aan deze belofte te houden.

Met het benoemen van een premier zetten de Palestijnen enkele maanden geleden de eerste voorzichtige stappen op weg naar democratisering. Het ontslag van Abbas heeft hen weer helemaal terug bij af gebracht. Sterker nog: het opstappen van Abu Mazen maakt vermoedelijk de weg vrij voor Arafat om zijn greep nog verder te verstevigen. Voor de Palestijnse bevolking faalde Abbas vooral als het gaat om het opkrikken van de volledig in het slop geraakte economie.

Om het vredesproces nog enige kans van slagen te geven, zal Yasser Arafat eerst van het toneel moeten verdwijnen. De Palestijnse leider heeft met het dwarsbomen van Abbas voor de zoveelste keer bewezen dat hij het belangrijkste obstakel voor de uitvoering van de routekaart is. De Palestijnse bevolking dient zich terdege te realiseren dat het uiteindelijk een keuze zal moeten maken tussen Arafat en een eigen staat. Reeds vóór het aftreden van Abu Mazen klonk ook in het Israëlische kabinet de roep om verbanning van Arafat steeds luider. Als Jeruzalem werkelijk tot een vergelijk met de Palestijnen wil komen, moet het niet alleen terreur bestrijden, maar ook de belangrijkste vijand in die strijd aanpakken.

Vooralsnog is een verbanning van Arafat tegen het zere been van Washington. Hoewel het Witte Huis Arafat herhaaldelijk als „irrelevant” heeft bestempeld, proberen de Verenigde Staten het gedwongen vertrek van de Palestijnse leider steeds tegen te houden. Amerika heeft zich in het Midden-Oosten aan twee belangrijke zaken gecommitteerd: democratisering in Irak en de uitvoering van de routekaart naar vrede. Het wordt tijd dat de VS die laatste verantwoordelijkheid ook serieus gaan nemen.

Dat betekent overigens niet dat de Israëliërs in zelfgenoegzaamheid achterover kunnen leunen, in de hoop dat de recente oorlogsverklaring van Sharon aan Hamas de oplossing voor het conflict zal brengen. Uiteindelijk zal een vredesregeling met de Palestijnen van evenveel belang voor het voortbestaan van de staat Israël zijn als het uitroeien van terreur.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer