VN: Oorlogsmisdaden regime en rebellen Syrië
GENÈVE (ANP/AFP/RTR) – Zowel regeringsgezinde troepen in Syrië als de opstandelingen hebben zich schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Er zijn aanwijzingen voor moord, marteling, willekeurige arrestaties, seksueel geweld en plunderingen. Dat concluderen onderzoekers van de Verenigde Naties. Zij hebben woensdag een rapport gepresenteerd.

De inspecteurs wijzen vooral naar het regeringsleger en de beruchte Shabiha-militie, die aan de kant van president Bashar al-Assad staat. De manier van werken „wijst op betrokkennheid van de hoogste niveaus van leger, veiligheidsdiensten en regering”.
De wandaden van de rebellen waren volgens de onderzoekers „niet zo ernstig, gebeurden minder vaak en waren van kleinere omvang”.
In februari hadden de VN het Syrische bewind ook beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid. In de strijd tegen de opstand zouden ongewapende vrouwen en kinderen zijn doodgeschoten en werden woonwijken onder vuur genomen. Gewonde demonstranten werden gemarteld in ziekenhuizen en gevangenen mishandeld.
Ongeveer 1,5 jaar geleden begon de onrust in Syrië. Bewoners eisten hervormingen en het vertrek van het regime. De opstand is uitgedraaid op een burgeroorlog, waarbij niemand aan de winnende hand lijkt. Het geweld heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost.